Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Het lichaam van de geest

Verschenen in: Ondood

Vertaald door Els van de Perre

Hoe ziet een geest eruit? Filmcriticus Andr?? Bazin lijkt er een duidelijk beeld van te hebben in zijn essay ???Leven en dood van de superpositie??? uit 1946 ??? een van zijn waarschijnlijk minst gelezen teksten in de Engelstalige wereld. Bazin heeft het over de ???relativiteit van het realisme en de voorwaardelijke geloofwaardigheid van special effects??? bij het in beeld brengen van geesten in fictiefilms. Hij stelt dat een recent ontwikkelde techniek, ???dunning??? (waarbij afzonderlijk gefilmde voor- en achtergrondactie worden gemixt) een veel realistischer uitbeelding van een geest toelaat dan voorheen mogelijk was.1 Hoezo... een realistische geest? Houdt Bazin zich werkelijk met die vraag bezig? Voor wie vertrouwd is met Bazins werk, via de traditionele Amerikaanse filmtheorie die hem als een na??eve realist beschouwt, komt die nevenschikking van ???realistisch??? en ???geest??? als een verrassing. Nochtans zijn voor Bazin fantasie en realisme in de film onlosmakelijk met elkaar verbonden. ???Het is het beeld???, schrijft hij, ???dat ons oog in oog brengt met het onwerkelijke, dat het onwerkelijke in de zichtbare wereld introduceert.???2

       Om het fantastische in de film ??? en in het bijzonder droomsequenties en bovennatuurlijke fenomenen ??? uit te beelden grijpt men doorgaans naar trucjes zoals superpositie en slow motion. Die kunstgrepen beschouwt Bazin als pure conventies omdat ze een geest nooit ???als een echte geest, een geest trouw aan zichzelf??? tonen. ???Dunning??? daarentegen cre??ert volgens hem een beeld dat beter overeenkomt met onze (of tenminste zijn) common sense voorstelling van een geest. Hij noemt verschillende films, vooral Zweedse films uit de jaren 1920, zoals Victor Sj??str??ms ???The Phantom Carriage???, die superpositie gebruikten om een geest op te voeren. Het probleem echter bij de toepassing van eenvoudige superpositie was dat de beelden ??? bijvoorbeeld van een bureautafel en een geest ??? ???allebei doorzichtig werden???. Je kon door de geest heen kijken, maar jammer genoeg ook doorheen de bureautafel. ???Dunning??? kon een beeld doorschijnend maken, terwijl andere objecten het konden omringen. Dit wijkt volgens Bazin veel minder af van ???ons inzicht en gezond verstand???. Er is geen enkele reden waarom een geest geen precieze plaats in de ruimte zou innemen, of waarom hij zomaar zou moeten opgaan in zijn omgeving, schrijft hij. Dat houdt steek, denken we. Maar als ???dunning??? eindelijk die afdoende techniek was om een ???echte??? geest te tonen, hoe zou Bazin dan hebben verklaard dat de huidige voorstelling van geesten, niet in fictiefilms maar in de ???documentaire??? spookfotografie, sterk is veranderd?

       Met ???documentaire??? spookfotografie bedoel ik die fotografie waarmee geestenjagers empirisch bewijs willen leveren voor het bestaan van geesten als bovennatuurlijk fenomeen. Hoewel geestenjagers er anders zullen over denken, staat de kwestie van realisme en geloofwaardigheid veel centraler in de ???echte??? spookfotografie ??? die pretendeert bewijzen te leveren ??? dan in fictiefilms. Om te kunnen oordelen of er op een foto al dan niet een geest wordt afgebeeld, moeten geestenjagers een duidelijk beeld hebben van hoe een geest eruitziet. Dit beeld moet daarom niet per se beantwoorden aan hoe het blote oog een geest zou waarnemen ??? een door technologie ondersteunde waarneming wordt algemeen aanvaard en zelfs verkozen door geestenjagers omwille van de zogezegde link met de wetenschap. Vele geestenjagers beweren dat fotografie op een of andere manier in staat is om een bijzonder fenomeen, dat voor de meesten van ons onzichtbaar blijft, te ???zien??? of te ???vangen???. Als echter het beeld van een geest op een foto verschilt van de waarneming met het blote oog, en bovendien als in de meeste gevallen geesten niet eens kunnen worden gezien zonder de hulp van een fototoestel, hoe kan men dan gelijkenis en bijgevolg realiteitszin beoordelen? Als een geest ???eruitziet???, dan moet hij er toch ???uitzien als iets???. ???Eruitzien als??? veronderstelt logischerwijs een relatie.3 Hoe kan men zich (in gedachte, met een fototoestel, et cetera) ???het onzichtbare??? voorstellen?4 Aanhangers van het paranormale geven wisselende antwoorden op die vraag. Surfend op websites van geestenjagers las ik met belangstelling dat ??? ten minste toch voor ????n organisatie, de International Ghost Hunting Society (IGHS) ??? een beeld dat gelijkt op wat men cre??ert door superpositie of dunning (i.e. een halfdoorschijnend beeld van een mens in een voor het overige normale setting met tastbare objecten) niet langer voldoet als een ???realistisch??? beeld van een geest. Nochtans is dit precies de voorstelling die Bazin als common sense beschouwt.

