Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De koffer van God

Verschenen in: Lieve God
Auteur: Lucas H??sgen

I

De barok was een lastige tijd. Vreemde volkeren lieten zich onderwerpen, de macht en welstand van Europa groeiden. Maar het succes ging gepaard met veel oorlog en vernietiging: de evidentie van het goddelijk bestel zakte ineen. Ook de eerste aanzetten van de moderne wetenschap maakten Gods bestaan minder zeker. De zich openbarende veelheid van de wereld bood vooral plaats aan angst en onzekerheid: zich onbevangen schikken in het oude bestel werd lastig. De betekenis van de wereld trok zich terug in haar plooien, rijkelijk verbeeld in de kunsten. Hoe meer veruiterlijkt, hoe zekerder haar bestaan leek ??? maar als antwoord op de eigen wanhoop.
      
Wat zich nog voor God uit mocht geven, moest advocaten in het veld sturen: de voornaamste dezer was de zelf in vele mogelijkheden uiteenvallende Gottfried Wilhelm Leibniz. Filosoof was hij, maar ook historicus, evenzogoed wiskundige, en niet te vergeten enthousiast brievenschrijver met iedereen die zich ook maar enigermate intellectueel deed gelden. Daarbij was Leibniz die ene Duitser die Europa harmonieus wilde samensmeden, in zijn denken een vorm zocht om de veelheid te garanderen en te verduidelijken dat wij ondanks alle kwaad niet moeten vertwijfelen.

Immers: de wereld vormt met al zijn werkelijkheden, niet minder ook met al zijn niet-gerealiseerde mogelijkheden, een eenheid binnen God ??? die zelf volop bestaat. Als je de mogelijkheden (0) en de werkelijkheden (1) binair kunt doorrekenen, en als ieder individueel partje van die stortvloed aan werkelijkheden en mogelijkheden zelf weer uitdrukking vormt van het grote geheel, dat het zelf wel niet is maar dat het toch als noodzakelijke voorwaarde in zich draagt, dan moet vanwege dit geheel van prachtige samenhang, geheten ???monade???, de mensenwereld met al zijn ruzie en gedoe op den duur simpelweg inzien dat het heus anders kan.
      
Bovendien: binnen het geheel is voortdurend communicatie gaande, waardoor in principe elk afzonderlijk lichaam weet heeft van wat er omgaat in de andere lichamen. Het komt er maar net op aan hoe je je plooit ten opzichte van de andere deelgenoten binnen de schikking der plooien. De mensenwereld heeft er alle belang bij om in te zien dat het goed is te bestaan als de vijver uit Leibniz??? monadologie: ???Jedes St??ck Natur kann als ein Garten voller Pflanzen und als ein Teich voller Fische aufgefa??t werden. Aber jeder Zweig der Pflanze, jedes Glied des Tiers, jeder Tropfen seiner S??fte ist wiederum ein solcher Garten oder ein solcher Teich.???

Maar goed. De mensenwereld van toen liet zich door goedhartig denken niet aaneensmeden. Dat was ook onvermijdelijk. Leibniz werkte zelf vanuit het besef dat in de vijver ook snoeken zwemmen; dat er altijd weer hengelaars opduiken; dat hengelaars elkaars buit betwisten. Zijn reddingsoperatie slaagde vooral in het bieden van een metafysisch voorschot op wat ons materieel dagelijks begeleidt: de computertechnologie die zijn oorsprong vond in de koene idee de mogelijkheden van de wereld uit te drukken in binaire logica, het spel van werkelijkheid en mogelijkheid. En omdat God uiteindelijk niet meer was dan het geheel van alle samenhangen, werd Hij een lege huls, hooguit een prachtige mogelijkheid. In Metamorfose van de barok schrijft Frank Reijnders:

       [???] als hij overal is, dan is hij nergens meer ??? exit God.
       Voor de barok bezit God niets menselijks. God is geen waardebepaling,
       maar een beeld, een visioen. God is illusoir, hij heeft nooit echt
       bestaan. Hij blijft de grote tegenspeler van de mens. Daarom kan God
       worden verleid, bedrogen, ge??miteerd en zelfs overtroefd: ???zonder het
       Niets zou de Schepper met lege handen hebben gestaan???, aldus de
       Venetiaan Luigi Mazzini (Il Niente, 1634). Glorificatie van het Niets.


Leibniz wijdde zijn kloeke Th??odic??e dan wel aan het verdedigen van het bestaan van God, maar dat feit alleen al toont aan hoezeer hijzelf in het onoplosbare probleem van de binariteit tussen God en Niets terecht was gekomen.
      
