Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Wat weet fictie?

Auteur: Richard Powers

[...]
Ik woon intussen drie maanden in deze stad, en zoals ieder die Berlijn al enige tijd zijn thuis mag noemen verslagen is door de vraag Waarom?, heb ik allang genoegen genomen met de veel bescheidener en dringender vraag En toen? Er gaat hier geen dag voorbij dat het onzegbare zichzelf niet tersluiks opwerpt in de meest terloopse handelingen, op restaurant, in de bakkerij of de buurtwinkel. Europa is dood; het verdriet heeft elke mogelijke verklaring vermorzeld. Een armzalige plot, maar een andere is er niet.

       Gedurende drie maanden intussen heb ik niets dan lezingen geschreven. Voor het eerst sinds ik me ruim vijfentwintig jaar geleden op fictie stortte ??? met een fabel over een heel werkelijke Duitse foto genomen aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, die prelude op de hele onkenbare psychose die zou volgen ???, voor het eerst sinds ik mezelf toelegde op de roman, begin ik fictie in het slechtste geval te ervaren als onfatsoenlijk en in het beste geval als eerder irrelevant ??? een weesgegroetje vanuit het dradenkruis van de werkelijkheid. Daar heeft Berlijn schuld aan vermoed ik: niet alleen het onvoorstelbare verleden, maar ook het lachwekkend luchthartige heden. Persoonlijke fictie heeft geen schijn van een kans tegenover publieke feiten van deze proporties. Na dat soort werkelijkheid voelt de gemaaktheid van een verbeeld narratief ??? standaardpersonages, dramatische sc??nes, al de versleten conventies van de directe rede ??? in toenemende mate aan als, om het met Dave Eggers te zeggen, rondrijden in een clownspak. Ik heb mijn studenten de drukproeven van David Shields??? Reality Hunger toegediend: ???Story seems to say everything happens for a reason, and I want to say No, it doesn???t.??? Ze nemen het refrein ter harte, een afwijzing van die vurige mythe en romantiek die de wereld met zich mee de dieperik in sleurden.
       We hebben het nooit over geschiedenis gehad in het seminarie, Duitse geschiedenis. Wat voor zin heeft het? Ik ben een Ausl??nder, ik kan vrij rondwroeten in een verleden dat hen allang heeft kapotgemaakt. Ze zijn die oneindige nalatenschap spuugzat, en kunnen niet ontsnappen aan het verdovende zelfbewustzijn van na de oorlog, na de Muur, na de begeerte. En toch blijven we ons voortdurend afvragen waar het verleden aan is doodgegaan. Er zijn feiten die geen fictie ooit zal kunnen uitwissen.
       Het is nu eind juli, en het semester zit erop. Mijn vrouw Jane en ik hebben de metrolijn U2 genomen vanuit Wilmersdorf om het Deutsches Technikmuseum te gaan bekijken. We hebben ons bezoek aan die plek uitgesteld tot onze laatste dag in de stad; geen van beiden konden we er de moed voor opbrengen. We hebben ons door het Joods Museum van Libeskind geworsteld, met zijn overhellende, gekmakende Garten des Exils en zijn hoog oprijzende Leere die het midden van het gebouw met een verwoestende, negatieve ruimte doorsnijdt. We overleefden het Holocaustmonument, de 2.711 granieten blokken vlak bij de Brandenburger Tor die voor kinderen uit tientallen landen een favoriet decor zijn geworden om verstoppertje te spelen, en waarvan elke steen werd bedekt met een laag Protectosil, een antigraffiticoating vervaardigd door het bedrijf dat ook betrokken was bij de productie van zyklon B voor de gaskamers. Maar we zijn lafaards als het aankomt op het verhaal van de Duitse machinerie.
       En natuurlijk overweldigt dat drukke centrum van spelonkachtige, herbestemde industri??le gebouwen en spoorwegloodsen ons zodra we binnengaan. Zelfs ik, die al levenslang een ingenieurstemperament bezit op het randje van asperger, zij het hoogst sociaalvoelend van aard, word al snel verscheurd door de grootse viering van ambacht, vreugde, meesterschap en verbranding. Vandaag kan iedereen gratis binnen in het museum, en de plek wordt overspoeld door kinderen ??? schoolgroepen en families, kinderen aan het roer van gesimuleerde stoomschepen, aan de slag met dynamo???s en in virtuele pilotenuitrusting zoevend door digitale stadspanorama???s. Berlijn is een geweldige plek om kind te zijn; Duitsland heeft altijd al een ziekelijke verering gekend van de kindertijd.
       De ge??xposeerde stukken brengen je in verrukking. In elk hoekje van deze plek staan gereedschap, werktuigen en motoren verspreid. Het museum is niet per se een monument opgetrokken voor de oorlogsindustrie. Maar een vluchtig ommetje langs de karvelen, zeppelins en Krupp-Radreifen doet ons zien wat zo vermoeid en vanzelfsprekend is dat ik me haast schaam om er de spil van mijn syllogisme-in-opbouw van te maken: Beschaving, zo blijkt, gaat vooral over het gewicht van de springlading. Niets anders in ons is opgewassen tegen de opgewekte, eindeloos ge??nspireerde energie van creatieve vernietiging. Dood zaaien is onze hoogste kunstvorm, het is dat waar we ons in elk tijdperk het meest vindingrijk in tonen. De tentoongestelde papiermachines en vilthoeden zijn achteraan in de verborgen nissen van het museum weggestopt.
       Misschien werd ik wel in de richting van dit antwoord geduwd, toen ik afgelopen nacht laat opbleef en Robert Hass??? fantastische gedicht, ???Bush???s War???, las:

       Someone will always want to mobilize
       Death on a massive scale for economic
       Domination or revenge. And the task, taken
       As a task, appeals to the imagination.

Hass schreef het gedicht in Berlijn, ???pretty Berlin???, een paar jaar eerder, toen hij de gastpositie bekleedde aan de Freie Universit??t, die ik net heb afgerond. Intussen is de oorlog van Bush die van Obama geworden, heeft de actie zich verplaatst naar Afghanistan, is de term ???straaljager van de vijfde generatie??? onze woordenschat binnengedrongen, heeft het Pentagon diep in de augmented cognition en neurotechnologie zitten graven, en blijf ik me voortdurend afvragen hoe het allemaal is kunnen gebeuren.


Vertaald door Kurt Snoekx.
Lees meer in De maker.