Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De fotograaf, 'tussenpersoon van de ironische verschijning van de dingen'

Verschenen in: Irony and Beyond

 

De fotograaf, ???tussenpersoon van de ironische verschijning van de dingen???

 

Vertaald door Lieven Tack

 

 

Ironische contrasten

Th??ophile Gautier heeft in zijn leven enorm veel gereisd. Misschien is hij wel de schrijver uit de XIXe eeuw die het best laat vermoeden wat de reisliteratuur zal worden wanneer ze een eeuw later haar volwaardige intrede in de literatuur zal maken. Begaafd met een scherp oog en een virtuoos schrijftalent, liet hij bovendien enkele merkwaardige taferelen na in zijn romans. Een daarvan doet al geruime tijd dienst in de literatuur als voorbeeld van situationele ironie: ???Wat een flagrante ironie dat er een paleis tegenover een hok staat!??? In Po??tique de l???ironie (2001) schreef ik over deze zin uit Mademoiselle de Maupin dat ???men vandaag ook nog, vanuit een gelijkaardige maatschappijkritische instelling, geregeld te lezen krijgt dat men in Washington de meest luxueuze fa??ades van de grote kantoren naast de vervallen huizen van de verpauperde wijken ziet staan???.

       Het is vrij eenvoudig om aan te tonen dat zowel Gautiers opmerking als mijn poging tot actualisering in feite schriftelijke equivalenten zijn van fotografische beelden. Ook in het werk van Balzac kunnen we daar een voorbeeld van terugvinden: ???Wanneer men de natuur observeert, vindt men er fratsen in terug die van een enorme ironie getuigen: zo heeft ze bij voorbeeld de padden naast de bloemen geplaatst.???

       In dergelijke gevallen is het zo dat de foto binnen een duidelijk omlijnde ruimte twee onderwerpen afzondert. De kadrering van de foto suggereert een ongerijmdheid die nog wordt versterkt door het spel van normen en waarden tussen de elementen. Het is abnormaal dat er in een goed gemaakte wereld ??? waar datgene wat op elkaar lijkt ook bij elkaar hoort en waar het goede het haalt op het kwade ??? ook onrechtvaardigheden kunnen bestaan zoals in de genoemde beelden. Kayla Williams, een Amerikaanse militaire van de Intelligence ??? de nevenschikking, ook een vorm van kadrering, doet ons glimlachen ??? heeft deel uitgemaakt van de militaire interventie in Irak en verzamelde haar herinneringen onder de titel Love My Rifle More Than You (2005). In de loop van haar verhaal toont Kayla Williams zich geregeld niet ongevoelig voor de ironie van haar wedervaren. Zo merkt ze op dat Lauren, als kleinste en knapste strijdster van haar team ook het indrukwekkendste wapen bezit, een automatische M-249 SAW.

 
ps1


Wanneer ze op een gegeven ogenblik bedreigd worden door een menigte die meer en meer opgehitst raakt, is het Lauren die tussenkomt: ???When this little woman with the stern look and the dark shades moves to my side and holds her SAW up for everyone else to see, there is a real hush in the crowd.
This weapon says: Respect me.??? Niet toevallig vinden we onder de foto???s in het boek ook een portret van Lauren, een en al glimlach, met een wapen in de hand dat inderdaad bijna even groot is als zijzelf. De foto valt op door de evidente spanning tussen de gestalte van de soldaat en de grootte van haar automatisch geweer, een spanning die nog versterkt wordt door het feit dat het wapen door een vrouw wordt gehanteerd, waardoor ook een spel van connotaties in werking treedt. De gebruikelijke zachtheid van de vrouw wordt ontkracht door de gewelddadige dreiging die van het wapen uitgaat.

       Een andere sc??ne uit de getuigenis van de Amerikaanse typeert nog beter de manier waarop Williams naar de wereld rondom haar kijkt. Tijdens een andere missie belandt haar team in een voormalig presidentieel paleis: ???We took a trip to one of Saddam???s presidential palaces, a gigantic building with immense rooms, two elevators, plus a service elevator. Each room had its own distinct building, with its own elaborately painted ceiling and its own chandelier. We???d never seen anything like it, and once we reached the balcony and looked out onto the huts below, we were blown away by how this splendour existed in the midst of outrageous poverty. The people were beyond impoverishment. And every day they got up to look at this.???

       Zelfs zonder dat het woord valt, is het duidelijk dat dit tafereel ook ironisch getint is. Net als Gautier treft het Williams dat er vlak naast schamele hutjes een prachtig paleis is opgetrokken; maar de opmerking gaat verder dan de loutere vaststelling. De boodschap die ze wil overbrengen is uiteraard dezelfde als die van de Franse romantische schrijver. Beiden wensen een onrechtvaardigheid aan te klagen: het zou niet mogen zijn dat er in een goed gemaakte wereld naast zo veel rijkdom ook zo veel ellende kan bestaan.

