Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Mooie doden. Met tekeningen van Rachel Wu

Verschenen in: De verwondering

Het verwonderd zijn, de verwondering, zet ons vast: stil, verbijsterd, verbaasd, amazed, in het labyrint, in een staat van niet-begrijpen die niet pijnlijk of aversief is, niet agressief of vijandig. Het zet ons aan het denken. We bedienen ons van het denkvermogen ??? de waarneming, het licht, gelijk welk licht we ter beschikking hebben, en kijken ermee in het donker. De verwondering impliceert hoop, verlangen, vertrouwen: dat kennis wenselijk is, dat wijsheid iets is om te begeren. Dat we licht kunnen werpen op het donker, en dat dat beter is, ons liever is, dan de leegte, dan de afwezigheid van kleuren, ervaring, gevoelens. 
       De verwondering is sinds de oudheid een centraal concept in de filosofie. Het is ook de voedingsbodem voor wetenschap en de muze van de po??zie. Wie ???de twee culturen??? wil integreren, doet er goed aan te vertrekken bij de dynamiek van verwondering. Waar richten we onze aandacht op? Welke vragen laten zich stellen? De blik in het donker is een blik die het donker wil transformeren. De blikrichting stelt de vraag. Met onze blik, met onze aandacht, richten we ons op wat we willen weten, wat we willen zien, herkennen of leren kennen. De richting van onze blik stelt de vraag en heeft ook de intu??tie van een antwoord. Een antwoord is beter niet helemaal geruststellend; geruststellende antwoorden zijn gevaarlijker dan verontrustende antwoorden. Bevrediging van verwondering is immers niet geruststelling, dat leidt naar stasis, maar de drang en motivatie om verder te zoeken en te vragen. Sommige dingen weten we liever niet. Dan kijken we weg. In de meeste gevallen kijken we uit gewoonte, functioneel, utilitaristisch, ten behoeve van onze dagelijkse taken. Maar af en toe gaan we verder, stelt de blikrichting een vraag die in de diepte gaat, of in de hoogte. Soms gaat het erom het donker te ontdekken in het midden van het licht, de schaduwen te zien die we gewoonlijk negeren. Soms is de blik in het donker een blik die weigert zich neer te leggen bij het bekende of het vertrouwde. De verwondering zet zich in waar anderen achteloos voorbijgaan. De geniale zet, zowel in de dichtkunst als in de wetenschap, is het activeren van de verwondering: moedwillig een (???domme???) vraag stellen over het vanzelfsprekende, alsof het gewone iets vreemds is, een absurditeit. Waarom is de hemel blauw? Waarom zijn bananen krom? De vragen worden weggelachen, heten kinderlijk, na??ef, totdat een dichter of een wetenschapper ermee aan de haal gaat, er een opening in ziet, voor een nieuwe kijkbeurt, een andere blikrichting, een bijzondere wijze van zien. Welke vragen zijn de moeilijkste? Waar is de verwondering het grootst? Daar vind je de radicale dichters, de roekeloze wetenschappers, die de grenzen van het kenbare, van het verwoordbare opzoeken.
       Maar de verwondering behoort niet alleen de avant-garde toe. Ook de kleine, banale verwondering, die geen nieuwe paradigma???s uitvindt, laat zich bezingen, levert bruikbare gegevens op. De verwondering laat zich telkens vernieuwen. Ook als we de wetenschappelijke verklaring kennen, blijft het blauw van de hemel wonderlijk. Het mysterie van de regenboog groeit met kennis. Ook als we de technische formules kunnen opzeggen, staan we verbluft van de transformatie: hoe kan deze formule die prachtige regenboog zijn? Deze ultieme verbluffing is die van de complete mens, naar het model van Dante, Dickinson, Leonardo, Goethe, Coleridge, Stein, Wittgenstein, Deleuze, Holub, Vroman ??? de herborene, die van de ene cultuur in de andere duikt, de mens die van alfa ??n b??ta houdt, die denkend dicht en dichtend denkt om zo intensief mogelijk kennis te maken met het ding, het fenomeen, de gebeurtenis, de ander. Hoe zet die verwondering ons aan het dichtend denken of het denkend dichten? Hier volgt een kleine verkenning, in het domein van misschien wel de archetypische bron van verwondering: de dood ??? voorbeeld bij uitstek van wat we niet kunnen weten, wat we vaak niet willen weten. We richten onze blik op enkele doden, en denken maar wat. Elke minuut brengt ons dichter bij het verdwijnen van alle tijd, de volledige afwezigheid van tijd. We hebben haast, maar niet zoveel haast. Wij denken dus inderdaad, in onze levens, dichtend, in een oefening van blijven kijken, tot we ervan beginnen te houden, totdat de doden mooi worden. We worden op weg gezet door de fragiele tekeningen van Rachel Wu, cognitieve neurowetenschapper, onderzoeker van visuele aandacht (met name hoe kinderen leren kijken), nog iemand die van alfa ??n b??ta houdt.


Lees verder in DW B 2012 3 De verwondering.