Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Rincez-moi s.v.p.

Verschenen in: Terra recognita
Auteur: Koen Peeters


                                                                                                                        ???Je hais les voyages et les explorateurs.???
                                                                                                                        Claude L??vi-Strauss, Tristes tropiques

???s Morgens, ergens. Ver weg in de kindertijd werd bij het grote, blinde huis aan de overkant een immense machine afgeladen. Een kolossale looimachine was het, minstens twee huiskamers groot, vol loodzwaar raderwerk en metalen rollen. Een Duitse monteur liep erbij en gaf brutale instructies. De weken erna kwamen blauwe plastic tonnen toe, hermetisch afgesloten, maar toen ze werden geopend, steeg de geur van bederf en zout eruit op. Kort daarna werden de witgekalkte ramen aan de straatkant schoongewassen. In rode letters verscheen: ???Huiden te koop???. Schapenvachten en koeienvellen, zwartbont en roodbont lagen ordelijk op stapels in de etalage. De vellen waren rimpelloos, soepel, sterk. Dat uit het bloederige, afgrijselijke slachten zoiets zachts kon worden vervaardigd: een wonder.
       Het was een klein stuk gelooide koeienhuid dat Paul tussen vele andere souvenirs uit de bananendoos tevoorschijn haalde. Door het vast te nemen verscheen aan Paul het beeld van de looimachine, de huidenwinkel, het provinciestadje toen. Zo werkt de magie: elk voorwerp verwijst letterlijk naar een grotere wereld, een andere tijd, ruimte. Naar ergens.

In de droge, goed geventileerde kelder in zijn Brusselse huis had Paul een muur van 28 volle dozen. Chiquita en Turkana. Achter het karton zoemde het, stelde Paul vast. Elke keer als hij erin zocht of als hij beschaamd een doos toevoegde, nam hij zich voor de inhoud uit te zuiveren, te sorteren. Daarna zou hij alles helder en definitief omschrijven op de buitenkant. Maar hij deed dat nooit. Soms nam hij er kwaad voorwerpen uit, gooide ze weg, maar besloot op dat moment het werk later af te maken. Daarop stak hij alles terug:
       de melkfles waarop po??tisch gespeld stond ???Rincez-moi s.v.p.???,
       zijn eerste wekker, zijn laatste sigarettenpakje,
       chocoladewikkels- en luciferdoosjesverzamelingen,
       allerhande formulieren waarvan nut en schoonheid onuitlegbaar waren,
       schriften, notaboekjes van overleden ouders en grootouders,
       alle reisfolders van alle reizen van twee ongehuwde tantes,
       wielrenners- en voetballersfoto???s (hoewel hij in het geheel niets met sport had),
       minstens driehonderd jokers, kinderstempeldozen
       enzovoort enzovoort. Er waren massa???s krantenartikels die Paul in vlagen had verzameld, vooral over kunst, politiek en oorlog. Hij had de gewoonte om dagelijks oorlogsfoto???s uit kranten te knippen: uit verontwaardiging, om protest aan te tekenen. Paul had schoendozen vol persoonlijke brieven, slechte tekeningen, boeken die hij ooit las, ook eindeloze samenvattingen omdat hij soms gewoon de boeken overschreef. Vaak was die kartonnen muur in de kelder aan het zoemen: van het telefoneren naar zichzelf, het verifi??ren van feiten, het ophalen van herinneringen.
       Paul wilde bovendien zijn eigen oude wereld redden, door bijkomend op rommelmarkten boeken, prentkaarten en schilderijtjes te kopen, vooral uit de jaren waarin hij geboren werd en kind was. Dit was zijn tijdsgewricht:
       Boudewijn trouwde met Fabiola,
       Congo werd onafhankelijk,
       iedereen was vrolijk goedgelovig
       en in Brussel brandde de Innovation feestelijk af.
       In zijn kelder opende Paul een doos met spullen over Congo, Rwanda en Burundi. Hij genoot. Hij had vijf of zes volle bananendozen met kinderboeken als Bart bezoekt Kongo, Tom in Afrika, levensverhalen van missionarissen, Mayombsche portretten, Veertien jaren in den Congo van Pater Garmyn, Nabalaki basi mibale, of het meer offici??le Geneeskundige raadgevingen voor personeel in warme landen en De nationale parken van Belgisch Kongo en Ruanda-Urundi. Dit was de kleffe mythe van de koloniale jaren waarover een oud-Belgische rust straalde. Het was niet perfect, weten we intussen wel, maar er was harmonie. Hutu???s en Tutsi???s leefden vreedzaam als landbouwers en veetelers in Rwanda. Belgen brachten beschaving: brede wegen aanleggen, hospitalen en scholen bouwen, tot en met identiteitskaarten invoeren. Netjes aanduiden of iemand Hutu, Tutsi of wat anders was.
       De eenvoud van de koloniale droom was fout maar charmant.
       Nooit kwam de gedachte bij Paul op om naar ginder te gaan. Hij wilde niet eens teruggaan, want hij was er nooit geweest. Dat Afrika gevaarlijk was, las hij in zijn verknipte kranten. Het ging Paul eerder om zachtgele verkleuring, de geur van oud papier. Misschien had elk jaar zijn specifieke eigenschappen, die opgeslagen werden zoals jaarringen in een boomstam, leesbaar, ontcijferbaar. Een vermoeidheid die leek op koorts overviel hem. Uit de doos met missionarissenkunst haalde hij een reeks prentbriefkaarten van Zagourski.


Lees meer in Terra recognita.