Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Vleermuis

Januari 2008. Dit land heeft een nieuwe regering. Juicht, Belgen, juicht! Na meer dan zes maanden ruzie en achterklap, vol hete boodschappen die de BlackBerry???s van de onderhandelaars onophoudelijk lieten trillen en nagloeien als seismografen van de Apocalyps, heeft dit land iets wat van ver en van dichtbij lijkt op een regeringsploeg van uitzendkrachten. Waarheen worden zij gezonden? Waaruit blijkt hun kracht? De schijn krijgt nauwelijks tijd schijn te zijn want de regeringsleider laat bij wijze van dystopische nieuwjaarsboodschap al in de kranten weten dat er ???niets??? is. De schatkist is leeg. Zij die zich zorgen maken over hun koopkracht, moeten geen soelaas zoeken bij deze ploeg. Zij die denken dat er een staatshervorming aan komt, dat de finale boedelscheiding zich zal voltrekken, mogen evenmin hopen op financi??le armslag om het feest van angst en pijn aan weerszijden wat te verzachten. Dit is de regering van het niets, geleid door een passant met een tijdelijk contract, dobberend op de golven van wat? Misschien is het niet slecht om diep in de herten van onszelf te kijken. Waar gingen die moeilijke maanden over van juni tot en met december? Mij staan de grinnikende gezichten van wat extreem-rechtse Vlamingen voor ogen toen zij hun Franstalige collega???s zagen vertrekken tijdens een symbolische want eenzijdige stemming over het splitsen van het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde. De spaarcenten van de Vlaamse beweging bestaan uit woede en vernedering, van de ene generatie overgedragen op de volgende. Werden die spaarcenten tijdens deze stemming omgezet in wraakaandelen?

Ondertussen schrijf ik voort aan mijn roman. We zitten nog steeds in 1976 en de personages vieren vakantie op een berg in Spanje. Georges, cartoonist tegen wil en dank en al even onwillig hoofdpersonage, heeft geen zin om de hieronder beschreven dag door te brengen aan het gemeenschappelijke zwembad. Het is tijd om een blik te werpen op de uittreksels van zijn mentale spaarrekening. Wat staat erop? En is wat erop staat wel van hem? De taal is gansch het volk. De woede ook?


Jenever. Het woord doet me aan een kermis denken in een dorp. Bruegel en rijstpap. Gezonde boeren in hun schoon gerief die op deze ene vrije kermisdag naar de fles grijpen terwijl ze het zweet van hun voorhoofd wissen. Ik teken een caf??tafel met vier overvolle glaasjes die elk in een plasje drank staan. De boer krijgt een hangsnor en een buik. Hij propt een suikeren schedel in zijn mond, kijkt grijnzend naar een Jane Fonda met haar vuist in de lucht, como los Black Panthers. You look muy est??tico, flower child. Would you leeeeek the asshole of your brown compadre? Lick my culo, mama. Een cantina met een foto van Zapata. E viva la Revoluci??n! Ik probeer de tafel wat reli??f te geven en verfrommel daarna het papier. Uitgewerkte details worden groezelig als ik ze teken. Ik ben een man van de klare lijn. Het is de drank die me doet afwijken.
      
In de schaduw gaat het eigenlijk nog, jenever drinken. De zon staat hoog. De tuin kweekt dieren die hun droge schilden tegen elkaar wrijven. Knijp je ogen dicht en een laag van fijn stof, die net hangt boven alles wat ademt, wordt zichtbaar. Mijn hand vindt rust als ze de kruik omknelt, ik ga met mijn duim over de ruwe randen van de letters die diep in de fles staan gedrukt. Duim en wijsvinger van mijn andere hand vatten het glaasje. Gieten. Vullen. Plasje maken. Glaasje opzij schuiven. Ik druk mijn gezicht tegen het hout van de tafel en lik het plasje op. Ik ruik de tafel. Mijn neus, snor en baard worden nat door de drank. Zo blijven liggen? Probeer maar. Ik ruik de drank, duw mijn duimen in mijn oren.

Het oog van Katrien heelt aardig. Ze zet nu haar zonnebril af als er geen mensen rondom ons zijn. Vanmorgen vroegen de kinderen wat ze al een tijdje wilden vragen maar waar ze nog niet de moed voor hadden gevonden.
      
???Iets heeft me gebeten,??? antwoordde ze, ???maar godzijdank net onder mijn oog.???
      
De kinderen keken argwanend in de tuin rond de villa.
      
???Was het een vleermuis, mama????
      
???Maar nee.???
      
???Was het een vies beest????
      
???Wie weet.???
      
???Gaan jullie naar het zwembad???? Hoewel ik mijn argeloosheid op voorhand had gerepeteerd klonk het toch meer als een vaststelling dan als een vraag.
      
???Jij niet, papa????
      
???Papa moet werken.???
       Werken tijdens de vakantie? Mijn dochter toonde ontzag. Ze keek naar het potlood en papier dat ik al had uitgestald. Mijn zoon blies zijn wangen vol. Weer een dag verloren waarop zijn vader hem kon leren duiken. Mijn vrouw was opgelucht.
      
???Ik moet i??ts doen???, zei ik.
      
Katriens blik. Een kleine bonte stoet van lijven en strandspullen, geurend naar zalf en zeep. Weg waren ze. Nog eens gekeken. Echt weg. Toen ben ik naar de keuken getrippeld om het glaasje en de jenever te halen.


Lees meer in Ceci tuera cela