       Interessant is natuurlijk dat Kayla Williams op geen enkel moment schijnt gedacht te hebben aan de gevallen van schrijnende armoede in de Verenigde Staten, zoals in het voorbeeld dat ik aangaf in mijn commentaar op de beroemde zin van Gautier.

 

In elk van de hier onderzochte gevallen hebben we te maken met picturale ironie, een bijzondere vorm van ironie die behoort tot de categorie van de situationele ironie. Alvorens verder te gaan met de analyse van dit soort beelden, dienen we even stil te staan bij het traditionele onderscheid tussen verbale ironie en situationele ironie. Zonder erg in detail te gaan, kunnen we in het algemeen stellen dat de eerste categorie de aanwezigheid van een ironicus vereist die zich (min of meer) bewust is van de ironie die hij uitdrukt, terwijl het in de tweede categorie lijkt te gaan om een bijzondere samenloop van omstandigheden. Vandaar dat men hier vaak spreekt over de ???ironie van het lot???. In tegenstelling tot de gewone verbale ironie, houdt de situationele ironie geen uitgesproken intentie in. De formule van de verbale ironie is: ???deze persoon is ironisch??????, terwijl we bij situationele ironie zullen zeggen ???het is ironisch dat?????? Een moeder is ironisch (of: ze doet aan ironie) als ze haar zoon proficiat wenst omdat hij helemaal vuil terugkomt van school, maar het is ironisch dat een hutje naast een paleis staat.

       Hierbij mogen we niet uit het oog verliezen dat de situationele ironie pas vrij recent in de categorie van de ironie is ondergebracht. Het verschijnsel van de bijzondere samenloop van omstandigheden is allang gekend; in de Oudheid duidde men dit aan onder de benaming ???peripetie???. Nooit werd daarvoor de term ironie gebruikt. Volgens sommige woordenboeken zou die nieuwe betekenis voor het eerst gebruikt zijn in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het is echter goed mogelijk dat hun conclusies gesteund zijn op een verkeerde interpretatie van bepaalde toenmalige verschijningen van de term. Het is waarschijnlijk een eeuw later, rond 1750, bij Fielding, dat de nieuwe betekenis zich op de eerste heeft ge??nt. Deze nieuwe betekenis is maar heel geleidelijk aan opgekomen. We kunnen gerust stellen dat ze tot en met het classicisme nooit gebruikt is geweest.

       In Frankrijk zijn de voorbeelden van situationele ironie die de lexicografen aanhalen trouwens nog veel recenter: de meeste woordenboeken situeren het eerste gebruik van ironie in die betekenis in de roman Corinne van Madame de Sta??l. Het gaat dan om een passage waarin Corinne het hoogtepunt van een toneelstuk bespreekt: de heldin is erin geslaagd om te ontsnappen uit de handen van de vrouwen die proberen haar ervan te verhinderen dat ze zich van het leven berooft, en, op het moment dat ze zichzelf met een dolk steekt, barst ze in lachen uit. Het is die bijzonder ongerijmde kadrering, waarin een gewelddadige dood gepaard gaat met een schaterlach, die het gebruik van de term ???ironie??? doet ontstaan.

 

Zowel in het dagelijkse leven als in de geschiedenis doen zich tal van situaties voor waarin datgene wat eigenlijk niet met elkaar zou moeten samengaan toch onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Fotografie blijkt het medium bij uitstek te zijn om die bijzondere momenten vast te leggen. Een kort onderzoek op het internet toont meteen dat fotografen, zelfs amateur-fotografen, er een groot plezier in scheppen om ironische sc??nes vast te leggen. We vinden dit mooi terug in de volgende foto.

    
ps2

De eerste ironie schuilt uiteraard in het feit dat een lading banden stilstaat ten gevolge van??? een lekke band. In een goed gemaakte wereld, een wereld zoals een kind die zich zou kunnen voorstellen, zou het logisch zijn dat een van de vervoerde banden dienst zou doen als reservewiel. Merk op dat ik het heb over een ???goed gemaakte wereld???, en niet over een ???ideale wereld???, omdat ik denk dat de ironie niet zozeer ontstaat uit de vergelijking met een ideaal van abstracte perfectie, maar wel uit het contrast met de algemeen positieve verwachtingshorizon die zich in eerste instantie bijna altijd aan de mens opdringt.