Maar net die spanning leidt tot prachtige passages die laten zien dat de wereld juist moet bestaan uit overweldigende veelheid, terwijl diezelfde overweldigende veelheid met al zijn pijnlijke tegenvallers voor de ratio een fundament behoeft, zodat we haar kunnen toejuichen, al was het maar om het bestaan van de dieren. Want stel je voor dat we overal alleen perfecte mensen aan zouden treffen:

       Multiplier uniquement la m??me chose, quelque noble qu???elle puisse 
       ??tre, ce serait une superfluit??, ce serait une pauvret??: avoir mille 
       Virgiles bien reli??s dans sa biblioth??que, chanter toujours les airs de 
       l???Op??ra de Cadmus et d???Hermione, casser toutes les porcelaines pour 
       n???avoir que des tasses d???or, n???avoir que des boutons de diamants, ne 
       manger que des perdrix, ne boire que du vin de Hongrie ou de Shiras; 
       appellerait-on cela raison? La nature a besoin d???animaux, de plantes, 
       de corps inanim??s; il y a dans ces cr??atures non raisonnables des 
       merveilles qui servent ?? exercer la raison.


De rede bevestigt dus zijn eigen bestaan in dat wat de rede niet is. Nu is dat een bedenkelijk krampachtige manier om de zaak nog te redden, maar zoals Reijnders al zegt: ???De barok is een bedenksel dat altijd zal samenspannen met datgene wat bedenkelijk is.??? De barok als algemeen verschijnsel in de kunsten stuit telkens op afschuw, juist omdat zij blijft geloven in de betekenis van dat Niets, in de weelderig negatieve bevestiging van God. Maar bedenkelijker nog: daarmee neemt de barok ook het kwaad op sleeptouw, dat Hij behoeft om het goede aan het daglicht te brengen.

Groot kwaad is politiek kwaad.
      
Als we God nu de opperpoliticus van de werkelijkheid noemen, welk regime hebben wij dan liever:

       l?????tat d???un prince dont les affaires sont d??labr??es, et qui se sauve 
       comme il peut? ou avec celui d???un prince qui favorise l???oppression pour
       la punir, et qui se pla??t ?? voir les petits ?? la besace et les grands sur 
       l?????chafaud?


Geef toe: we kunnen niet anders willen dan een werkelijkheid die haar rijkdommen zoveel mogelijk ruimte biedt, een ruimhartige anarchie waarin wij onszelf niet opdringen.
      
Toch zitten we met een probleem: die ruimte komt pas tot zijn recht vanuit het besef dat je het in een wereld waarin het kwaad noodzakelijk is om het goede te laten verschijnen, niet kunt stellen zonder diegenen die van veelheid niets willen weten. Het politieke kwaad toont de grootsheid van God immers als de uiterste consequentie van de barokke dans tussen mogelijkheid en werkelijkheid. Omwille van de veelheid behoeven we het monotone. Om trouw te waarderen kunnen wij niet zonder verraad. Om de zin van liefde te bevatten, biedt zich de haat aan.
      
Volgens Leibniz overtreffen de momenten waarin het goede zich realiseert, in draagkracht altijd weer de machten van de vernietiging ??? die ten behoeve van het goede bestaan. En uit alle logische, mogelijke combinaties van goed en kwaad heeft God precies dat ene setje gerealiseerd dat de macht van het goede het meest treffend aantoont. God kan alleen functioneren dankzij het woekeren van de schuld, maar erdoor overwoekerd worden is onmogelijk. Zo blijft zelfs de erfzonde begrensd.
      
Toch gaapt onder die geruststellende gedachte nog altijd een verdere afgrond van het Niets. Hoe kunnen we ooit ontdekken in welke mate wij als deelnemers van de gerealiseerde werkelijkheid verschillen van de niet-gerealiseerde mogelijkheden, die toch evengoed deel uitmaken van Gods alomvattende bewustzijn? Dat fundamentele probleem aan Leibniz??? fameuze these dat wij leven in ???de beste aller mogelijke werelden??? werd niet doorzien door Voltaires verbeten spot uit zijn gedicht bij de grote aardbeving van Lissabon. Zijn verwijt van blind optimisme staat zelf juist in het teken van een optimisme dat haakt naar de beste, nog te realiseren wereld:

       La nature est muette, on l???interroge en vain;
       On a besoin d???un Dieu qui parle au genre humain.

Nu was de natuurramp van Lissabon nog niets in vergelijking met de verwoesting van de twintigste eeuw, om nog te zwijgen van de aanslag die de mensheid pleegt op zijn natuurlijke leefomgeving, de leibniziaanse waarborg van de ratio. Het uitgangspunt van de barokke twijfel aan God stelt de verdedigingsrede van Leibniz steeds dringender op de proef. Zijn wij werkelijk zo werkelijk, of zijn wij slechts een mogelijkheid in het Niets? Is er met andere woorden ergens een universum dat het beter doet dan wij?
       Het wegwimpelen van de vraag naar onze loutere mogelijkheid vormt onder zijn strikte geloof in het binaire de dragende kracht van de boosaardige mensen die zichzelf goddelijke kwaliteiten toemeten.


Lees meer in Lieve God.