Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Een gevaar dat de ziel in wil

Auteur: Joris Gerits

???Elk boek is een gevaar. [???] Elk boek is een gevaar dat de ziel in wil [???].
Wie de ziel in wil, moet door de omgekeerde wereld heen, door de
leegte,
door de angst, door het niets.???
Andreas Burnier

27 november 2003 om negen uur ???s ochtends sta ik in een wachtzaal van een Antwerps ziekenhuis te kijken naar een poster over radiotherapie. Didactisch helder wordt de vraag beantwoord waarom het een doeltreffende behandeling van kanker is. Op foto???s kan je zien hoe een bestralingssessie verloopt met als onderschrift de geruststellende vermelding dat een team van specialisten zich met jouw unieke geval in multidisciplinaire samenwerking zal bezighouden gedurende minimum ????n dag en maximaal zeven weken.
      
Dan word ik opgehaald voor de simulatie. Op mijn huid worden de puntjes getatoe??erd die uiterst nauwkeurig de zone markeren van de bestraling tijdens de behandeling die tot oudejaarsavond 2003 zal duren.
      
Behalve tijdens de weekenden rijd ik nu iedere dag naar de limbo van het ziekenhuis om er van geslachtelijke engelen mijn portie radiatie te ontvangen. Af en toe wordt mijn thorax doorgelicht, waarna ik samen met de aartsengel de effici??ntie van het dagelijks herhaalde precisiebombardement in mijn borstkas mag constateren. Dat er ook collateral damage te zien is, wordt door mijn aartsengel niet ontkend, maar uitgelegd als onvermijdelijk en in het beste geval van voorbijgaande aard.
      
De wachtruimte v????r de behandelkamers is helder en bemeubeld met grenen stoelen en lage tafeltjes waarop, zoals gebruikelijk, tijdschriften liggen van een paar seizoenen geleden. Door het grote raam kan je de voertuigen van de engelen en aartsengelen zien staan aan de overkant van de asfaltweg die de gebouwen van het ziekenhuis met elkaar verbindt. Met een bijzonder pasje kunnen ook zij die worden bestraald hun auto kwijt op de personeelsparkeerplaats. Mensen komen op eigen benen binnen met soms een grappig hoedje, een muts of pruik op het hoofd. Een knappe brunette parkeert de rolstoel met daarin een verfomfaaide man ??? haar vader? partner? broer? buur? ??? naast het aquarium. Ambulanciers nemen joviaal afscheid van een vrouw op een brancard met de belofte haar over een uur weer te zullen ophalen. Er klinkt geen muzak en als er al iets gezegd wordt, gebeurt dat ingetogen en zacht zonder de bedoeling dat iedereen moet meeluisteren.
      
Hoewel er afspraken gemaakt zijn, bedraagt de gemiddelde wachttijd voor je aan de beurt bent snel een halfuur. Ik lees dan in de bundel Essays, brieven en interviews 1965-2002 van Andreas Burnier, in 2003 verschenen onder de titel Een gevaar dat de ziel in wil. Het citaat bovenaan komt uit het woord vooraf, waarin uitgelegd wordt dat het enkele zinnen zijn uit ???Bericht???, het eerste hoofdstuk van haar debuutroman Een tevreden lach.
      
De zeven afdelingen van het 540 pagina???s tellende boek bevatten Burniers reflectie en standpunten over homoseksualiteit, feminisme, euthanasie, wetenschapsbeoefening, oosterse en westerse spiritualiteit en mystiek, het joodse levensgevoel.

Andreas Burnier werd als Catharina Irma Dessaur in 1931 in Den Haag geboren en moest op haar elfde, zoals haar joodse ouders, onderduiken. Ze verbleef in zestien pleeggezinnen. Na de Tweede Wereldoorlog studeerde ze wijsbegeerte in Leiden en werd in 1971 hoogleraar criminologie in Nijmegen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw nam ze actief deel aan het euthanasiedebat in Nederland toen daar de euthanasiewetgeving in de maak was.