       Bazin staat natuurlijk niet alleen met zijn visie op de geest als een doorzichtig lichaam. Hoewel in onze cultuur geesten (al dan niet fictioneel) op heel uiteenlopende manieren worden uitgebeeld, is doorzichtigheid toch een kenmerk dat zo wijdverspreid is dat het zelfs in het laatste Harry Potter-boek ter sprake komt. Professor Sneep vraagt aan Harry of hij het verschil kent tussen een ???inferius??? (een ondode) en een geest. Harry antwoordt dat een geest doorzichtig is, waarop Sneep uitvaart dat ???zelfs een vijfjarige je zoveel kan vertellen???.5

       Op de website van de IGHS echter vind je voorbeelden van getrukeerde geestfoto???s in tegenstelling tot ???echte??? geestfoto???s. Bij een van de foto???s suggereert het bijschrift dat het precies gaat om een vervalsing omdat de foto de doorzichtige maar herkenbare vorm van een menselijk lichaam toont. Volgens Dr. Dave Oester, stichter van de IGHS en auteur van dit bijschrift, nemen geesten nooit een menselijke vorm aan. Voor de camera lijken ze op lichtballen, die ???orbs??? worden genoemd, of op wolkachtige witte substanties, die ???vortex??? of ???ectoplasma??? worden genoemd afhankelijk van de vorm die ze aannemen. Als ze door mensen worden waargenomen zonder de hulp van technologie, dan kunnen die geesten volgens Oester schijnbaar een menselijke vorm aannemen. Maar ??? zo legt hij uit ??? dit heeft alleen te maken met een psychologisch proces, een verlangen om het bovennatuurlijke fenomeen begrijpelijk te maken.

 

Als voorbeeld van zo???n vervalsing toont Oester een foto van een doorschijnende jongen achter een hordeur: die is waarschijnlijk gemaakt met foto-editingsoftware zoals Adobe Photoshop door twee afzonderlijke beelden te mixen, of met een fototoestel door dubbele belichting. ???Vervalste spookfoto???s worden doorgaans gemaakt door mensen die niet vertrouwd zijn met de studie van geesten en hun informatie halen bij Hollywoodscriptwriters: hun verschijningen beantwoorden aan hoe Hollywood ze ziet, niet aan hoe ze werkelijk zijn.???6 Oesters woorden ???hoe ze werkelijk zijn??? echo??n die van Bazin, en toch is hun voorstelling van hoe een geest eruitziet radicaal anders. Oester wil zich duidelijk distanti??ren van die iconografie die vaak geassocieerd wordt met fictieve voorstellingen van geesten en wil zo de mogelijkheid van geestenfotografie aanvaardbaarder maken. Maar ook ontwikkelingen in de fotografie en daarbij aansluitend onze grotere vertrouwdheid met die technologie spelen een rol in hoe we ons geesten voorstellen.

       Los van hoe Bazins stelling werd ge??nterpreteerd, toont het eenvoudige feit dat hij de kwestie van een realistische geest ter sprake bracht al aan dat hij vond dat elk realisme noodzakelijkerwijs een conventie is. Bazin besefte dat de techniek die gebruikt werd om de illusie van realisme te cre??ren geen constante was, en dat in het geval van de fantastische film de evolutie in special effects alle vorige special effects onaanvaardbaar zou maken. Dat gevoel kennen we allemaal. Een voorbeeld om dit te illustreren is de reactie van recensenten op de spookfilm ???Earthbound??? uit 1920 in vergelijking met de remake uit 1940. Over de film uit 1920 zei de Harrison???s Report: ???Dubbele belichting zorgde voor een treffend effect. De geest van een dode man verscheen op de meest realistisch denkbare manier.??? Recensies in de New York Times en de Exhibitor???s Trade Review prezen eveneens het gebruik van superpositie. Over de versie uit 1940 ??? die ook gebruikmaakte van superpositie ??? schreef Variety: ???Het is niet echt vernieuwend om in een film superpositie te gebruiken om een geestachtige verschijning op te voeren.???7 Het publiek verwachtte intussen een groter realiteitsgehalte.