       Het detail van de lekke band kan echter aan de aandacht van de kijker ontsnapt zijn. Sommigen kunnen er ook voor kiezen om het niveau van de grappige anekdote te overstijgen: zo is het bijvoorbeeld perfect mogelijk dat men denkt aan de ironie die wordt voortgebracht door het contrast tussen het beeld van het intacte landschap op de achtergrond, en de aanhangwagen beladen met oude banden op de voorgrond. Terwijl de meest opvallende ironie van deze foto ons doet glimlachen, confronteert deze tweede ironie ons met de connotaties die beide elementen oproepen. In het licht van de traditionele tegenstelling tussen natuur en cultuur, staat het idee van de puurheid hier tegenover die van de vervuiling: het is een nieuwe mogelijke bron van ironie.

       Maar mijn analyse is tot nu toe te conceptueel. Ironie herleidt zich namelijk nooit tot een spel met abstracte idee??n: in haar werking spelen bepaalde compositie-elementen duidelijk ook een rol. Zo wordt de aandacht van de kijker ook gevestigd op het contrast tussen het detail en het centrum van de foto. Het detail toont het probleem, het centrum reikt een klaarblijkelijke oplossing aan. Er is ook het contrast tussen een voorgrond en een achtergrond: de ene stelt de natuur voor, de andere de beschaving. Een foto van een heuvel waar overal oude banden verspreid zouden liggen, zou niet als ironisch opgevat worden. Het beeld zou enkel maar de vervuiling tonen die de beschaving met zich meebrengt. Nog op vormelijk vlak springt er een laatste gegeven in het oog: de vorm van de stapel banden doet duidelijk denken aan die van de heuvels. Buiten het naast elkaar plaatsen van twee met elkaar botsende elementen, bestaat er dus ook een gelijkenis die de twee werelden dichter bij elkaar brengt. De lekke band doet denken aan de reservebanden, de kunstmatige heuvel doet denken aan de echte heuvel: de ironie bestaat maar door de aanwezigheid van een gemeenschappelijk element.

 

We herkennen zo het belang van de structurele kenmerken van de ironie: de wereld heeft op zich geen betekenis omdat hij vormloos is, maar de picturale ironie verleent hem een betekenis omdat ze hem een vorm toekent. Daarom kunnen we zeggen dat de ironie een esthetische dimensie bevat en dat ze in die hoedanigheid de kijker genoegen doet.

       Het genoegen van de picturale ironie bevat echter ook een axiologische of zelfs een ethische dimensie. Het is inderdaad evident dat het ironische beeld ook een kritisch oordeel inhoudt: kritiek op de onbedachtzaamheid van de bestuurder die er niet aan gedacht heeft om een reservewiel mee te nemen, kritiek ook op een beschaving die de natuur lelijk komt maken. Als men er even over nadenkt, hebben deze ???fouten??? niets abnormaals, de ongerijmdheid zou ons niet meer moeten verwonderen dan het naast elkaar bestaan van een paleis en een krot. En toch, en dat is wat telt, de vaststelling van de uiteindelijke banaliteit van de hele situatie komt maar tot uiting wanneer men eraan denkt; anders gezegd, na de nodige reflectie.

       Elke vorm van ironie vernauwt het gezichtsveld; door de kadrering worden bepaalde elementen uit de werkelijkheid gefragmenteerd en ge??soleerd en kan de ironie ontstaan. Het fragmentaire is bijna per definitie ironisch: wie grotere gehelen aanschouwt kan geen ironie zien. Zelfs al streeft de fotografie ernaar om een weergave te zijn van de werkelijkheid, toch zal die werkelijkheid uit de context gehaald worden: de blik van de fotograaf deelt op. De fragmenten van de wereld die de fotograaf verzamelt vormen een voedingsbodem waarin de ironie makkelijk kan gedijen. Het is dan ook geen toeval dat de blik van de reiziger vaker wordt getroffen door de ironische verschijning van de dingen. Aangezien hij minder goed op de hoogte is van de complexiteit van de wereld die hij doorkruist, heeft zijn blik de neiging om de werkelijkheid op te delen.

 

Legenden

In de bespreking van de ironie heb ik tot nu toe abstractie gemaakt van een gegeven waarvan de invloed vaak niet onbelangrijk is. Ik heb gedaan alsof de foto op zichzelf bestond; meestal is het natuurlijk zo dat er ook een onderschrift bij hoort. De foto van K. Williams is vergezeld van het volgende onderschrift: ???Our smallest team member, carrying our team???s biggest weapon???. Bij de stapel banden vermeldt de fotograaf zoals vaak het geval is niet het moment of de plaats waar de foto genomen is, maar schrijft hij wel uitdrukkelijk ???Ironie???. Dit leert ons ondubbelzinnig dat het door de ironie is, die de fotograaf opmerkte en die hij wou overbrengen, dat de foto werd genomen. Een dergelijke titel laat bovendien meer aan de verbeelding over dan andere mogelijke titels als ???Lekke band??? of ???Geen geluk!??? Deze verduidelijkingen zouden het moeilijker maken om een interpretatie van de ironie te geven die verder gaat dan de lekke band.

