Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Het appel van Apollo

Verschenen in: En/en
Auteur: Erwin Jans

Citaten zijn vreemde fenomenen. Zinnen die zich uit hun samenhang hebben losgezongen om een zelfstandige melodie te worden. Ze lijken op spookverschijningen die zich uit hun oorspronkelijke omgeving hebben losgerukt om vrij rond te dwalen in een tussenwereld van waaruit ze zich ongevraagd tot de levenden richten. Ik realiseer me nu dat ze al bij een eerste lezing citaten zijn, hoe paradoxaal dat ook mag klinken: zinnen of stukken van zinnen die de lezer dwingen ze te onderlijnen of aan te kruisen. Zo lichten ze zichzelf op uit de egale zwart-witte bladspiegel. In dat helle licht betekenen ze onmiddellijk meer dan hun context toestaat. Ze zijn een exces aan betekenissen, waarvan een deel aan de tekst ontsnapt en een eigen leven begint te leiden.
       Een van de citaten die me al een half leven lang bespoken, is de dichtregel: ???Denn da ist keine Stelle, / die dich nicht sieht. Du musst dein Leben ??ndern.??? Ik heb die verzen de voorbije twee decennia meer dan eens gebruikt in teksten en lezingen, bij voorkeur aan het einde van een betoog, als een vorm van afsluiting.1 Het is immers een geschikt citaat om mee te eindigen, zeker bij een publieke uiteenzetting. Het speelt de bal radicaal terug naar de toehoorder. Als spreker hoef je niet echt tot een conclusie te komen. Met die regels blijft het einde open. Of interactief, om het met een eigentijdse variant te zeggen. ???Ik heb gezegd wat ik te zeggen heb, nu is het aan jullie.??? Het is een oproep tot de toehoorder om verder te denken, om de aangereikte inzichten tot een persoonlijk eindpunt te brengen. Zo zijn de versregels oorspronkelijk trouwens ook bedoeld. Ze vormen het culminatiepunt van een bekend sonnet van Rainer Maria Rilke: ???Archa??scher Torso Apollos??? (1908). Daarin vertelt de dichter hoe hij in een museum, wellicht het Louvre, geconfronteerd wordt met een archa??sch beeld van Apollo. Hij krijgt het gevoel dat hij wordt aangekeken door die eeuwenoude godentorso. Het lijkt alsof dat hoofdeloze beeld zich tot de dichter richt: ???Denn da ist keine Stelle, / die dich nicht sieht. Du musst dein Leben ??ndern.??? Dan trekt de torso zich opnieuw terug in zijn stenen stilte en laat de dichter achter met die radicale oproep. Zijn bekendheid heeft het gedicht in grote mate te danken aan dit enigmatische slot. Dat het hier gaat om een van de oerexpressies van het ???bespookt zijn??? in de moderne literatuur, is me pas met de jaren duidelijk geworden. Naast een geschikt slot zijn die regels ook een retorisch en zelfs wat pathetisch einde, zeker van een publieke interventie. Om het citaat te redden van het al te makkelijke gebruik dat ik er in het verleden van heb gemaakt, moet ik het vreemd genoeg opnieuw citeren, maar nu bewust als eerste woord, om de bal naar mezelf terug te spelen, als vertrekpunt van een beschouwing over de (on)mogelijkheid van een artistiek appel aan het begin van het derde millennium. Du musst dein Leben ??ndern.


Lees meer in En/en.