Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Alleen maar radiostilte

Verschenen in: Groter en wreder dan ik

1

Een slotakkoord: de eenarmige generaal die achter het beschilderde gaasdoek neerhurkt en zich in de sneeuwkristallen wereld een kogel door het hoofd schiet. De sc??ne oefende een bevreemdende aantrekkingskracht op hem uit. Dagenlang had hij ze gerepeteerd tot hij wist: z?? voelt het.
      
In het wegstervende applaus na de premi??re was Dorothee bij hem weggegaan. Wekenlang nog schreef ze vertwijfelde brieven waarin ze hem voorhield dat ze niets had beslist, maar hij wist wel beter.
      
Het was geen goed idee om te blijven wonen in het appartement in de binnenstad, omringd door de beelden van de voorbije tien jaar, maar hij vond de kracht niet om de deur achter zich dicht te trekken. Hun liefde hield er zich schuil, ergens, verborgen en verminkt tot iets onherkenbaars.
      
Negen maanden zijn verstreken inmiddels zonder een spoor van wedergeboorte. Hij heeft alleen zichzelf om voor te zorgen en dat is niet genoeg. Hij eet slecht, slaapt te weinig en verzint sc??nes uit B-films die hij vervolgens op hun haalbaarheid test. Hij slentert naar het Noordkwartier en beeldt zich in dat hij iets unieks beleeft met een zwart meisje in een winkelpui. Hij loopt onder de naar urine stinkende spoorbrug en zet zich op een weegschaaltje van een Albanese vluchteling om te achterhalen of zijn ziel aan gewicht verliest.
      
De weken volgen elkaar op, de seizoenen, elke dag eender. Telkens weer spoelt hij de film van hun laatste maanden samen terug om te achterhalen of hij een tweesprong heeft gemist, maar hij vindt niets. Hij zoekt een psychiater op die past in de reeks van vreemden met wie hij makkelijker zijn wanhoop kan delen dan met ouders of vrienden. Het heeft met schaamte te maken, weet hij. Als hij in de spiegel kijkt, ziet hij het beeld dat zij van hem heeft gemaakt en nu zij er niet meer is om hem te helen, vliegt hij in scherven uiteen. Brussel voelt onwerkelijk. De stad dringt door zijn huid, onontkoombaar en obsceen. Urenlang ligt hij op bed in het gele schijnsel van de straatlamp te wachten op een teken.
      
Elke dag zoekt hij een uurtje vergetelheid in de fitnessclub. Hij traint gedachteloos, zijn lijf een vijand die hij tot overgave dwingt. Hij voert uit wat hij zichzelf heeft opgelegd in kilo???s, kilometers en minuten.
      
En dan op een ochtend verandert alles. Een van de coaches komt de zaal binnen met in zijn zog een zwart meisje, heel licht, bleek bijna met geverfde roodoranje krullen. Ze is in opleiding. Ze loopt nukkig achter de jongen aan en kijkt met peilloze minachting toe hoe hij zich voor haar uitslooft. Hij doet de oefeningen voor en zij herhaalt. Imiteren, en de afkeer die dat bij haar wekt. ???Dit loopt fout???, denkt hij. Haar opzichtige krullen zijn als een zelfgemaakte kras in het marmer van haar gezicht, haar wijde trainingspak een glimmende cocon waarin zich iets onkenbaars schuilhoudt. En uit alles die eerste minuten: haar zwartglanzende ogen, haar zwijgen, het masker van haar onbewogen gelaat, uit alles spreekt een woede die de zaal vult en van de spiegels kaatst. Er is iets in haar dat hem dwingt te kijken. Zijn eigen leegte sluit naadloos aan op haar razernij. Hier staat een meisje dat alles kan vernietigen, zichzelf in de eerste plaats. Hij houdt het voor bekeken en verlaat de zaal. Hij heeft met haar te doen. En met de jongen die zo zijn best heeft gedaan.

Af en toe ziet hij haar weer. Haar naam heeft hij op het prikbord gelezen: Lin Ruzamba, personal trainer. De aanblik van haar spullen, neergegooid op een stoeltje in de gymzaal, doet hem uitkijken naar het moment waarop ze na een sigaret de trap weer afloopt en haar training hervat. Kilometers op de loopband, de blik op oneindig. Hij roeit naast haar en verzint er het meer en de oevers bij, een tafereel ergens in het hart van Afrika tot een van haar klanten haar kust en hij botweg strandt op het vaalblauwe vasttapijt onder de monitors. Zijn leven vindt nergens meer plaats.

 

Lees meer in DW B 2012 1