Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Pas op de plaats. Ciudad Bolívar & Peking

The Whistleman
Los Llanos, het vlakke land in het hart van Venezuela, is op sommige foto’s niet te onderscheiden van het Hollandse platteland. Akkers, polders en slootjes zover het oog reikt, en pas bij precieze bestudering zie je de verschillen: er zijn geen fietsbordjes en dat ding in de sloot is een kaaiman.
      
Buiten de foto’s om ervaart Omisa hier niet de polderromantiek van boer op trekker tijdens de suikerbietenoogst, wat stuurs kijkend, prachtig in het licht dat Vermeer zo treffend wist te vangen op zijn doeken, maar een klamme hitte, malariamuggen, stropers te paard en piranhavissers in lompen. Drassige gronden waarin koeien zich koel proberen te houden en enkele gidsen die een anaconda trachten te vangen voor een fotomomentje.
      
Als een man in deze streken ’s avonds na het spelen van het overspel naar huis terugloopt, kan hij in het duister een onaangenaam gefluit horen. Dan is hij betrapt door The Whistleman, een fanatieke slasher die eenzame polderweggetjes afstruint en bedriegers genadeloos afmaakt. Als je de fluit hoort en je waagt het om je om te draaien, ben je er geweest. De enige manier om te ontsnappen, is een fles rum op de grond achter te laten en je uit de voeten te maken.
      
Dit verhaal leert ons een drietal belangrijke inzichten:
      
1. Verraad wordt duur betaald;
      
2. Voor je kijken en doorlopen;
      
3. De uitvoerende macht is volslagen corrupt.

Omisa kleurt rood
Omisa communiceert met de lokale bevolking op volstrekt eigenzinnige wijze. Sinds hij drie weken geleden voet op Chinees grondgebied zette en zich van het globale gelazer afsloot, middels de Grote Vuurmuur, het elektronische hek dat dit land tegen allerhande porno en pers beschermt, voelt hij zich één worden met de massa. Al is hij natuurlijk een alien, zoals de lokale politiecommissaris hem bij zijn aankomst duidelijk maakte. Drie maanden heeft hij. Met wat geluk ziet hij een volledige wijk tegen de vlakte gaan en een nieuwe toren op dezelfde plaats verrijzen. Niet dat hij zijn missie pas dan geslaagd zou noemen, maar een enorme meevaller zou het wel zijn. Omisa moet eventjes aan de traagheid ontsnappen.

Telkens als hij enkele van hun klanken uit zijn hoofd perst, staren ze hem vol ongeloof aan. De blik in hun ogen is dezelfde als die hij in Nederland heeft gezien, met het verschil dat niemand zich hier achter ramen en rolluiken verbergt. Hier geen gluurgleuven die de bevolking een permanent gevoel van onveiligheid en controle geven, maar een blik van verwondering en nieuwsgierigheid. Hij bevindt zich in het circus van de constructie, hier goochelt men met vierkante meters en vrachtwagens. Hier controleert de mens niet de stad, maar de stad de mens, architectuur beschermt de mensheid tegen zichzelf; vensterloze, dikke grijze muren en uit spiegelglas opgetrokken torengebouwen geven deze stad een magisch bureaucratisch-kapitalistische indruk. Na enkele weken beseft Omisa dat het gros van de gebouwen hier leegstaat. Oh yes, the be(a)st is/has yet to come…


Lees meer in De bloemen.