       Die wijziging in de receptie van special effects in fictiefilms zoals Bazin ze beschrijft, staat niet helemaal los van de gewijzigde visie op geesten, aangereikt door Oester en het IGHS. Beiden worden gedreven eerst door bewondering voor en uiteindelijk ontgoocheling door een bepaalde techniek. Toch volstaat Bazins theorie over een zich steeds wijzigend realisme niet om de huidige veranderingen in de representatie van geesten in de ???documentaire??? spookfotografie te verklaren. Meer nog dan de techniek van de representatie is ook het object van de representatie veranderd. Bazin lijkt te veronderstellen dat ons beeld van ???een realistische geest??? vaststaat en dat de technologie waarmee dit beeld wordt benaderd, verandert. Het beeld zelf ontwikkelt zich echter met de technologie. Als Bazin beweert dat er geen reden is waarom een geest gewoon zou moeten opgaan in zijn omgeving, waarom denkt hij dan niet even goed: er is geen reden waarom een geest hoe dan ook doorzichtig zou moeten zijn?

       De voorstelling van een geest als een semidoorschijnende en antropomorfe figuur was tot voor kort overheersend, niet alleen in de algemene cultuur, ook onder geestenjagers. Uit losse verwijzingen op verschillende ???ghost hunting??? websites kan je opmaken dat op een bepaald moment veel geestenjagers en aanhangers foto???s met superpositie, hetzij door een toevallige of bedoelde dubbele belichting, enthousiast interpreteerden als beelden van geesten. Maar die iconografie lijkt, waarschijnlijk door een toegenomen begrip van de fotografie, sommige geestenjagers niet langer te bevredigen als ???bewijs??? voor het bestaan van geesten. Eenvoudig gezegd: er bestaat nu een aannemelijker uitleg voor de creatie van zulke beelden, namelijk dubbele belichting.

       Blijkbaar kan het scheermes van Ockham zelfs de Headless Horseman onthoofden. Bijgevolg heeft de toegenomen vertrouwdheid met de techniek van de fotografie niet alleen het volgens geestenzieners authentieke beeld van een geest veranderd, maar ook de visie op het fenomeen van de geesten zelf. Dit gebeurde in een poging om de bewijskracht van de fotografie voor dit soort bovennatuurlijke fenomenen te vrijwaren. Het spreekt voor zich dat als een beeld kan worden toegeschreven aan een fotografische truc of stunt zijn bewijskracht sterk vermindert. Het stijgende succes van de amateurfotografie de laatste decennia leidde tot een algemenere en uitgebreidere kennis (hoewel niet altijd even volledig of juist) van hoe fotografie werkt. Dubbele belichting, zowel als trucje als vergissing, behoort tot de algemene kennis. Bijgevolg zijn voorbeelden van veronderstelde geestesverschijningen die op dubbele belichting lijken verdacht. Niet alle geestenjagers komen echter tot hetzelfde besluit als de IGHS. Sommigen houden vast aan het doorschijnende, antropomorfe beeld van de geest. En de IGHS zelf toont verschillende spookfoto???s met superpositie die Oesters beweringen tegenspreken. Op erg recente webpagina???s, zoals ???The Best Ghost Photo???s Ever Taken??? op About.com, wordt scherp uitgehaald naar de orbs en mistwolken. ???Overtuigende foto???s van geesten zijn zeldzaam???, stelt de webpagina. ???De meeste beelden die we te zien krijgen in de categorie van de geesten- of spookfotografie bevatten gloeiende orbs, vreemde nevels, mysterieuze kolken en andere anomalie??n. Hoe fascinerend ook, ze zijn niet te vergelijken met de zeldzame foto???s die apparities tonen met een duidelijk menselijke vorm.???8 Dit illustreert dat verschuivingen in beeldvorming nooit zuiver, blijvend of volkomen zijn.

