Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

‘Dat is geen vrijheid. Dat is armoede.’ Tijd en historiciteit in hedendaags Nederlands proza

Verschenen in: Het immateriële
Auteur: Sven Vitse

 

Met het begrip time-space compression duidt de Britse sociaalgeograaf David Harvey in The Condition of Postmodernity (1989) een van de meest fundamentele principes van het kapitalisme aan: om de kapitaalgroei op peil te houden, moet het de grenzen van tijd en ruimte onophoudelijk verleggen. Technologische innovaties en verschuivingen in het arbeidsregime verhogen de productiesnelheid van goederen en maken een snellere verspreiding ervan mogelijk, over steeds grotere afstanden. De kapitalistische accumulatie heeft de wereld op ongeziene schaal versneld en verkleind. De impact van deze economische ontwikkeling op de modernistische cultuur en de historische avant-garde is uitvoerig gedocumenteerd, bijvoorbeeld door Stephen Kern in zijn cultuurhistorische studie The Culture of Time and Space (1983). 

De crisis van het naoorlogse fordistische (of keynesiaanse) model heeft volgens Harvey een nieuwe fase van deze time-space compression ingeluid. Na een periode van stabiele groei zorgt de postfordistische productiewijze, vanaf het begin van de jaren 1970, andermaal voor een diepgaande ontregeling van de organisatie en de beleving van tijd en ruimte. Het sleutelbegrip is versnelling: ‘the need to accelerate turnover time’. De productiecyclus van goederen versnelt, hun omloopsnelheid verhoogt en investeringen moeten op steeds kortere termijn renderen. De stabiele en beschermde arbeidsvoorwaarden van de naoorlogse welvaartsstaat vormen in toenemende mate een obstakel voor deze productiewijze, die haar kapitaal snel en flexibel wil inzetten waar en wanneer dit het meest winstgevend is.

Dit economische model, aldus Harvey, gedijt het best in een cultuur die snelheid en vluchtigheid verwelkomt: ‘volatility and ephemerality of fashions, products, production techniques, labour processes, ideas and ideologies, values and established practices’. Het onderliggende probleem is volgens de auteur dat het postfordistische model er niet in slaagt zich op duurzame wijze te ontwikkelen en haar streven naar kapitaalgroei te verenigen met investeringen in sociaaleconomische vooruitgang – zoals in de naoorlogse jaren nog wel het geval was. Symptomatisch is de spectaculaire groei van financieel en speculatief kapitaal, die leidt tot een toenemende virtualisering van de economie en het risico vergroot op ‘the formation of independent and autonomous monetary and financial crises’. Sinds de wereldwijde instorting van het bankensysteem weten we precies wat Harvey hiermee bedoelde. 

 

 

 

Het vervolg van deze tekst lees je in de papieren versie van DW B 2015 3.