Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Deleted scenes: romans und kein Ende

 

 

Deleted scenes: romans und kein Ende

 

 

I

Misschien wel h??t kenmerk van de klassieke literaire teksten uit onze canon is dat ze afgerond zijn, voltooid en klaar. Natuurlijk kunnen interpreten en secundaire beschouwers nog iets veranderen door hun nieuwe visie op een meesterwerk te geven, maar voor de schrijver zelf lijkt zijn onwrikbare werk gedaan. De gezamenlijke redacties van Dietsche Warande & Belfort en Parmentier namen daarom het initiatief voor een uniek literair experiment. Wij daagden auteurs uit om (de kijk op) een van onze klassieken bij de wortel aan te pakken. Onder de noemer ???deleted scenes??? nodigden wij schrijvers uit om een extra (slot)hoofdstuk toe te voegen aan een van onze Nederlandstalige klassiekers. We vroegen steeds twee auteurs bij ????n boek zodat we, over beide tijdschriften verdeeld, een waarlijk panoramische kijk op onze verklaarde meesterwerken kunnen ontvouwen.

 

Onze invitatie lokte grofweg twee reacties uit. Dat lijkt misschien een open deur, men aanvaardt een uitnodiging of niet, maar in dit geval bleken zowel de toezeggers als de weigeraars zich bij hun beslissing vooral te laten leiden door expliciet po??ticale motieven. Het ???nee??? van Erwin Mortier op ons verzoek een appendix te schrijven bij Elias van Maurice Gilliams (een boek dat wegens gebrek aan belangstelling overigens moest afvallen) was even kort als veelzeggend: ???Nee dank u. Af is af.??? En waar Herman Brusselmans ??? gevraagd om een additie bij Gerard Reves De Avonden ??? toch bekend staat als literaire lolbroek, getuigt zijn response van oerserieuze literatuurtheoretische opvattingen: ???Sommige idee??n zijn prima, andere dan weer niet. Ik vind het idee om een klassieker een extra hoofdstuk te geven geen spek voor m???n bek. Laat wat geschreven is wat het is. Er zijn miljoenen mogelijkheden om nieuwe teksten te schrijven.???

 

Zien we hier misschien het onderscheid tussen het modernisme en het postmodernisme op de vierkante millimeter? De modernist gelooft in soevereine, ordenende tekstgehelen (???af is af???), wat je terugziet in klassieke maximen als T.S.Eliots fraaie ???In my beginning is my end???. De postmodernist preekt veeleer het voorlopige, het meervoudig einde, de dubbele punt, het kernloze. Brian McHale typeerde het slot van de postmoderne roman ooit: ???Instead of the closed ending of the traditional novel, in which mystery is explained and fortunes are settled, and instead of the open ending of the modernist novel, [...] we get the multiple ending, the false ending, the mock ending or parody ending.??? We kunnen denken aan het fenomeen waarvoor Gilles Deleuze de metafoor van het rizoom gebruikte: ???in onderscheid met bomen en wortels verbindt het rizoom een willekeurig punt met een ander willekeurig punt, elk van de lijnen verwijst niet noodzakelijk naar soortgelijke lijnen maar brengt heel verschillende tekenstelsels in het spel en zelfs toestanden zonder tekens.??? We gaan niet doelgericht naar een einde, maar betwijfelen het zelfs.

 

Nu weten we natuurlijk dat onder anderen Multatuli, Louis Couperus en Gerard Walschap geen postmoderne romans hebben geschreven, maar ook die boeken konden worden opengebroken. Ook zij lieten de lezer toe om ???terug te schrijven???, zij het met een mengeling van schroom en geweld.

 

II

Opvallend is dat nogal wat auteurs kiezen voor het proc??d?? van de ???manuscript fiction???. Veel van de aangezochte schrijvers bleken over een gelukkige hand te beschikken. Zo viste Ingrid Hoogervorst een uitgebreidere versie van Turks fruit tussen de vuilnis van Jan Wolkers vandaan, en stuitte Patrick Bassant op een koffer met daarin Louis Couperus??? Eline Vere dat bij nadere beschouwing twee extra hoofdstukken bleek te hervatten; beide schrijvers werpen zich lankmoedig op als de bezorgers ervan. Ook Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes wisten, met dank aan de gebiedsdeskundige van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, de hand te leggen op tot nu toe onbekende manuscripten uit het beginstadium van de Max Havelaar van Multatuli. Consci??ntieus doen zij verslag.
 

 

De pastiche is de tweede constante. Uiteraard lokken vooral schrijvers met een geprononceerde schrijfstijl als Gerard Reve, Louis Couperus en Louis Paul Boon nabootsing uit. Maar wie goed luistert, kan in de imitatie toch steeds de stem van de imitator ontwaren: het eigene blijft in alle gevallen behouden. Zie bijvoorbeeld het hoofdstuk van Josien Laurier. Met haar voor de gelegenheid aangemeten naturalistische stijl zit zij Couperus dicht op de huid, echter zonder haar identiteit als schrijver te verliezen. Ook Hans van Wetering laat zien dat hij goed heeft geluisterd naar de stem van de onlangs overleden volksschrijver Gerard Reve, maar tegelijkertijd zijn eigen geluid weet te handhaven. In zijn extra hoofdstuk bij De Avonden worden feit en fictie geraffineerd met elkaar verweven, als Frits van Egters Maurits Duivenis een donker verschiet voorspelt dat verdacht veel lijkt op het wrede lot dat Gerard Reve zelf trof.

 

Opvallend is ook dat de auteurs hun angst voor de opdracht projecteren in hun tekst. Zo laat Jeroen Olyslaegers Boon dromen dat hij bij de uitgever alleen een blanco pak papier kan tonen. Pjeroo Roobjee beschrijft de strategie van Louis Seynaeve ??? hoofdpersoon uit Het verdriet van Belgi?? ??? om in zeven fasen te verdwijnen in plaats van Het verdriet te schrijven, zoals hij dat in de roman van Claus doet. Pieter de Buysser gaat nog verder: hij deletet zijn deleted scene, waarover hij ontevreden is, en vervangt ze door tekeningen van Denis Tyfus over ???De vreugde van Belgi?????.

 

III

Wat betekenen de uitkomsten van dit experiment voor de aangevulde klassiekers? Natuurlijk kan men ze als kleine ontheiligingen beschouwen: de gecanoniseerde schrijvers blijken niet meer almachtig, maar de iconoclasten in dit nummer zijn het evenmin. Wanneer men de klassiek postmoderne boutade van Roland Barthes over de dood van de auteur aanhaalt, wordt meestal vergeten dat Barthes??? papieren moordaanslag als doel ???la naissance du lecteur??? had. In dit experiment gebeurde haast het tegenovergestelde: hier is geen auteur gedood, maar er wordt een extra dimensie aan zijn literaire leven toegevoegd. Maar net als bij Barthes heeft de lezer het laatste woord - de werken zijn onherstelbaar verbeterd om opnieuw een lezer geboren te laten worden.