 

Spookfotografie bestaat al even lang als de fotografie zelf. William Mumler in Boston was waarschijnlijk de eerste die in de jaren 1860 handel dreef in spookfotografie. Hij was een graveur en amateurfotograaf die ontdekte dat wat op een van zijn foto???s leek op een geestverschijning in feite het resultaat was van een negatief op een niet grondig schoongemaakte glasplaat. Tot zijn klanten hoorde zelfs Mary Todd Lincoln, de weduwe van President Abraham Lincoln. De spiritistische mode in die tijd zorgde voor heel wat navolging, en het fenomeen bleef niet beperkt tot de Verenigde Staten. Verscheidene fotografen in Frankrijk en Engeland wilden de spookfotografie eveneens beoefenen. William Becker stelt verschillende van die spookfoto???s tentoon op de online gallery, ???Do You Believe???? (http://www.photography-museum.com/believe1.html). Een aantal van die afdrukken maken deel uit van een tentoonstelling in het New York Metropolitan Museum of Art, ???The Perfect Medium??? (tot 31 december 2005). Becker legt uit dat stereoscopische foto???s ??? bedoeld als amusement ??? al dubbele belichting en lange sluitertijd gebruikten sinds de jaren 1850 om geesten af te beelden.9 Sir David Brewster beschreef de langesluitertijdtechniek al in zijn boek uit 1856, The Stereoscope: hij had namelijk gezien hoe op een foto gemaakt in 1844 een jongen die het kader verliet voor de belichting was voltooid op de afdruk doorzichtig leek.10 Het gedrukte bewijs dat Brewsters uitleg om dergelijke beelden te maken gekend was, kan men aflezen op de rug van zo???n stereoscopisch beeld, met de titel ???De geest in de stereoscoop???. Een kopie ervan is te zien op de Bright Bytes Studio online collectie van spookfoto???s (http://brightbytes.com/collection/spirit.html). Die beelden werden massaal op de markt gebracht. Het is dus goed denkbaar dat ten minste een deel van het publiek ermee vertrouwd was. Zelfs daarvoor waren fantasmagorieshows, waarin geesten werden opgeroepen met behulp van spiegels of op een scherm door toverlantaarns of rook, heel gewoon. Volgens Hermann Hecht gaat de projectie van geesten, engelen en goden op spiegels in publieke shows terug tot de oudheid.11 Thomas Weynants website ???Early Visual Media??? biedt een uitstekende beschrijving van de fantasmagorie en toont voorbeelden van dia???s die gebruikt werden voor de projectie (http://www.visual-media.be/). Als men rekening houdt met de populariteit van die beelden, hoeft het niet te verbazen dat Mumler en anderen de toevallige superpositie bij foto???s spookachtig vonden. Religieuze of culturele kenmerken die aan geesten werden toegeschreven, zoals het ongrijpbare, vonden een gelijkaardige expressie in een bepaald beeld dat het resultaat was van een technologische eigenaardigheid. Het is behoorlijk moeilijk om te ontraadselen hoe de iconografie van de geesten evolueerde in relatie tot de veranderende technologie. Hoewel ik geen eenvoudig technologisch determinisme voorstel, heb ik echter tot nu toe geen enkel voorbeeld van een geestenverhaal of een geestenverslag voor de opkomst van de fotografie gevonden dat doorzichtigheid vermeldt als een kenmerk van een geest. Geesten verschijnen uit en verdwijnen in dunne lucht (een van de geesten uit de Ilias van Homerus bijvoorbeeld verdwijnt in een sliert rook), maar er is geen enkele melding van een doorzichtige geest.12

 

De poging zich aan te passen aan de uitgebreidere technische kennis heeft de spookfotografie van in het begin be??nvloed. In zijn essay ???Phantom Images and Modern Manifestations??? legt Tom Gunning uit hoe voorstanders van de spookfotografie vanaf de 19e eeuw hun uitleg over de aard van spookfoto???s vaak wijzigden om ???duidelijke voorbeelden van bedrog weg te moffelen???.13 Gunning beschrijft hoe een ingebeelde indexicale relatie (algemeen begrepen als een oorzaak-gevolgrelatie tussen de echte wereld en de foto) kan uitleggen waarom de fotografie overtuigend bewijsmateriaal van geesten kon leveren voor de believers. Na beschuldigingen van vervalsing werd de uitleg voor die oorzaak-gevolgrelatie gewijzigd. Eerst beweerden spiritisten dat de geest aanwezig was voor het nemen van de foto, maar toen men ontdekte dat de ???extra???s??? een merkwaardige gelijkenis vertoonden met eerder genomen foto???s, doken allerlei alternatieve verklaringen op. Zoals de bewering dat geesten op een andere manier dan door gebroken licht door een lens het beeld op het negatief deden ontstaan, of dat zij vroegere foto???s moesten consulteren om hun herinnering op te frissen aan hoe levende mensen eruitzien. Die gewijzigde verklaringen vereisten dan weer een aanpassing van het concept van het geestenfenomeen zelf. Gunning veronderstelt dat de mensen toen voldoende wisten over de fotografie om haar een indexicale tekenwaarde toe te schrijven.

