Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Rue Thérésienne

Verschenen in: Rijndorst
Auteur: Bart Meuleman



De gang is al jaren niet meer geschilderd. De verf probeert zich van het plafond los te trekken en neigt in dramatische krullen naar de diepte. In de kalk van de muren zitten kerven en putten.
       
Hoewel we hier toch met enkele tientallen personen dicht op elkaar staan, klinkt ons rumoer veeleer gedempt. Onze gezamenlijke toon is er een van aarzeling en gelatenheid. Het zijn vooral jongens en meisjes uit gemeenten zoals de mijne die hier verzameld zijn, uit alle uithoeken van het land. Veel vettig piekhaar bevolkt deze gang, veel tweedehandse grijze en zwarte jassen leunen tegen de muren. Het is de tijd. Het zijn de jaren 1980. De meesten roken, opvallend vaak zelf gerolde sigaretten. Ze tikken hun as af in lege filmblikken.

       Ik vraag me af waarom iedereen hier is. Omdat de lessen hier plaatsvinden natuurlijk, dat weet ik, de roosters hangen aan de valven. Maar als ik mijn ogen uitwrijf, geloof ik het dan ook? Hier aanwezig zijn lijkt op het eindeloze wachten voor een administratieve formaliteit in een duistere roman. Wat voltrekt er zich eigenlijk, telkens er een docent binnenstuift, zijn cursus afratelt en weer wegschiet? Het verslapt onze zintuigen. We staren alleen maar uit gewoonte in zijn richting, niet omdat het ons wijzer zou maken. Deze school lijkt in niets op wat ik dacht dat een school hoort te zijn. Ze heeft geen echte klaslokalen en ze heeft geen koer. Ze heeft geen centrum, of het moet de refter op de vierde verdieping zijn. In die kale ruimte met tafels en stoelen kun je in ruil voor een bonnetje een middagmaal krijgen. Het keukenpersoneel staat er vaak te roken terwijl het roert in een grote ketel soep of tomatensaus. Ze is een slordige opeenstapeling van etages, deze school, met hoge, smalle lokalen en nauwe gangen. Licht en lucht zijn hier van mindere kwaliteit. Alleen het koper van sommige deurklinken en bolvormige knoppen aan de trapleuningen – Jean D. zegt dat het uit Congo komt –, verraadt dat dit gebouw ooit een grootsere bestemming had. Het is in dit weggemoffelde bouwwerk dat we onze dromen levend moeten houden.
       
Tijdens mijn eerste dag op de school sloeg de mikmak van streektalen me zo hard in het gezicht dat ik me snel achter een keurig accent verborg. Het is me redelijk gelukt. Ze horen niet meteen waar ik vandaan kom. Ik begin ook pakken te dragen die ik in modieuze winkels koop, en niet uit een of andere versleten garderobe heb getrokken. Met mijn liefde voor muziek heb ik komaf gemaakt. Iedereen luistert hier naar de platen waar ik naar luister. We dwepen allemaal met dezelfde obscure groepen. Gedaan ermee. Hoe stil ik me hier ook ophoud, me in deze gangen te zien ronddwalen, in twintig-, dertig-, veertigvoud, het heeft me met veel kabaal uit mijn zelfbeeld doen vallen. We lijken allemaal op elkaar, we hebben onszelf hier blind naartoe gevoerd. Dus dit is onze voorlopige bestemming. Hier werden we opgeslagen, in de hoop dat de tijd ons ooit komt verlossen.
       
Soms leiden voorzichtige contacten tussen de studenten tot kleine kampementen van gezelligheid. Het begin van een nieuwe vriendschap misschien. Er kringelt dan dikke blauwe rook in de gang, er klinkt gelach om flauwe grappen over de docenten. Iedereen lijkt net wat te jong en te onhandig om de ernstige rol van student in de kunsten te kunnen vervullen. Is dit wel een oord voor artiesten? Een lelijke affiche van een festival du cinéma aan de muur bewijst nauwelijks van wel. Maar onlangs nog konden we, als we wilden, met de bus mee naar Parijs voor de begrafenis van François Truffaut. Uit onverwachte details blijkt dat dit toch een filmschool is.

 

Het vervolg van deze tekst lees je in de papieren versie van DW B 2013 4.