       De erkenning van de ironie door de fotograaf is uiteraard niet nodig voor de kijker die een foto ziet en er ironie in onderscheidt. ???Er zit ironie in??? of er kan ironie in zitten zelfs indien de persoon die de foto genomen heeft er geen erg in had. Het gebruik van het woord ???ironie??? in de titel wekt uiteraard wel de nieuwsgierigheid van de kijker. Dacht de fotograaf aan de ironie van de tegenstelling tussen natuur en cultuur: misschien niet, maar dat verhindert ons niet om die ironie daar te zien. Wat zou er gebeurd zijn indien de titel van de foto ???Vietnam 2004??? of ???Weldaden van de beschaving??? was geweest? Zouden we de lekke band ??berhaupt opgemerkt hebben? Misschien niet. Door te kiezen voor het onderschrift ???Ironie???, hanteert de fotograaf eigenlijk een equivalent van het beroemde ironieteken dat Alcanter de Brahm bedacht om de ironie van het lot aan te duiden in de Franse samenleving van de jaren 1900. Wanneer men wil verhinderen dat een geval van situationele ironie onopgemerkt gebeurt, kan men niet anders dan het aan te duiden. Klopt het, zoals vaak wordt beweerd, dat de ironie daardoor wordt afgezwakt? Helemaal niet, zoals blijkt uit een ander voorbeeld. De volgende foto werd genomen door een vriend, Francis de Clercq, in Bobo-Dioulasso in Burkina Faso. We zien een plein met een standbeeld van een vrouw die met een bezem in de hand aan het vegen is.

 

ps3

Maar waar zit hier dan de ironie? Deze kan maar tevoorschijn komen als men de aandacht vestigt op de naam van het plein, die te lezen staat op de sokkel van het standbeeld : ???Place de la femme???. De verduidelijking ???ironie??? in de marge van de foto zorgt ervoor dat de kijker de intentie van de overheid om een eerbetoon aan de vrouw op te richten zal vergeten en dat hij zal denken, door de dubbelzinnigheid van het woord ???place???, dat de plaats van de vrouw aan de haard is met haar bezem???

 

Bij de analyse van het onderschrift van de foto???s rijst de vraag naar de relatie die er kan bestaan tussen het beeld en het geschreven woord. In de eerste plaats spelen veel beelden in op de spanning met een tekst die in het beeld is opgenomen. We kennen allemaal wel begraafplaatsen waar een weg naartoe leidt die is aangeduid met het bord ???doodlopende straat???. Een variant op zo???n makkelijk te nemen foto is deze:

 

ps4

Net datgene wat het verkeersbord wil vermijden is toch gebeurd en, ironisch genoeg, precies op de plaats waar het bord zich bevond. Bedrukte T-shirts zijn dragers van talloze gevallen van ironie; denken we maar aan het portret van de rug van een man die duidelijk aan overgewicht lijdt maar die een T-shirt draagt van het ???HEALTH Department??? van een of ander Amerikaans ziekenhuis??? Zijn lichaam is de ontkenning van wat er in grote letters op zijn rug geschreven staat. Dergelijke spelletjes met de tekst zijn wel amusant, maar esthetisch gezien veel minder bevredigend. Dit soort ironie komt in de buurt van de meest banale antifrasen van de verbale ironie; dit zijn louter zijdelingse manieren om iets op een ondubbelzinnige manier te zeggen.

       Maar de ironische afstand met woorden kan uiteraard ook ontstaan ten opzichte van het onderschrift buiten het kader van de foto. Proust geeft daar een voorbeeld van in de analyse van de persoonlijkheid die hij uitwerkt in De kant van Guermantes (1920). Hij stelt vast dat de wijze waarop onze omgeving ons ziet gewoonlijk heel verschillend is van de wijze waarop we onszelf zien. Tussen mijn sociaal ik en het ik die ik mezelf voorstel bestaat er een groot verschil. Bovendien, zo gaat Proust verder, terwijl hij zijn redenering vergelijkt met de wereld van het beeld, is de afstand ook ironisch: ???Bij iemand die gewend is in de spiegel zijn knappe gezicht en fraaie tors toe te lachen zal, laat men hem er een radiografie van zien, tegenover dat benige bidsnoer aangeduid als een afbeelding van hemzelf, evenzeer het bange vermoeden van een vergissing rijzen als bij de bezoeker van een tentoonstelling die, staande voor een vrouwenportret, in de catalogus leest: ???Liggende dromedaris.??? Later zou ik dat uiteenlopende beeld van de eigen persoon al naargelang het door jezelf of door een ander wordt gezien ook gaan beseffen waar het andere mensen betrof dan mijzelf, mensen die gelukzalig leefden temidden van een collectie foto???s die ze van zichzelf hadden genomen, terwijl er in het rond afschrikwekkende tronies stonden te grijnzen, voor henzelf doorgaans onzichtbaar, maar die hen met stomheid sloegen als het toeval hun erop wees met de mededeling ???Dat bent u.??????1

