Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Op zoek naar het ongemak

Auteur: Ay Mey Lie

Middenin Shinjuku, een van de uitgaanswijken van Tokio, vouwt mijn vriend een verregend papiertje open. Ik schurk dichter tegen hem aan onder onze paraplu. Achter etalages hangen grote foto???s van onschuldig kijkende meisjes in verpleegsters-, serveersters- of schooluniform. Verderop proberen jongens op puntschoenen en met een intimiderend hip kapsel jonge vrouwen hun verwenbar in te lokken. Het is vijfendertig graden, het miezert. Tokio is een klam laken.
        ???Loop langs de pornozaken en sla rechtsaf bij het Koma Theater???, leest mijn vriend voor. ???Ter hoogte van de tweede etage hangt aan een van de gebouwen een onverlicht bordje met ???jazz??? erop.???
        Aan de gevels een jungle van kleurige lichtbakken vol Japanse karakters, rij na rij, zeker tien boven elkaar. Uit luidsprekers schallen blikkerige deuntjes, een opgewekte stem ratelt erdoorheen. Mijn vriend slaakt een kreet. Haastig trekt hij me mee de straat over, langs een lawaaierige gokhal en een striptent, een trap op. Binnen ruikt het naar vervlogen drank en oude sigarettenrook. Een tengere vrouw spreekt me aan in het Japans terwijl ze met een handdoek over haar haren wrijft. Achter haar is een kast volgestouwd met platen, een cassettedeck, een versterker, een pick-up met beschermingskap. Naast de deur staat een enorme roze plastic munttelefoon met draaischijf.
       ???Dit is een jazzcaf?????, zegt de vrouw verontschuldigend.
        Mijn vriend stoot me aan. In de kast prijkt een platenhoes.
My Name is Albert Ayler.
De eerste plaat van deze freejazzsaxofonist. 1963, Japanse persing.
        We zitten goed.

Mijn gefaseerde afscheid van de popmuziek begon jaren geleden toen ik in het zaaltje De Melkweg met groeiende irritatie naar een bandje luisterde. Om me heen sprongen mijn vrienden als woeste honden op en neer. Armen in de lucht, haren los. Ik verveelde me. Alles ??? intro???s, outro???s, solo???s ??? klonk exact als op de plaat. Zonder de anderen gedag te zeggen ben ik de zaal uit gevlucht, naar huis.
        In dezelfde tijd gaf een eigenzinnige drummer uit Parijs met een zachte stem en een fluwelen huid me een stapel demo???s van zijn net opgerichte label. ???File under: Improvisation / Plunder??? stond er in kleine letters op het hoesje. Koortsachtig, want hoe kon ik ervoor zorgen dat ik deze man weer zou zien, legde ik een plaatje in de cd-lade. Terwijl hij hoog boven mij naar Bangkok vloog voor een tournee, druppelden uit mijn luidsprekers droge tonen door plastic gangen, oplossend in geknetter. Ik controleerde of de kabels goed aangesloten waren. Op een ander plaatje ging de drummer in kwestie als een op hol geslagen specht op bekkens, toms en snare het gevecht aan met een contrabassist die geduldig wollige draden spon. Ik draaide het hoesje om. ???And reason corrects the feverish beat??? luidde het nummer.
        Het was niet zo dat ik na de eerste kennismaking mijn verzameling popmuziek naar de platenboer bracht in ruil voor alles uit de bak ???experimenteel / rariteiten???. In eerste instantie overheersten ongemak, ongeloof, de argwaan bedonderd te worden. Maar wat me steeds dieper de ge??mproviseerde muziek in trok, was de frisheid. Het lef om structuren los te laten, het aan de laars lappen van idiomen, het schaamteloos omverblazen van grenzen. De ruimte voor suggestie in leegte of gonzende herrie, in het fluisteren van een klarinet, een jachtige toeter die noten verbrijzelt. Improvisatie wees me op mogelijkheden en de lol van het toeval. Controle overboord. Ontregelen en ontregeld worden.
        De liefde voor deze man bekoelde, maar niet voor de muziek die hij had meegebracht. Hormonen hadden mijn oren ontwaakt, hongerig naar meer.

Het vervolg lees je in de papieren versie van DWB 2013 2.