Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Vangnet

Verschenen in: Vangnet


???Spring in je volgende roman eens zonder dichtgeweven vangnet.??? Met die zin besluit Cin Windey een recensie, gepubliceerd op 14 juni 2012 op De Reactor, van de roman Op de hoogte van Christophe van Gerrewey. Deze roman is volgens de recensente ???zo exact wat hij wil zijn, dat er geen speld tussen te krijgen valt. Zo in zichzelf opgekruld dat hij niemand nog toelaat. Zo totaal af, dat er verder niets meer mee hoeft te gebeuren. Zo helemaal ingekapseld, dat hij eigenlijk risicoloos is.??? Dit gebrek aan risico???s dat verzameld wordt in de metafoor van het vangnet, maakt het de lezer onmogelijk zich op een verrassende of diepgaande manier tot het boek te verhouden.

        Als algemeen begrip blijft de beeldspraak intrigerend. Een eerste aanzet tot verdieping gaf Dani??l Rovers in de commentaarruimte van De Reactor, onderaan de recensie van Windey:

Ik heb proberen na te gaan of die metafoor ook voor mij als lezer soms speelt. Bij een auteur als Dimitri Verhulst bijvoorbeeld is er vaak iets dat me ondanks de keurig verzorgde meanderende zinnen en de grote autobiografische inzet (er staat iets op het spel: het eigen verleden) niet zint, ik weet niet wat, dat die zinnen te veel meanderen, dat er geen ruimte is voor een ontsnapping, dat er te veel vanuit een literair vangnet wordt geschreven? Of bij een auteur als Nabokov: Lolita, gewaagd boek (zonder vangnet) versus Bleek Vuur (te veel een spel, te veel een vangnet?). Claus dan: is het autobiografische, hechte en tegelijk hoogst fragmentarische Het verdriet minder met vangnet geschreven dan het satirische Belladona? Ik denk het wel. Maar tegelijkertijd vraag ik me dan af of dat hoogst subjectieve vangnet (urgentie zou een even subjectieve term zijn) niet achteraf geweven wordt, om mijn smaak een fundering te geven. [???] Hoe stel je vast, voor jezelf en voor anderen, dat er met een vangnet over de hoogte is gebalanceerd?

In een themanummer van nY dat eind 2012 verscheen en als ondertitel ???Autofictie regeert het land??? droeg, werd de beeldspraak opnieuw ter hand genomen. In de tekst ???Een wonderlijk gespleten lang heden???, die werd uitgesproken als gastlezing in het vak Algemene Literatuurwetenschap aan de Universiteit Gent, paste Van Gerrewey het begrip zelf toe op Suikertand, de meest recente roman van Ian McEwan: ???Je zou kunnen zeggen dat het vangnet onder Suikertand te dicht geweven is: de auteur heeft ervoor gezorgd dat hij niet te pletter kan vallen omdat fundamentele kritiek, samen met de weerlegging ervan, al in de tekst en vooral in het vertelstandpunt zit ingeweven.??? Ook samensteller Hans Demeyer verwees in een beschouwing over romans van Hanna Bervoets, Maan Leo en David Nolens naar deze term.

Windeys opmerking sluit aan bij bestaande discussies over de erfenis van het postmodernisme. De kritische intentie van het postmodernisme wordt nog steeds gewaardeerd, maar de relativerende uitspraken en metafictie zorgen voor een afstand die nu als probleemloos wordt ervaren. [???] De moeilijkheid bestaat erin ondanks het postmoderne bewustzijn toch een gedachte te formuleren die zichzelf niet bij voorbaat opvangt.

Zou het kunnen dat met het vangnet een literaire notie is gemunt? Bovenstaande citaten geven in ieder geval aan dat de term weerklank vond, niet in het minst vanwege zijn beloftevolle vaagheid. Een hele reeks diverse technieken en methodes krijgt ????n noemer aangereikt die tot de verbeelding spreekt, zelfs buiten het domein van de literatuur. Eerder werd in de politiek de roep dat het sociale ???vangnet??? vervangen zou worden door een ???trampoline??? steeds luider, al mag het bitter heten dat in de afgelopen jaren vooral de banken van de nog wel degelijk bestaande opvangcapaciteit van de overheid profiteerden. In de kunst is zekerheid al langer een verdachte notie. Niemand pleit openlijk voor artistieke risicovermindering. Zo schrijft Anne Branbergen in De Groene Amsterdammer (18 juni 2013) over de film waarin Federico Fellini de relatie met zijn vrouw uit de doeken doet en de rol van de ma??tresse van zijn alter ego laat spelen door zijn eigen ma??tresse: ???Het is koorddansen hoog in de nok van het circus, wat Fellini met 81/2 doet.??? Maar over wat precies als gevaarlijk en gewaagd geldt, verschillen de visies. Zo functioneert de metafoor op een heel andere manier in de bespreking die James Meek in de London Review of Books (20 juni 2013) aan het oeuvre van James Salter wijdt: ???Salter jumps the gap from one kind of time to another, from broad narrative time to episodic time, without a safety net, trusting the reader to follow him.??? Meek bespeurt de moed niet zozeer in de thematische of biografische verkenningen van zijn auteur, maar in diens lef de lezer een in de compositie en stijl vastgelegde tijdservaring op te leggen.

