Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Tijdschriften 2010 1: Revolver; De Revisor

Verschenen in: Belladonna
Auteur: Sven Vitse

Revolver ??? ???Hans Magnus Enzensberger???
september 2009, nummer 143 ??? www.revolver-literair.be


Onlangs bereikte ons het bericht dat Revolver na zesendertig jaargangen ophoudt te bestaan. Bezieler Gerd Segers wijt die beslissing aan de onlangs ingevoerde fiscale regeling voor auteurs, die een grotere administratieve last voor de tijdschriften met zich meebrengt. Met Revolver verdwijnt een van de vaste waarden van het Vlaamse tijdschriftenlandschap, een tijdschrift dat opviel niet alleen door zijn verzorgde verschijningsvorm, maar ook en vooral door zijn po??zievertalingen en zijn voortreffelijke auteursnummers (zoals over Raymond Brulez, Ben Cami en Hadewijch). De aflevering die wellicht de voorlaatste wordt, zet die traditie van auteursnummers voort: nummer 143 is grotendeels gewijd aan de Duitse dichter, essayist en allround publieke intellectueel Hans Magnus Enzensberger. Ter gelegenheid van Enzensbergers tachtigste verjaardag ??? en precies twintig jaar na het memorabele Enzensbergernummer van Raster ??? selecteerde en vertaalde Ren?? Smeets enkele oudere en recente gedichten, een essay, een dialoog en een theatertekst.
       Het mooie aan de gekozen oudere gedichten ??? uit de periode 1955-1970 ??? is dat ze bijna allemaal over politiek gaan. Misschien minder fraai, maar wel erg praktisch, is dat ze lezen als proza dat op een niet altijd even opwindende manier in verzen is verdeeld. ???Besluit tegen het avonturieren??? is een knap stukje politieke satire. ???Het centrale comit?? / distantieert zich??? van een betoging van zijn aanhang, onder het mom geen kleinburgerlijke strijd te willen voeren ??? zoals in 1968 de Franse communistische partij op het laatste moment haar handen aftrok van het uitdijende verzet. Jammer van de weinig boeiende versificatie: ???De demonstratie / is niet gedisciplineerd verlopen / Menig kameraad / zou zelfs met stenen hebben geworpen??? et cetera.
       De scherpe kantjes zijn er in de gedichten uit de bundel Rebus (2009) een beetje af. In deze gezapig neuzelende parlandoverzen is de toon mild ironisch. Grote politieke wijsheden ??? ???altijd zijn er de enen / en altijd de anderen, en altijd / leidt dat tot moord en doodslag??? ??? worden nog eens van stal gehaald om het achterhoedegevecht van de rokende medemens te ondersteunen ??? ???en zo zullen wij helaas / onder ons moeten blijven, hier buiten, / waar wij de laatste sigaret delen???. Voorts vallen de thema???s geloof en dood op. ???De wroeging??? combineert andermaal het banale met het verhevene: omdat ???wij??? hebben ???verzuimd tante Olga in het rusthuis te bezoeken???, zal het ???de almachtige God??? wellicht niet behagen ???ons tot zich te roepen???, klinkt het laconiek. Van zulke kleine grapjes over grote dingen moeten deze gedichten het een beetje hebben.
       Mensen die een periode van politiek oproer van dichtbij hebben meegemaakt, voelen naderhand wel eens de neiging dat opstandige vuur te bezweren. Zo ook Enzensberger, getuige het essay ???Haatproducenten??? (1997), waarin hij zich virtuoos afreageert op dichters die zich schuldig hebben gemaakt aan ???de maatschappelijke productie van haat???. Niet alleen Heinrich von Kleist en de dichter van de Marseillaise, maar ook Vladimir Majakovski en de nationalistische intelligentsia op de Balkan moeten het ontgelden ??? allen hebben zij met opruiende verzen olie op het vuur gegooid. De citaten zijn overtuigend genoeg ??? ???Laat de bijl dansen boven de kale koppen / van de ego??st en de bourgeois!??? (Majakovski) ??? en toch heeft het iets populistisch om ??? ten minste impliciet ??? de revolutionaire energie te reduceren tot haat en bloeddorst, en in dezelfde beweging extreem rechts en extreem links op ????n hoop te gooien. Dit essay lijkt te anticiperen op Peter Sloterdijks Woede en tijd, waarin de Duitse filosoof het socialistische project reduceert tot een woedereservoir. Gedachten waar een zeer vervelend grondje van waarheid in zit.
       Enzensberger bezit ook de gave van het essayeren in dialoogvorm, geheel in de platonische traditie. In ???Een dialoog over de luxe??? betreurt ???de ene??? ??? daartoe netjes aangepord door ???de andere??? ??? de allesoverheersende nivellering in de consumptiemaatschappij. Levensstandaard wordt louter in termen van consumptie gedefinieerd en ???het utopische moment??? van de luxe moet wijken voor de abjecte distinctiedrang van de superrijken. De echte luxeproducten in een cultuur waarin alles te koop is, zijn rust, tijd en plaats. ???De ene??? bekt wat minder goed dan ???Socrates???, maar qua morele superioriteit moet deze gelijkhaler niet voor de Griekse praatvaar onderdoen.
       Voorts bevat dit dossier nog twee interviewfragmenten ??? eentje over de situatie in Iran en eentje over intellectuelen, dichters en de bewustzijnsindustrie ??? en een soort toneelstuk waarin tijdgenoten van Goethe in een televisiestudio discussi??ren over de morele, politieke en literaire merites van de ???despotendichter??? (aldus een van de deelnemers) uit Weimar. De interessantste tekst buiten het dossier is zonder twijfel Joris Notes bespreking van Herman Gorters Een klein heldendicht. Met grote kennis van zaken ??? dat wil zeggen niet alleen van Gorters werk maar ook van de geschiedenis van het marxisme ??? en in een niet eens van verongelijktheid pruttelende stijl houdt Note een warm pleidooi voor de politieke verzen van deze briljante Nederlandse dichter. Veel aangenamere lectuur dan Notes aantekeningen in De Brakke Hond, waarin hij ons tot voor kort met gespeelde tegenzin onderhield over wat we weer eens niet begrepen of niet gelezen hadden.


