Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Een sprookje of de miraculeuze sterrengang van een Wugu-ji*

Verschenen in: En/en

       ???I can only conclude that we have lost ourselves, and that the bomb may finish the job
       permanently, and it just doesn???t matter, we have not loved life.

       I cannot accept my conclusions, and so I must continue this photographic investigation
       further and deeper.???
       (Garry Winogrand)

       *
Zij kon vliegen, zij wel. Zij had dan ook vleugeltjes waar bij een banale sterveling armen zaten. Zij was Viegeltje. Vliegen moest zo nodig niet, maar licht zijn, ja, licht als een vogelveertje ... Misschien wel zoals die Vera die iedereen Veertje noemde. Die ???was zo tenger [...], dat je gemakkelijk langs haar heen keek???. Veertje, Vera. Zou het dan toch zo zijn dat lichtheid, fijnheid en nietigheid een grote affiniteit hebben met waarheid of getrouwheid aan de werkelijkheid, toegewijdheid aan het leven?

(Naast vleugels zaten er verder nog grote voeten aan dat tengere lijfje. Ja, die had zij natuurlijk ook wel. Zou je er iets mee zijn als je eigenlijk wilde vliegen? Al dat gescharrel en gekrab aan de grond?)


       *
???La poule est un animal qui se compose de l???ext??rieur et de l???int??rieur. Si on enl??ve l???ext??rieur il reste l???int??rieur, quand on retire l???int??rieur alors on voit l?????me.???


       *

Ze zouden bestaan, lichte zielen. Susan Sontag vindt er het bewijs voor in de vroege films van de Franse cineast Robert Bresson, zes films over ???the most serious way of being human???. Films als Journal d???un cur?? de campagne (1951), Un condamn?? ?? mort s???est ??chapp?? (1956) of Pickpocket (1959) tonen dat de problematiek van de ziel veel meer tot het domein van de fysica behoort dan wel tot dat van de psychologie. Volgens de Amerikaanse essayiste zou Bresson er dezelfde visie op na houden als Simone Weil in La pesanteur et la gr??ce (1947): ???Some souls are heavy, others light; some are liberated or capable of being liberated, others not.??? Net als een lichaam is de ziel in meer of mindere mate onderworpen aan de zwaartekracht. Bevrijding betekent voor Bressons hoofdpersonages ??? de jonge priester van Ambricourt, de gevangene Fontaine of de zakkenroller Michel ??? niets anders dan het afwerpen van het drukkende gewicht dat hen aan de grond houdt. Wat de ziel zou verzwaren of beperken is ???the consciousness of self???, de preoccupatie met ???what is idiosyncratic in each human being???. Maar eenmaal ze hun last hebben losgelaten, worden zijn personages heerlijk licht, helder, ???transparent???. Hun gezicht, eerst nog gewoontjes, wordt ???strikingly beautiful???. Ze worden hol en doorzichtig als een glanzend glazen kipje. (En die vliegen naar verluidt! Zingt Clement Peerens eXplosition immers niet: ???Ik zag een glaze kieke / langs de staere wieke / en de maan was overdekt meh ne gazon???.) Zij zijn alleen nog ???luminous presence???.

Hoe krijgen zij dit voor elkaar? Ze hebben een ???project???, een ???task???. Geen grootse onderneming met een beperkt aantal hi??rarchisch geordende activiteiten, waarmee de personages een bedoeling hebben, iets willen bereiken dat buiten het project ligt. Hun werk dient geen enkel doel meer. Het staat op zich en kent geen grenzen, een ???infinite taking of pains???. Het vormt geen samenhangend geheel, maar valt uiteen in talloze ???separately engrossing acts of behavior???. De verschillende bezigheden laten zich niet onderwerpen aan het streven van hun uitvoerder. Elk van hen maakt zich daarentegen meester van zijn lichaam: vingers, handen, voeten, benen ... zijn nog slechts ???humble servants of projects???. De uitvoerder bestaat alleen nog voor en in zijn houdingen; zij gaan hem betekenen, zij worden zijn manier van doen. Hij is niet meer dan een lichaam dat zich inspant, dat moeite doet. Al zijn kracht gaat naar zijn arbeid. Van zijn kenmerkende innerlijke hoedanigheden, zijn ondanks alles gekoesterde eigenaardigheden blijft niets meer over, ze trekken weg als vage herinneringen: ???absorbed in his labors??? wordt zijn ???personality effaced???. Zijn werk is ???concrete???, ???incarnate??? ??n ???impersonal???. Terwijl zijn vaardige handen aan uitdrukkingskracht winnen, komt er rust over zijn gezicht; die spreekbuis van zijn karakter heeft niets meer te vertellen. Hij is een toegewijde handwerker, onbekommerd om het zelf en als vanzelf komt met die ???unselfconsciousness??? ??????grace??? or spiritual lightness??? over hem heen.