       Via de wereld van de fotografie in het algemeen en meer in het bijzonder via de discrepantie tussen een foto en zijn onderschrift kan de schrijver van Op zoek naar de verloren tijd op een bijzonder scherpe manier de ironie aantonen tussen het ik zoals we dat zelf zien en zoals dat bij anderen overkomt. Natuurlijk is het onderschrift dat bij het portret van een vrouw in de catalogus hoort een vergissing, maar Proust heeft dat zo voorgesteld dat er toch een verband kan groeien. Tussen het onderschrift en het portret is de band niet totaal absurd. ???Winters landschap??? bijvoorbeeld zou geen enkele betekenis hebben gehad en niemand zou er aandacht aan hebben besteed. Door de associaties die het mogelijk maakt, opent het onderschrift ???liggende dromedaris??? echter een dialoog. Proust viseerde dan wel iets totaal anders, namelijk een psychologische waarheid, maar zijn paragraaf toont ons dat de ironie ook een vorm is om betekenis te verlenen aan iets dat anders geen zin zou hebben.

 

Sterke symbolen bekeken door een onderzoekende blik

Het zal inmiddels duidelijk geworden zijn dat situationele ironie uiteraard geen objectieve ironie is, die in werkelijkheid zou bestaan zonder enige vorm van bemiddeling door een waarnemer. De ironie van het lot, de ironie van de wereld, ligt in de blik die waarneemt, een blik die trouwens dikwijls de bemiddeling van de taal inhoudt, of het nu op een gesproken, stilzwijgende of symbolische manier is. Alle onderzochte voorbeelden hebben trouwens getoond dat de situationele ironie een belangrijk kritisch gehalte bevat dat haar dichter bij de verbale ironie brengt en bij haar archetype: de lovende afkeuring. Vereenvoudigd gezegd: we keuren de onbedachtzaamheid van de chauffeur af, we hebben kritiek op de manier waarop de mens met de natuur omspringt, we veroordelen het gedrag van de automobilist enzovoort. In werkelijkheid zijn de dingen natuurlijk minder van elkaar onderscheiden en is het belangrijk om te beklemtonen dat de waaier van de ???kritiek??? in feite heel breed is, gaande van de meest open bevraging tot de meest absolute veroordeling.

       De picturale ironie is dus een ondervragende blik, een ???blik??? omdat ze nooit helemaal onbewerkt is maar steeds een bemiddeling veronderstelt, ???ondervragend??? omdat ze ten minste een in vraag stellen van de wereld inhoudt. Zelfs buiten elke vorm van intentie, is de werking van de ironie steeds gebaseerd op ellipsen en vereenvoudigingen. Het volgende beeld laat dat duidelijk zien.

 

ps5

We kunnen er bijna zeker van zijn dat de fotograaf die deze beroemde foto heeft genomen geen enkele ironie zag in deze sc??ne. Vandaag is de ironie ervan overduidelijk, omdat we Hitler door antonomasia beschouwen als de figuur van het kwaad, en het jonge anonieme meisje dat aan zijn hand loopt als de belichaming van de onschuld. De Duitse dictator is een persoon die iedereen herkent en de barbarij waar hij verantwoordelijk voor is, is dermate bekend dat ze geen commentaar behoeft. De tegenstelling is overduidelijk en iedereen kan ze zien: de kracht van de ironie ligt hier in het feit dat ze onmiddellijk in het oog springt. Andere figuren dan Hitler kunnen uiteraard dezelfde rol spelen: tijdens de laatste Golfoorlog hebben de geschreven pers en de televisie dit krachtige beeld opnieuw ontdekt door close-ups te nemen van Saddam Hoessein die de haren van een klein meisje streelt, dat evengoed hetzelfde idee van zuiverheid belichaamde. Rekening houdend met de gegeven omstandigheden hoeven we uiteraard niet meer te twijfelen aan de ironische intentie van de fotograaf.

