Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Projecties

Verschenen in: DWB 161 / 5 / 8XF.B.-D.B.
Auteur: David Nolens

 

 

In de zomer van 2022 woonde ik samen met enkele mensen in een huis aan de zuidrand van de stad. We behandelden elkaar als voorwerpen. Soms zag ik een lichaam een maaltijd bereiden. Soms knoopte het mijn gulp open of zat het wezenloos naar iets op de muur te staren. Ik herinner me vooral de overdaad aan felle kleuren in het huis: geel, rood, oranje, immense vlakken waar ik tegenaan liep of waaraan ik me leek te snijden. Het was die inmiddels legendarische zomer van droogte en hittegolven, zodat alle kleuren ook nog eens overbelicht werden. De grote kamers van ons huis, een voormalig en enigszins vervallen bankgebouw uit 1924, werden niet zozeer versluierd maar opgetild en misvormd door enorme lichtwolken waarin ontelbare stofdeeltjes dansten en tolden. 

Ik had altijd al een hekel gehad aan de zomer, die me deprimeerde omdat ik niet verdroeg hoe mensen, dingen en de ruimtes waarin ze zich bevonden door het felle zonlicht zo scherp werden gesteld dat hun banaliteit pijnlijk in het oog sprong. Wat me confronteerde met mijn eigen alledaagsheid, die ik trachtte te dempen met alcohol, die me na verloop van tijd labiel maakte en me veroordeelde tot allerlei uitspattingen met de andere voorwerpen in het huis. Ik begon mezelf en de anderen te haten.

Ook klonk er dikwijls muziek en gleden teksten, beelden, filmpjes traag of net heel snel over de enkele witte muren die dienstdeden als scherm. Die eindeloze projectie hielp de verveling te verdrijven, maar maakte me ook opstandig, alsof de wereld of alles waarvan ik een gezonde afstand wenste te bewaren, op me inbeukte. Ik was bijna dertig jaar oud en vadsig, niet zozeer van lijf en leden, maar in het hoofd. Futiele gedachten zwollen op, hinkelden, buitelden over elkaar heen als in een koortsaanval. Gaf ik het commando om mijn hoofd op de muur te projecteren, zodat ik het kon onderzoeken op mogelijke veranderingen, dan kreeg ik ongevraagd een mooiere versie van mezelf te zien. Dat was de tijd waarin iemand die een zelfportret maakte op hoongelach werd onthaald. 

Het vervolg van deze tekst lees je in de papieren versie van dit nummer.