Bressons films bieden geen analyse van deze ???vision of human action???. Ze zijn er alleen demonstraties van: die kijk op het menselijke handelen is het effect van een reeks formele keuzes, is letterlijk de som van een aantal beelden, een rekenkundige optelling van verschillende plaatjes. Sontag stelt vast dat in de films van Bresson uit de jaren 1950 woord en beeld niet langer onverbrekelijk aan elkaar geketend zijn, ze staan los van elkaar, volgen elkaar op, overlappen elkaar. Het woord ??? vaak een vertelling in de eerste persoon, geen dialoog ??? staat in dienst van het beeld, het beschrijft, licht toe, diept uit wat het beeld te zien gaf, zal geven, de handeling: ???It ???doubles??? the action.??? Het verklapt wat gaat gebeuren; het veracht het verlangen van de kijker naar spanning, zijn honger naar resultaat die hem voortjaagt van gebeurtenis naar gebeurtenis, louter stapstenen op die ene weg die onveranderlijk moet uitmonden in de zo gezochte ontknoping. Een titel als Un condamn?? ?? mort s???est ??chapp?? onthult domweg wat tot in de allerlaatste sc??ne geheim had moeten blijven. Wat is er dan nog te zien in een ontsnappingsfilm waarvan de titel de afloop zomaar prijsgeeft? Het woord haalt de blik van de kijker bij de uitkomst weg en brengt hem terug naar de weg die zich onmiddellijk in alle richtingen openlegt. Dankzij het woord wordt een eenduidige rechte baan een pad dat nergens toe leidt, een brede strook waarop eindeloos durende bezigheden vrij naast elkaar kunnen bestaan, een vlak met vele facetten waarvan de randen almaar terugwijken. Maar Un condamn?? ?? mort s???est ??chapp?? is dan ook niet de volledige titel van de film. Bresson voegt eraan toe, als een synoniem: ou Le vent souffle o?? il veut. De katholieke cineast ontleende dit deel van de titel aan een van Jezus??? replieken in een dialoog met de farizee??r Nicodemus. Het hele vers gaat als volgt: ???Le vent souffle o?? il veut et tu entends sa voix, mais tu ne sais pas d???o?? il vient ni o?? il va. Ainsi en est-il de quiconque est n?? de l'Esprit??? (Joh. 3:8). De herborene zit niet geprangd tussen zijn oorsprong en bestemming; hij hobbelt niet gestaag voort in een karrenspoor. Hij waait onbelemmerd.

De woorden van Fontaine, de ter dood veroordeelde, zouden dienen als ???intervals???. Ze brengen het handelingsverloop telkens weer tot rust. Ze breken het op in een rij van op zichzelf staande, onafhankelijke bezigheden. Woorden als schotten die elke handeling afzonderen, afschermen tegen de aansteking van wat zich ophoudt in naburige sc??nes, tegen de afzwakking in een groter geheel waarin causale verbanden de samenhang garanderen, waarin elke voorgaande activiteit zich als steuntje laat vertrappen door de volgende. De aaneenschakeling ontbindt zich in een opsomming; alle handelingen hebben evenveel gewicht: ???Scenes are cut short, and set end to end without obvious emphasis.??? De kijker moet wel elke bezigheid ernstig nemen. Bovendien is geen enkel ander element in het beeld in staat zijn aandacht van die handelingen weg te trekken: noch het uiterlijk van de acteur (Fran??ois Leterrier is volgens Sontag niet meteen mooi), noch de kleren of de interieurs (ze zijn ???as neutral, inconspicuous, functional as possible???). De camera geeft de blik trouwens weinig kans om te dwalen. Ze zuigt zich vast op het handelende lichaam van Fontaine, en op zijn bezige handen in het bijzonder. Sontag noemt ze ???large??? en ???graceful???. Met die slanke, beweeglijke handen opent de film. Na het beeld van een muur en het erboven oprijzende gevangenisgebouw, een herdenkingsplakkaat voor nazislachtoffers, de begintitels en een bordje met plaats- en tijdsaanduiding, Lyon 1943, volgt een kleine choreografie voor twee handen in een rijdende auto. Op het geronk van de automotor verschijnen de handen van Fontaine, hij draait ze om en om, palmen naar boven, palmen naar beneden, behoedzaam strijken ze neer op zijn knie??n, eventjes maar heeft de linkerhand rust, zij zweeft al in de richting van de klink van het portier. De pink krult op, eventjes maar, de hand drijft verder naar de klink, soepel drukt de pink de klink met het uiterste puntje naar beneden, pink en klink liggen in het verlengde van elkaar, zij zijn ????n. De hand wijkt terug, een zich terugtrekkende open palm op zijn kant. Dan komt het gezicht van Fontaine in beeld, zijn blik glijdt eerst rechts naar beneden, in de richting van de schoot van een medepassagier, vervolgens naar diens gezicht. De man vangt de blik op en kijkt nu zelf naar beneden: zijn eigen hand is geketend aan de hand van een derde passagier. Eerst twee vrije, sierlijk bewegende handen, even later twee met boeien aan elkaar geklonken handen, passief. Twee mogelijkheden, twee aan te nemen houdingen. In de loop van de film keert de camera voortdurend terug naar de fijne handen van Fontaine. Ze zijn altijd secuur in de weer, ze zijn de nauwgezette uitvoerders van de concrete handelingen waarin het ontsnappen, het vluchten is uitgesplitst: het met een lepel weghalen van het hout tussen de planken waaruit de celdeur is opgebouwd, het bijeenborstelen van de losgekomen houtsplinters met ????n enkel strootje of het scheuren van een pyjama in repen, het vouwen en vlechten van de stroken stof. En net zoals in die eerste sc??ne gaat de camera telkens van de handen naar het gezicht van Fontaine, maar nu is dit belicht: het gezicht klaart op, de ogen blinken. Het handelen dat lichter maakt, is letterlijk een werk van de handen.