 

Het is uiteindelijk in het werk van beroepsfotografen, dat gericht is op subtielere vormen van ironie, dat de mogelijkheden van de picturale ironie ten volle benut worden. De Oostenrijker Peter Granser heeft inwoners van een kleine gemeenschap in Arizona gefotografeerd: ???Sun City???. Het is een stad die in de jaren zestig in de woestijn werd opgericht en waar welstellende mensen zich vestigen om er hun oude dag door te brengen. De volgende foto toont het portret van een inwoonster.

 

ps6

De kwaliteit van deze foto heeft te maken met verschillende factoren, die alle verbonden zijn met de ironie. De eerste blik, diegene die naar het centrum van de foto gaat, wordt ontkracht. Wat eruit ziet als een foto van een sexy mannequin blijkt eigenlijk een portret te zijn van een vrouw met een door ouderdom getekend lichaam. Het contrast tussen het jeugdige schoonheidsideaal en de realiteit van de hoge leeftijd wordt nog versterkt door het gebruik van de Amerikaanse vlag in de vorm van een bikini. De ironie van de foto ontketent zo een resem vragen over de fysieke idealen die het hedendaagse Amerika uitdraagt.

       De foto kent in feite ook een tweede moment van ironie: het eerste lag in de klederdracht van de gefotografeerde persoon. Aangezien ze zich wel degelijk bewust is van het verschil tussen haar eigen lichaam en dat van het schoonheidsideaal dat ze zich aanmeet, had de vrouw van het portret reeds zelf door middel van de ironie de waarden van de Amerikaanse samenleving in vraag gesteld. Wat we niet weten, maar dat is nu net het punt waarover Peter Granser ons wil doen nadenken, is of ze zich ook bewust is van het feit dat haar keuze om in een ???ideale stad??? in Arizona te leven net een van de meest gedwee?? manieren is om aan de idealen van diezelfde samenleving vorm te geven. Beseft ze dat ze mee deel uitmaakt van de samenleving die ze voor schut zet? Dit portret is een ironisch portret, maar het is ook een portret van een ongelooflijke psychologische diepgang. Het toont mooi hoe de speelsheid, eerder dan de reflectie af te remmen, zoals vaak wordt gedacht, op dezelfde manier als de ernst een grotere diepgang kan bereiken.

 

De analyse van de foto van Peter Granser maakt het reeds duidelijk, maar we herhalen het graag nog eens: het belang van de picturale ironie, zoals ze wordt uitgewerkt in de foto, ligt voor een groot deel in haar symbolische kracht. De beste ironische foto???s zijn deze die de wereld bevragen door middel van krachtige symbolen. Die worden soms onmiddellijk herkend, wat het geval was voor de foto van Hitler en het jonge meisje, en ook voor de spanning tussen jeugd en ouderdom waaruit het portret in Sun City was opgebouwd. Maar zo gaat het niet altijd; sommige foto???s mogen dan al nood hebben aan verduidelijkingen die enkel via de taal overgebracht kunnen worden, ze zijn daarom niet minder schokkend. Zo leidt het geen twijfel dat het beeld van Goethes eik in het concentratiekamp Buchenwald tot een van de meest beklijvende vormen van picturale ironie behoort.

 

ps7

Buchenwald ligt slechts op een kleine afstand van Weimar, en deze foto verenigt op ????n plaats, in ????n enkel kader, een symbool van de grootste cultuur en van de grootste barbarij. De kijker die geconfronteerd wordt met dit soort krachtige constructies, isoleert een tafereel en bemerkt de ironie die ontstaat doordat binnen eenzelfde kader tegenstrijdige elementen bijeengebracht worden die tezelfdertijd door een symmetrisch verband met elkaar verenigd zijn. Contrast en gelijkenis lijken onlosmakelijk, bijna noodzakelijkerwijs, met elkaar verbonden, een gegeven dat heel wat vragen oproept. Hoe kan de wereldorde zo vreemd in elkaar steken? De rechtvaardigheid of de onrechtvaardigheid die uit de situationele ironie voortvloeit wordt tot het uiterste doorgetrokken. De mens is altijd enorm verrast als hij met een situatie geconfronteerd wordt waarin hetgeen hij te zien krijgt in flagrante tegenstelling is met hetgeen voorzien is, met wat hij beschouwt als de wereldorde. Hoe groter de symbolische inzet, hoe vruchtbaarder de ironie. Daarom graven de vragen die door de foto van Goethes eik worden opgeroepen zoveel dieper dan deze die de foto van Hitler ons stelt. De werking van de ironie mag dan nog gelijkaardig zijn in beide gevallen, het verhaal dat op basis van die foto???s verteld kan worden is verschillend, en veel sterker in het geval van Goethes eik. In tegenstelling tot het beeld van Hitler, doet de foto van Buchenwald ons nadenken over het oorzakelijke verband dat zou kunnen bestaan tussen de verschillende elementen die op de foto zijn vastgelegd. Wat betekent het humanisme nog als het leidt tot de kampen?