De Revisor ??? ???Anthony Mertens???
2009, nummer 3 ??? www.revisor.nl


Ook De Revisor presenteert weleens auteursnummers. Zo waren er de voorbije jaren afleveringen gewijd aan Louis Ferron en Wessel te Gussinklo. Dit nummer is een eerbetoon aan Anthony Mertens, de onlangs overleden Nederlandse criticus. Mertens is natuurlijk veel meer dan een criticus geweest: hij was ook docent aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), vriend en bondgenoot van J.F. Vogelaar (over wiens werk hij het proefschrift Sluiproutes en dwaalwegen
schreef), essayist, redacteur en schrijver van ????n roman,
Zwaluwziek, over zijn herstel na een zwaar herseninfarct. In de jaren 1970 verdedigde hij het experimentele, politiek ge??ngageerde montageproza, in de jaren 1980 omarmde hij het postmodernisme als kritiek van het realisme. Dat alles komt in dit nummer hoogstens terloops aan bod ??? de bijdragen zijn veeleer persoonlijke herinneringen van vrienden en collega???s dan stukjes letterkundige geschiedenis.
       Het is een bij momenten ontroerend themanummer geworden ??? ik kan het niet anders zeggen ??? met mooie foto???s van Mertens tijdens zijn promotie aan de UvA, tijdens een betoging in de jaren 1970, foto???s met wandelstok en sigaret. Deed de redactie van De Revisor er goed aan om aan te dringen op de publicatie van een nagelaten prozafragment van Mertens? Zijn zoon Martijn leidt in en houdt vol dat zijn vader altijd ???trouw [is] gebleven aan het principe van de liminaliteit???, aan zijn fascinatie voor het motief van de drempel(ervaring) in de moderne wereldliteratuur. Yves van Kempen haalt herinneringen op aan zijn studiegenoot, met wie hij (en ook Cyrille Offermans) de ???materialistiese??? literatuurtheorie bestudeerde. Van Kempen gaat in op Mertens??? po??tica van de drempel ??? ???een ori??ntatie op het onbekende, op een gebied dat nog niet in kaart is gebracht??? ??? en schetst het beeld van een bevlogen docent en een ???koortslezer???, koortsachtig op zoek naar de leeservaring uit zijn kindertijd.
       Het is nogal ironisch dat ook Carel Peeters de lof van Mertens zingt, als iemand die ???als de dood [was] voor stelligheid in de literatuur en in de wereld???. Ongeveer dertig jaar geleden stonden Peeters enerzijds en Mertens en Vogelaar anderzijds nog lijnrecht tegenover elkaar in een literair en ideologisch debat. Blijkbaar gaat alles voorbij. Chris Keulemans, ooit de oprichter van boekhandel De verloren tijd (nu Perdu) hield in 2007 een leesdagboek bij, op reis met Mertens??? essaybundel Lezen, man!. Keulemans wijst erop hoe afkerig Mertens was geworden van woorden als ???partijdigheid, solidariteit, engagement. Ik hecht niet speciaal aan die woorden, maar ik vind ze ook niet per definitie verdacht. Anthony wel.??? Met enig genoegen portretteert Keulemans zichzelf als drop-out en zijn winkel als ???een plek waar Anthony zich op zijn gemak voelde???, maar ook hij focust op Mertens??? liefde voor veeleisende literatuur die een blik opent op ???het denken in ruwe vorm???.
       Buiten het themadossier heeft dit nummer nog twee goede essays te bieden: criticus Arnold Heumakers en auteur Bert Natter reageren elk op hun manier op De revanche van de roman van Thomas Vaessens. Met Vaessens??? boek in de ene hand en Kellendonks essay ???Idolen??? in de andere tracht Natter aan te tonen dat Vaessens enig intellectueel geweld nodig heeft om Kellendonk in de laatpostmoderne, postironische hoek te duwen. Volgens Natter heeft Vaessens ???alleen te hooi en te gras enkele citaatjes uit [Kellendonks] werk [???] geplukt om hem voor zijn karretje te spannen???. Heumakers maakt aan de hand van een roman van Kees ???t Hart duidelijk dat romans ???juist door hun literaire vernuft??? iets kunnen zeggen over ???de relatie tussen politiek en literatuur???. Hij verzet zich dan ook fel tegen ???Vaessens??? pleidooi voor een ???discursieve??? in plaats van een ???literaire??? manier van lezen, zeg maar een lectuur die alleen op de inhoud let???. Degelijke essayistiek, daar kan De Revisor alleen maar beter van worden.