Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Sleutels VII. 'Tristitia Ante' van Maurice Gilliams

Verschenen in: Op leven en dood
Auteur: Paul Claes

Tristitia Ante

Op de besneeuwde hei:
de hoeve en de houtmijt zwart
en de donkre spar, sterk en ge??tst
onder een ster, bewaaid en strak.

In het stalen maangeplas
ken ik de planten zonderling,
de stompe bijl en de gebroken pot
door het doorzichtig-helle ijs.

E??ns knaagt de kou tot op het been
en mijn eenzaamheid zoekt het schot
dat plots de horizon tot eeuwigheid rekt
op mijn rampzalige zwerftocht.

Tot wanneer ik het bos intreed
en de haas gemarteld vind,
onbewust en stijf
in zijn bloed op de sneeuw.

Er is niets dan hevig wit
in mij, en ik raak dat licht niet kwijt;
en er is niets zo smal en nauw
als het eigen lijf.


Maurice Gilliams, De fles in zee (1927)



???Ik houd van po??zie waar de dichter de sleutel van meedraagt in het graf???, zo schreef Maurice Gilliams in Een bezoek aan het Prinsengraf (1952). Toch deed Gerrit Komrij in Trou Moet Blycken (2001) een poging om dit cryptische gedicht te ontcijferen. Hij kwam tot de conclusie: ???Tristitia Ante beschrijft de sensatie van de doodsnadering.???
       Zo???n verklaring hoeft niet te verbazen bij een dichter die zelf bezeten was door de doodsgedachte. Ze vindt steun in de derde strofe, waar ???E??ns knaagt de kou tot op het been??? een po??tische omschrijving is van de dood (als eens de levenswarmte wijkt, dringt de kou door merg en been). De ???rampzalige zwerftocht??? in dezelfde strofe is de trieste levensreis. In de centrale zin ???mijn eenzaamheid zoekt het schot dat plots de horizon tot eeuwigheid rekt??? verlangt de eenzame dichter naar een schielijke dood, die hem uit de eindige tijd en ruimte kan bevrijden.
       Komrij vond zijn hypothese bevestigd in de volgende strofe: ???En pas dan, in een bos verzeild geraakt, staat de dichter oog in oog met de marteling, het verstarren van het bewustzijn en het bloed op de sneeuw. De dood.??? De confrontatie met het dode dier wordt een visionaire vooruitwijzing naar de eigen dood.
       Is dat de hele boodschap?

Lees verder in DW B 2012 4.