 

Hoe ironie een verhaal vertelt

Niet alle beelden zijn even krachtig, maar zelfs de meest elementaire picturale ironie vertelt nog steeds een verhaal: het spel met symmetrie en contrast brengt de tijd in het beeld binnen. Net als de ruimte nodigt de tijd ons uit om verschillende verbanden te leggen. Zo is het interessant om op te merken dat van alle mogelijke verhaalvormen ironie wellicht een van de kortste is, een die met heel weinig middelen kan worden gezegd. Ongetwijfeld vormt dit ook haar grootste aantrekkingskracht. Het verhaal dat de picturale ironie vertelt kan trouwens ook langer zijn; dat is het geval als de foto film wordt.

       We weten dat de archetypische vorm van de situationele ironie in de literatuur verweven zit in het verhaal van Oedipus: door zijn lot te willen ontlopen stort hij er zich onherroepelijk in. Het archetype van de picturale ironie ligt in een heel ander register: in de speelsheid. Het beeld herinnert ons er zo aan dat, in tegenstelling tot wat de voorafgaande voorbeelden zouden doen denken, de picturale ironie helemaal niet altijd ernstig hoeft te zijn.


ps8

Met L???Arroseur arros?? is de ironie aanwezig van bij de geboorte van de film. Wanneer de gebroeders Lumi??re in 1895 hun eerste films maken, vatten ze het plan op om het thema van L???Arroseur arros??, reeds genoegzaam bekend via de cartoons van die tijd, uit te werken. Rekening houdend met de tijdsbeperkingen van de eerste films, bood de ironie zeker een van de best aangepaste vormen aan voor dit project. De beroemde trein die naar de aanwezigen rijdt kon dan wel al angst opwekken bij het publiek dat naar de eerste voorstellingen kwam kijken, de kortfilm L???arroseur arros?? vertelde effectief een verhaal.

In L???arroseur arros?? zijn er oneindig veel ironische variaties mogelijk. Er bestaat op zijn minst nog een andere vorm van situationele ironie die bijzonder geschikt is om in een foto een verhaal te doen groeien: de dramatische ironie. Deze typische constructie, waarvan sommige episodes uit Koning Oedipus ook een illustratie vormen, doet zich voor wanneer de kijker op de hoogte is van bepaalde feiten die de personages nog niet kennen. In de dramatische ironie is minstens ????n personage zich niet bewust van de werkelijke toedracht van de feiten, zodat hij zijn gedrag afstemt op gegevens waarvan de toeschouwers, soms samen met andere personages, weten dat ze niet juist zijn. Precies zij die er het meeste belang bij hebben om het geheim te kennen, zijn ervan uitgesloten: zelfs hun meest hardnekkige inspanningen lijken dan vruchteloos, op voorhand gedoemd tot mislukken omdat ze niet aangepast zijn aan de werkelijkheid.

       In tegenstelling tot wat de term ???dramatische ironie??? kan laten uitschijnen, gaat het niet noodzakelijk over situaties die beladen zijn met betekenis. In de meeste voorbeelden uit de fotografie is zelfs eerder het tegendeel waar.

 

ps9

 

De jonge Engelsman die bloemen koopt bij deze marktkraamster lijkt niet te beseffen wat er achter zijn rug gaande is: net op het moment waarop hij de bloemen betaalt, doet de ezel zich er al te goed aan. Ongetwijfeld komt het plezier dat we beleven bij een dergelijke foto voort uit het feit dat deze foto echt onverwacht lijkt te zijn genomen en dus puur toevallig is. De foto doet ons plezier omdat het bijna te mooi is om waar te zijn. Ik weet niet in welke omstandigheden deze foto precies genomen is, maar we zouden ongetwijfeld ontgoocheld zijn als zou blijken dat het om een mise-en-sc??ne gaat. Aristoteles zei het al in zijn Poetica: niets is mooier dan een opzettelijk toeval.

 

Het is omdat we weten dat we een komische acteur aan het werk zien in foto???s zoals die waar een bruidegom neerknielt voor het altaar met de letters HE LP op zijn schoenzolen dat we er minder plezier aan beleven. Natuurlijk wordt de bruidegom wel degelijk beetgenomen door de dramatische ironie; hij bevindt zich zelfs in dezelfde positie als de deftige heer die op 1 april plechtig gaat wandelen met een papieren vis op zijn rug geplakt. Maar omdat dit tafereel in geen enkel opzicht toevallig is en omdat we, zelfs al is hij afwezig, er toch duidelijk de hand in zien van iemand die een ander een poets wil bakken, scheppen we minder plezier in de foto. Hoe minder de dader van de grap zich toont, hoe groter het plezier dat we aan de foto kunnen beleven. Het is omdat het toeval verantwoordelijk is voor de lekke band van een met banden geladen aanhangwagen dat het zien van dit voorval ons amuseert.