In dit nummer van DW B willen we een eenvoudige vraag stellen: wat is het vangnet? Kan een auteur in een tekst springen zonder eerst een vangnet te installeren? Of is het vangnet  onvermijdelijk een andere naam voor alles wat onder de noemer Literatuur tot stand komt? Eerder dan de vraag theoretisch te beantwoorden willen we voorbeelden verzamelen van teksten die, volgens ons, tegelijkertijd met en zonder vangnet geschreven zijn. Zonder vangnet, omdat er op uiteenlopende manieren een risico wordt genomen, omdat er niet op valse zekerheden een beroep wordt gedaan en omdat de lezer het geluk wordt gegund getuige te zijn van iets dat gevaarlijk is, werkelijk en niet zonder meer ironisch. M??t vangnet, omdat de pathetiek en het narcisme worden afgewend, omdat er meer op het spel staat dan provocerend spektakel en omdat de lezer de vrijheid wordt gegund zich op een hoogsteigen en niet vooraf bepaalde manier tot de tekst te verhouden. Wie naar een trapezekunstenaar in het circus kijkt, geniet immers omdat de luchtacrobaat elk moment kan vallen, maar op voorwaarde dat de val niet meteen dodelijk is.
        Niettemin gaat het in deze teksten om het leven van de schrijver, wat niet wil zeggen dat er pure autobiografie wordt bedreven. In het essay ???Lang ben ik vroeg naar bed gegaan??? schrijft Roland Barthes over zijn verlangen een vorm te vinden om het egotisme te overstijgen en, zoals hij het stelt, aan te belanden bij ???een volwaardige maar indirecte representatie van een orde van affecten???, en zo te komen tot een waarheid die voor iedereen kan gelden. Hij noemt deze vorm de Roman: een schriftuur over gevoelens, via tussenpersonen tot de lezer gebracht die er vervolgens in vrijheid over kan beschikken. De Roman is een wensbeeld, en Barthes neemt zich voor in de toekomst zo???n Roman te schrijven, maar is niet zeker of hij ertoe in staat is. Hij besluit zijn essay met:

Misschien ben ik al met al juist in het hart van die subjectiviteit, van die intimiteit waarover ik u onderhouden heb, misschien ben ik op het ???toppunt van mijn eigenheid??? wel wetenschappelijk zonder het zelf te beseffen, onduidelijk gericht op die Scienza Nuova waarvan Vico sprak: zou die niet tegelijk de luister en het lijden van de wereld moeten uitdrukken, wat mij, in de wereld, verleidt en verontwaardigt?

De teksten die we hebben verzameld zijn geen voorbeelden van een theorie. Aangezien ze geschreven zijn in drie verschillende eeuwen, zijn ze evenmin een exponent van een afgelijnd historisch tijdvak. Wat ze gemeen hebben, is dat ze zich tot een verlangen verhouden: het verlangen van een schrijver om alles wat werkelijk belangrijk en begerenswaardig en intens is te verwoorden ??n het verlangen van een lezer om precies daarover te kunnen lezen.

Een auteur wiens werk op een onge??venaarde manier een rationele, emotionele en existenti??le intensiteit bezit voor de auteur maar vooral voor de lezer, is Patricia de Martelaere. Vangnet begint met een (ongezien) lange boekbespreking van haar hand die midden jaren 1990 in de Standaard der Letteren verscheen. De Martelaere beschrijft hoe de uitvoerige ontboezemingen van Jean-Jacques Rousseau soms vermakelijk en soms vervelend zijn en hoe ze de historische basis vormen van ontelbaar veel moderne teksten. Een van die teksten is het essay van Christophe van Gerrewey, waarin hij met behulp van gedachten, mogelijkheden, herinneringen en andere teksten nagaat of het klopt dat je vanaf een bepaalde leeftijd alle medemensen deerniswekkend vindt. Vervolgens sluit de tekst ???Vreugde??? van Zadie Smith aan bij een meer minzame en Angelsaksische traditie waarin de auteur op persoonlijke wijze een menselijk fenomeen belicht, openlijk gebruikmakend van de eigen biografie en gevoelswereld.
        In vergelijking daarmee zijn de dagboeknotities van Charles Baudelaire flitsend, bijtend en allesbehalve uit op concordantie. Hij komt dan ook, om het zacht te zeggen, uit op andere conclusies. ???Mijn hart blootgelegd??? verzamelt fragmenten uit het dit jaar bij Voetnoot te verschijnen, door Rokus Hofstede vertaalde Aantekeningen van een misantroop. ???Beter dan afwezig te blijven, was het te verschijnen als een medemens???, een gedachte van Dani??l Robberechts uit zijn Dagboek ???68 -???69 en een van de vele momenten in zijn werk waarop het verlangen doorbreekt om zonder vangnet te schrijven en als schrijver te bestaan. Robberechts heeft het vangnet niet zozeer bestreden, hij heeft het overbodig willen maken. Daarom wordt hier een vroege, onbekende en nooit in boekvorm verzamelde tekst uit 1965 over stoppen met roken opnieuw gepubliceerd. ???Alles wat een schrijver te zeggen heeft??? is een verzameling aantekeningen, citaten en observaties van Dani??l Rovers, notities die vertrekken vanuit een gelijkaardig verlangen en die zich in en door de taal van het louter persoonlijke trachten te bevrijden.
        Vangnet wordt besloten met een kortverhaal van David Foster Wallace, die als geen ander geworsteld heeft met het probleem van de ironische distantie: het meest onmiddellijk beschikbare vangnet, dat het gevaar van een larmoyante en kwetsbare houding vermijdt, maar ook de angel van culturele pregnantie en existenti??le noodzaak uit een tekst verwijdert. ???Van die dingen??? gaat over magie en over de kindertijd, en wat in zekere zin voor alle andere teksten in dit nummer geldt, is bovenal op dit verhaal van toepassing: het is fictie en toch is het waar.