(Fran??oise, Marseille 2010: ???Tr??s t??t, je me suis pos?? des questions sur le sens de l???organisation du travail, sur l???entr??e apr??s des ??tudes dans un tunnel qui m???am??nerait jusqu????? la retraite. ??a m???a fait peur.??? Het is zo gebeurd, voor je er erg in hebt, zit je in die buis, nauw, dicht en dwingend. Gladde wanden die niet toelaten je wilde jacht af te remmen, geen contact met wat werd buitengesloten, een oncontroleerbare werkelijkheid, een open ruimte ??? ???Aujourd???hui, le temps a an??anti l???espace.??? Niets is er nog waar te nemen, er is nauwelijks lucht, het vrije gebruik van lichaam en geest is niet langer voorstelbaar. Wat stinkt die zich een model wanende gespannen ledenpop toch, opgenomen in een levensritme dat niet het zijne is! Zijn de kindertijd en de oude dag de enige lichtpunten, tijdperken waarin de tijd trager gaat en de ruimte zich overweldigend openspreidt? Maar is dat wel zo? Zitten ook zij al niet tjokvol voorgeschreven activiteiten, elk gedecoreerd met fraai geformuleerde eindtermen?)


Licht in het dagelijkse leven, licht door allergewoonste bezigheden zodanig te verrichten dat ze je konden opslorpen, jouw lichaam konden lenen om werkelijk te worden, tastbaar? Een plant verpotten, een kapotte lamp vervangen, een theekopje spoelen, een rug strelen, en ja ook een stukje lezen, schrijven. Lezen en schrijven laten uitgroeien tot ???een reeks open, doorlopende bezigheden, die samenvloeien met de andere dagelijkse activiteiten???, beide ???een dagelijkse bezigheid die gewicht en zin heeft: namelijk die van de dagelijksheid???.

Voorovergebogen aan een lange, zwarte tafel (een wandvullend boekenrek erachter, ervoor een aanrecht vol vuile vaat). De ogen gaan van woord tot woord, de rechterhand streept aan, omcirkelt, kleurt, verbindt, noteert nieuwe woorden. De kleurige pennen gespreid binnen handbereik.


* Of een kip, maar dan wel eentje die helemaal niet vliegen kan. Er zou iets mis zijn met haar veren, de haakjes ontbreken die bij elke andere kip de haren aan de veerschacht samenhouden, een kip met ???kattenhaar???. Kreeg ze daarom die extra vinger, die extra teen aan elke vleugel, aan elke poot? En ook die stevige klauwen? Kleintjes voor de twee vingers links en rechts en hele lange voor de tenen. Van de lucht invliegen kan ze misschien alleen maar dromen, wroeten kan ze des te beter. En dan die broedsheid! Altijd op zoek naar eieren; ze hoeven zeker niet de hare te zijn. Zo kwistig met warmte vind je zelden een kip. Krak, weer een schaal die barst.



Lees meer in En/en.