Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Utopieën in de eenentwintigste eeuw

Verschenen in: Utopia
Auteur: Bas Groes

 

  ‘Why is utopianism so uncool with so many people I know?’ –

Matias Viegener, 2500 Random Things About Me, 2009

 

De utopie is wiet, de wereld is crack cocaine 

In het eerste boek dat op Facebook werd geschreven, 2500 Random Things About Me, vraagt kunstenaar Matias Viegener zich af waarom utopisch denken zo’n slechte naam heeft. Het is niet moeilijk om hem een antwoord te geven. In de twintigste eeuw heeft utopisch denken aan zowel de linker- als de rechterzijde van het politieke spectrum geleid tot fascisme en genocide. De nieuwe utopie van de Islamitische Staat is gestoeld op de vernietiging van cultureel erfgoed, de onderdrukking van vrouwen en professioneel opgenomen onthoofdingen. Extreem denken, gedreven door spectaculaire fantasieën over revolutie, pakt in de werkelijkheid altijd anders uit. Stapsgewijze en partiële veranderingen zijn beter, zo leert de ervaring. Utopisch denken heeft geen plek meer omdat de wereld volledig neoliberaal is geworden. Utopia, dat is tegenwoordig reality tv van bijvoorbeeld SBS geworden, mede mogelijk gemaakt door Vodafone. Waar voorheen de universiteit de u van utopie deelde, is ook deze veilige haven sterk veranderd: studenten zijn klanten en denkers hun dienaren.

In deze context is de utopie, of het utopische denken an sich, achterhaald: plaatsen zoals Ruigoord in Nederland zijn een beetje sullig, een beetje Simon Vinkenoog-achtig, met Afrikaanse drumworkshops en odes aan Armand (R.I.P). Vrijstad Christiania in Denemarken is eigenlijk alleen een plek waar het rebelse bestaat uit cannabisverkoop, maar wiet kun je tegenwoordig ook kopen in verschillende Amerikaanse staten. Het is bovendien niet ondenkbeeldig dat de mensheid zich binnen niet al te lange tijd heeft doen uitsterven: utopisch denken heeft sowieso geen nut meer, daar is letterlijk geen tijd meer voor. De utopie is wiet, de wereld is crack cocaine.

Het literaire jaar 2016 zal worden gedomineerd door de viering van de vierhonderdste sterfdag van Shakespeare. Een eeuw eerder werd Thomas Mores Utopia gepubliceerd, dat daarmee vijfhonderd jaar oud is. Hilary Mantel maakte More onlangs hot door hem in Wolf Hall (2009) centraal te stellen als belangrijke spin doctor aan het hof van Richard de Achtste, voor hij uiteindelijk onthoofd werd voor landsverraad in 1535. More stelde de utopie voor als model van perfectie en daagde de christenen uit zich beter te gedragen. Mores fantastische traktaat is een onderhoudend en een didactisch meesterwerk dat nadenkt over hoe we de maatschappij en de mens kunnen verbeteren. Het denkt na over ontwikkelingen waar ook wij recent nog mee bezig zijn, zoals euthanasie, scheiding en het huwelijk van priesters. Hoewel More in zijn Utopia (letterlijk ‘Geen-plaats’) voor het gebruik van gouden pispotten ageerde, is zijn idee dat aanstaande huwelijkspartners elkaar eerst naakt inspecteren voor ze het jawoord geven – waar ook het televisieprogramma ‘Adam Zkt. Eva’ (2015) mee experimenteert – best zinnig. Mores Utopia is een soort communistische welvaartsstaat waar alle inwonenden worden voorzien van voedsel, kleding, onderdak, scholing en medische verzorging. De werkdagen zijn met zes uur redelijk kort, maar dit wordt bewerkstelligd door materiële luxegoederen te beperken tot de meest essentiële dingen: er zijn de mensen maar weinig pleziertjes gegund in Utopia. Ook persoonlijke vrijheden worden beperkt: je mag niet eens door je eigen land reizen zonder vergunning. De huisslaaf, dat wil zeggen de vrouw, moet een keer per maand haar zonden en verwaarlozing van het huishouden opbiechten en lust wordt niet getolereerd: seks voor het huwelijk staat op straffe van levenslange verplichte beoefening van het celibaat, overspel betekent levenslang, en bij veelplegers de doodstraf.

Wat is de nalatenschap van zo’n idealistische filosofie vandaag, in een jonge, maar benarde eenentwintigste eeuw? Wat, waar, hoe is de utopie in de eenentwintigste eeuw? Is ze een plaats, of is ze juist een geestesgesteldheid? Is utopisch denken nog wel mogelijk, en wenselijk, na een twintigste eeuw van fascisme en genocide? Kan de utopie bestaan zonder ironische grijns? Deze focus in DW B nodigde een groep schrijvers uit om die vragen vanuit verschillende standpunten te onderzoeken.  

Het vervolg van deze tekst lees je in de papieren versie van DW B 2016 1.