Ik lees nu haar tirades van bijna twee decennia geleden tegen wat zij als ???euthanasiasme??? bestempelde. Naast en tegenover mij zitten onbekende medemensen van wie sommigen veroordeeld zijn, al weten ze dat nog niet, om met een ondraaglijk lijden geconfronteerd te worden. Ik begrijp waarom Burnier, vanuit haar getraumatiseerde jeugd, de voorstanders van de legalisering van euthanasie consequent 'euthanazi???s' of 'euthanatici' noemt. Ik denk na over de visie van dr. K??bler-Ross, door Andreas Burnier fervent geprezen, dat het stervensproces, als het bewust wordt beleefd, de mens misschien meer inzicht en vermogens tot liefde en wijsheid schenkt dan heel zijn voorafgaande gezonde leven. Ik herlees de paradox: het sterven bewust beleven. Het kan. Een kwarteeuw geleden is mijn vader gestorven aan eenzelfde kanker waarvoor ik nu word bestraald. Na een eerste operatie heeft hij gepast voor een volgende. Ik heb hem dan in een jaar tijd zien metamorfoseren van een krachtige man tot een pluimgewicht. Hij is een soort hongerdood gestorven, maar, voor zover ik het nu kan beoordelen, tamelijk pijnloos.
      
In haar essay met de titel ???Zielige zieke, lieve schat, al een pil, spuit of prik van de dokter gehad???? schrijft Burnier: ???Wat sommigen mensonwaardig vinden, bijvoorbeeld het leven van een mongooltje of van een demente bejaarde, van een diep zwakzinnige of van een zwaar lichamelijk gehandicapte, is heel vaak volgens de betrokkenen zelf, en ook volgens velen die hen meemaken en die voor hen zorgen, bepaald niet inferieur aan het leven van de doorsneeburger. Soms is zo???n leven zelfs in positieve zin uitzonderlijk, ondanks alle (fysieke, psychische, sociale en ook economische) bezwaren die het voor de verzorgers meebrengt.???
      
De cursivering is van mij, ik stel me vragen bij de mogelijkheid om van betrokkenen, zoals een demente bejaarde of een diep zwakzinnige, zelf te vernemen dat hun bestaan niet inferieur is aan dat van de doorsneeburger. En welke frequentie moet ik mij voorstellen bij ???soms??? waarmee de laatste zin van het citaat begint?
      
Als ik rondom mij kijk, zie ik mensen die hopen dat de therapie resultaat zal hebben, genezing zal brengen. Maar wat als dat niet het geval is? Ik kom uit die aporie niet uit, hoef er gelukkig nog niet uit te komen.

Ik herlees nu ook Burniers spirituele biografie, De wereld is van glas, die ik in 1997 in De Morgen gerecenseerd heb. Burnier beschrijft daarin hoe ze haar bestaan, ze was toen vijfenzestig geworden, om tal van redenen ervoer als een vervreemding. Een belangrijke reden was dat ze haar eigen joodse wortels tientallen jaren weggedrukt had. Na haar vervroegd emeritaat in 1988 is ze geduldig maar hardnekkig Hebreeuws gaan lernen om de Talmoed en de teksten van belangrijke rabbijnen te kunnen lezen en bestuderen. Door haar joodse identiteit opnieuw en eindelijk ten volle te beamen kon de vervreemding worden opgeheven, de thuiskomst gevierd, de voortdurend op de loer liggende depressie overwonnen, het cultuurpessimisme draaglijk gemaakt, de duisternis verlaten voor het licht. En het licht is ook een van de namen van hem die genoemd wordt, ???Die was, die is, die zal zijn???.

Op 27 november heeft een uiterst bekwame, onvervalst Antwerps sprekende dokter mijn bast getatoe??erd voor de radiotherapie waarvoor ik nu de laatste beurt afwacht. Begin februari zal een chirurg, laten we hopen dat het ????n met gouden handen is, de restanten van de kanker opruimen en als een hoogopgeleide loodgieter heel mijn ingewand zonder lekken op elkaar aansluiten.
      
Ondertussen ga ik nolens volens de weg naar binnen met een citaat van Andreas Burnier uit De wereld is van glas: ???Het probleem van de ouderdom is dat je moet leren leven met uitzichtloosheid. De enige weg die ten slotte overblijft, is de weg naar binnen, en die is vaak geblokkeerd, door angst, door onmacht, door verstarring.???