Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Slang spreekt? Slang bijt. Bij de kronkelende gedichten van Kiwao Nomura

Verschenen in: De ontwikkeling

Soundtrack: 'I Be the Prophet', Tricky
Filmtrack: The Devil's Advocate, Taylor Hackford

Je begint met een piercing in je tong. Vervolgens maak je het gat groter en groter door er steeds imposantere ringen door te halen. Op den duur kun je gewoon met dental floss of een vislijn een knoop leggen en aan je tong beginnen te trekken. Als dat nog niet genoeg is, kun je een fijn scheermesje gebruiken om het laatste eindje door te snijden. En voil??: je kunt een gespleten tong uitsteken, de verdubbeling waarmaken.
      
Zo ongeveer beschreef de twintigjarige Hitomi Kanehara het zich vorken van een splitsende tong in haar verbluffende debuutroman Slangen en piercings (in Nederlandse vertaling verschenen bij Prometheus), een cultboek dat voor een keer de critici en het publiek op dezelfde golflengte kreeg, met meer dan een miljoen verkochte exemplaren en enkele mooie bekroningen, waaronder vooral de Akutagawaprijs, een van de meest prestigieuze in Japan.
      
Slangen, piercings, het pronken met gevorkte tong ??? zijn het tekenen van onze tijd, of sluiten die extreme doorboringen naadloos aan bij de oude, goeddeels ritueel-religieus gevoede traditie van lichaamsdecoraties? Het is meer dan verleidelijk om te veronderstellen dat in onze ontkerkelijkte tijden de cultus van het lichaam een nieuwe religieuze escape biedt en dat het lijf zijn (metaforische?) functie als tempel terugkrijgt ??? een heiligdom dat zijn heiligheid dan vooral moet ontlenen aan alle gouden en zilveren versiersels (piercings) en muurschilderingen (tatoeages) die het pralend tentoonstelt. (Vergezocht? Roland Barthes trok een nietzscheaans stippellijntje tussen de langharige, bleke hippiejongen en de figuur van Jezus Christus.) Zolang die schittering van lichamelijke ornamenten ons maar niet verblindt ??? want waarom uitgerekend een slang? Wie wil er nu veranderen in het buikschuivende ondier dat onze zondeval inleidde? Pro memorie:

     
1 De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk
       de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het
       ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen
       boom dezes hofs?
      
2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen
       dezes hofs zullen wij eten;
      
3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs
       is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren,
       opdat gij niet sterft.
      
4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood
       niet sterven;
      
5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen
       uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende
       het goed en het kwaad.
      
???Genesis 3???, Statenvertaling online:
       www.statenvertaling.net

De tragische afloop van deze verleidingspoging kennen we maar al te goed: Eva overreedt op haar beurt Adam om van de verboden vrucht te snoepen, God komt achter de overtreding en verbant de twee voorgoed uit het aardse paradijs ??? een potige cherub met een vlammend zwaard moet de levensboom bewaken. Natuurlijk wist God dat de mensen hun wurgende nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen, dat de verleiding het armpje-drukken altijd wint. Even moeten we hier denken aan een roemruchte sc??ne uit de Amerikaanse verleidingsfilm The Devil???s Advocate, waarin de slang ofwel de duivel (meesterlijk vertolkt door Al Pacino) de rollen omdraait en God als de grote verzoeker voorstelt, de zogenaamd slapende appelboer die zijn sappige, rood glimmende vruchten quasi onbekommerd laat groeien en bloeien. Zo klinkt de dictie van de duivel, de prosodie van de valse profeet:

     
Let me give you a little inside information about God. God likes
       to watch. He???s a prankster. Think about it. He gives man instincts.
       He gives you this extraordinary gift, and then what does He
       do, I swear for His own amusement, his own private, cosmic
       gag reel, He sets the rules in opposition. It???s the goof of all time.
       Look but don???t touch. Touch, but don???t taste. Taste, but don???t
       swallow. Ahaha. And while you???re jumping from one foot to the
       next, what is he doing? He???s laughing His sick, fucking ass off!
       He???s a tight-ass! He???s a SADIST! He???s an absentee landlord!
       Worship that? NEVER!
      
The Devil???s Advocate, Taylor Hackford, 1997.

Maar ondanks zijn slimme retorische trucs krijgt ook de slang zijn trekken thuis: hem wacht letterlijk een laag-bij-de-gronds bestaan, hij moet levenslang in het stof bijten en zal geen enkele vrouw meer bekoren.
      
Dus waarom dan toch die slangentong? Misschien omdat de slang, dat tongwezen, metaforisch verbonden is met de taal (in het Engels ook wel tongue), en taal in onze almaar letterlijkere wereld belangrijker is dan ooit. Een zich vorkende tong kan dan goed van pas komen. (In de film toont de duivel zich overigens een polyglot: hij spreekt onder meer een woordje Italiaans, Spaans en Chinees.)
      
Maar laten we voor het antwoord op deze vraag eens te rade gaan bij de po??zie van Kiwao Nomura (1951, Saitama), een van de onbetwiste sterkhouders van de hedendaagse Japanse po??zie, die gedichten schrijft die kronkelen als slangen. Omdat Nomura???s naam niet al te vaak opklinkt in de Nederlandstalige leesgemeente geven we eerst een korte introductie.
      
Aanvankelijk mikte hij op een academische loopbaan: hij studeerde Japanse letteren aan Waseda University en doceerde jarenlang aan Meiji University. Sinds een tiental jaar richt hij zich echter volledig op het creatieve werk, als publicist, performer, hoofdredacteur van een eigen tijdschrift en organisator van po??ziefestivals. Nomura debuteerde op zesendertigjarige leeftijd met de dichtbundel Verwelkende rivier, meteen een meesterwerk, waarin een sterke, nieuwe stem te horen was, een ???echte??? dichter met een eigen stijl en persoonlijke thematiek. Hij verdiende er zijn eerste belangrijke literaire prijs mee (de Rekiteiprijs voor Jonge Dichters), het begin van een lange reeks die inmiddels een complete verzameling mag heten (inclusief de prestigieuze Takami Junprijs). Nomura heeft tot op heden ruim een dozijn dichtbundels gepubliceerd, met prettige titels als De regenboog onder de laag stadskleren is een slang.


Lees meer in De ontwikkeling