Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De stoplapmoraal van Ahmed. Of: Badiou als gemankeerd schrijver

Verschenen in: Het immateriële

Over een ding zijn literatuurcritici en cultuurpausen het al geruime tijd eens: de literatuur heeft in onze huidige samenleving aan maatschappelijk belang ingeboet. Literaire thrillers en fantasy vinden nog gretig aftrek, maar wie, behalve gepensioneerde leraren, leest nog Ulysses, À la recherche du temps perdu, Der Zauberberg of De gebroeders Karamazov? Voor deze ‘ontwaarding van de literatuur’ wordt met een beschuldigende vinger gewezen naar de beeldcultuur en de sociale media, het schrale aanbod in boekhandels en de bezuinigingen op kunst en cultuur, maar evengoed naar de cultural studies, het summiere literatuuronderwijs en de literatuurwetenschappers, die met hun interpretaties onbedoeld een cordon littéraire optrekken. William Marx en Thomas Vaessens1 wijzen dan weer de literatuur zelf als schuldige aan. In haar streven naar autonomie heeft ze zich volgens hen boven de alledaagse werkelijkheid verheven en daardoor de gewone man en vrouw niets te zeggen. 

        In Echt zien. Literatuur in het mediatijdperk gooit Bas Heijne een nieuwe steen in de vijver door op te merken dat de roman zich makkelijk kan bewijzen in een tijd waarin bepaalde ideologieën, dat wil zeggen ‘totalitaire generalisaties’, dominant zijn, maar machteloos lijken in onze huidige cultuur, waarin steeds minder gemeenschappelijke referentiepunten zijn en de ideologie heeft plaatsgemaakt voor beeldvorming en opinie.2 En hier stuiten wij op een interessante en ingewikkelde kwestie. Want voor zover literatuur nog een maatschappelijke functie wordt toegedicht, dan ligt deze, zo blijkt althans uit de storm van kritiek die Vaessens met zijn pleidooi voor een laatpostmodern engagement over zich kreeg, niet in de verbeelding van collectieve waarden en identiteitsvorming, maar juist in het doorbreken van als normatief ervaren vanzelfsprekendheden, de heersende consensus en gevestigde maatschappelijke verhoudingen. Literatuur zou een tegenwicht moeten bieden aan de grote verhalen en hun generaliserende en ideologische reductie van de werkelijkheid. Maar hangt dit contragewicht in ons postideologische tijdperk niet in het luchtledige wanneer die grote verhalen failliet blijken, wanneer we voortdurend uitgedaagd worden buiten onze comfortzone te treden, het onzekere voor het zekere te nemen – onzekerheidstolerantie is het nieuwe buzzword onder managers –, out-of-the-box te denken en steeds weer nieuwe levensmogelijkheden uit te vinden? Hoe kan literatuur zich kritisch-creatief verhouden tot het grote verhaal dat zegt dat niets meer vaststaat? 




Het vervolg van deze tekst lees je in de papieren versie van DW B 2015 3.