 

???De ironische verschijning van de dingen???

Het plezier dat wordt veroorzaakt door het spel van de ironie, dat ook een spel is met symmetrie, is zo duidelijk dat het zelfs uit abstracte beelden kan ontstaan. Dat is in ieder geval wat geopperd wordt door Jean Baudrillard, zoals bekend zelf een fotograaf. In de bijlage Le Monde 2 van 28 mei 2005, die gewijd was aan zijn werk als fotograaf, verscheen een foto die bij ons werd genomen, in Zeebrugge.

 
ps10

De spanning tussen klaar en donker, die in de oorspronkelijke foto van elkaar gescheiden zijn door de fijne groene lijn van de algen, knoopt aan met eigenschappen zoals symmetrie en omkering die zo eigen zijn aan de ironie. Daar voegt zich nog een andere ironische tegenstelling bij: deze tussen het vloeibare natuurlijke element ??? de zee ??? en de vaste kunstmatige materie ??? het beton van de dijk. Die ironie is in andere foto???s van Baudrillard echter lang niet zo gemakkelijk te onderkennen. De foto uit Zeebrugge kan dan wel als ???ironisch??? bestempeld worden, toch is het twijfelachtig of het grote publiek bij het zien van het andere werk uit de portfolio van Baudrillard spontaan aan ironie zou denken.

       Het commentaar van de socioloog in de marge van zijn foto???s biedt een originele kijk op de problematiek die we hier besproken hebben: ???U denkt dat u uit plezier een bepaalde sc??ne fotografeert, maar in feite is het de sc??ne zelf die gefotografeerd wil worden. U bent slechts de figurant van de mise-en-sc??ne. De fotograaf is maar de tussenpersoon van de ironische verschijning van de dingen. Het beeld is bij uitstek het medium van die gigantische openbaarheid die de wereld voor zichzelf maakt, die de dingen voor zichzelf maken, waarbij ze onze verbeelding dwingen om zichzelf te wissen, onze passies om naar buiten te komen, door de spiegel te breken die we, schijnheilig trouwens, voor hen ophielden om hen te vangen??????

       De formule is verleidelijk want ze knoopt terug aan, maar dan zonder de na??viteit, bij de idee van een immanente ironie. Uiteraard kunnen we het commentaar van Baudrillard maar lezen als een beeld, dus als we samen met hem aanvaarden om te doen ???alsof???. Alsof hij daar niet was geweest om de foto te nemen, alsof wij er niet waren om zijn foto???s te bekijken.

       Op de keper beschouwd is de ???ironische verschijning van de dingen??? die Baudrillard bedenkt onontvankelijk, en dat weet hij beter dan wie ook: zijn formule wordt ondermijnd omdat hij het gegeven van de kadrering achterwege laat. Het is natuurlijk evident, en daar hoeft men helemaal Zeebrugge niet voor te kennen, maar gewoon te beseffen dat de werkelijkheid geen grenzen kent, geen enkel kader heeft, dat de ironie van de dingen het resultaat is van een keuze in het bijeenbrengen van bepaalde zaken. In de wereld van de fotografie gebeurt die keuze in de vrijwillige beperking van het gezichtsveld, en, zoals ik schreef in het begin van deze tekst, de opdeling, die een decontextualisering of hercontextualisering is, is de aansteker van de ironie.

Op paradoxale wijze is het echter ook verleidelijk om Baudrillard te volgen als hij het volgende beweert: ???De magie van de foto, is dat het voorwerp al het werk doet (het merendeel van de fotografen zullen het nooit toegeven, ze beweren dat de originaliteit volledig aan hun eigen inspiratie te danken is). Het is het voorwerp dat ons ziet, het is het voorwerp dat ons droomt. Het is de wereld die ons weerspiegelt, het is wereld die ons denkt. Dat is de fundamentele regel.??? In die omkering van de verhouding van de mens tot de wereld schuilt een ironische dimensie, een bron van plezier, en het is omdat de interpretatie van Baudrillard de illusie onderhoudt van een immanente ironie en zo het plezier van de beelden verlengt, dat ze ons meer bevalt dan de analyse, die ons terug met de neus op de feiten drukt.

 

 

Noot

1. M. Proust, De kant van Guermantes I. Vertaald door Th??r??se Cornips. De Bezige Bij, Amsterdam, 1980, p. 283.