       Hoewel hij duidelijk niet beweert dat het doorsneepubliek in semiotische termen dacht, toch denk ik dat de manier waarop mensen over fotografie dachten op het eind van de vorige eeuw niet zo scherpomlijnd was als we doen uitschijnen. Ten eerste, in die tijd praatten mensen over foto???s nog als ???gelijkenissen???, en het lijkt me dat het iconische aspect van foto???s meer invloed had op mensen, zelfs als men de precisie toeschreef aan het feit dat ze door een machine waren gemaakt. Zoals in het geval van de Franse fotograaf Buguet, die werd veroordeeld voor bedrog. Toen men aan zijn klanten, die geloofden in spookfotografie, de poppen en de trucjes toonde waarmee hij hen misleid had, bleven zij insisteren dat ten minste hun spookfoto echt was. Bijna allemaal onderschreven ze hun overtuiging door te wijzen op het feit dat het beeld van de geest zo???n merkwaardige gelijkenis vertoonde met hun overleden geliefde. Het kon niet anders dan echt zijn. Voor hen kreeg het iconische karakter van het fotografische beeld voorrang op het indexicale.

       Argumenten die de veronderstelde indexicaliteit van een spookbeeld onderschrijven, komen pas later aan de oppervlakte. In de jaren 1960 en 1970 bezorgde de polaroidfotografie geestenjagers zoals Hans Holzer een wapen tegen de sceptici. Polaroids cre??ren de illusie dat men aanwezig is bij het ontstaan van de foto omdat men getuige is van het fotochemische proces. Ze plaatsten dus de (illusionaire) productie van de foto op de voorgrond en leken zo de mogelijkheid van trucjes of bedrog uit te sluiten. (In feite zijn polaroids de makkelijkst manipuleerbare foto???s.) Met de opkomst van het digitale fotoapparaat moesten geestenjagers weer andere technologische kwesties bekampen. Toen ik vijf jaar geleden voor het eerst websites van geestenjagers bezocht, viel het me op dat vele geestenjagers grote voorstanders waren van digitale toestellen om geesten op te sporen. Beoefenaars van het paranormale hebben bijna elke nieuwe technologie van zodra die beschikbaar werd naar zich toe getrokken ??? en dit is niet verrassend. Mijn veronderstelling toen was dat mensen nog niet zo vertrouwd waren met digitale artefacten als met die van gewone filmtoestellen. Geestenjagers haastten zich om witte cirkels en andere anomalie??n als geesten te interpreteren. Plots was er een explosie in de spookfoto???s. Beelden van orbs en vortexen doken overal op. Voorstanders van digitale toestellen redeneerden dat geesten, als elektromagnetische entiteiten (een overtuiging gelanceerd slechts enkele jaren na Faradays onderzoek naar elektromagnetisme) eerder door een elektronisch dan wel door een chemisch medium konden worden vastgelegd. (Merkwaardig genoeg: die geestenjagers die tegen het gebruik van digitale fototoestellen zijn, zoals de Ghost Research Society, waarschuwen dat er geen negatief bestaat om te bewijzen dat er niet met het beeld werd geknoeid. Voor hen heeft een beeld van een geest in een elektronisch medium niet voldoende ???lichaam??? ??? zij streven ernaar om het insubstanti??le substantie te geven en het efemere tastbaar te maken.) Ik veronderstelde dat mijn hypothese standhield. Recent nog gaven voorstanders van digitale fototoestellen zelf toe dat ten minste sommige van de voorbeelden die ze als spookfoto???s hadden gelanceerd in feite gewoon digitale trucjes waren. Een website bevat een waarschuwing voor wie foto???s wil insturen ter analyse: ???Tegenwoordig zijn we niet langer ge??nteresseerd in beelden van ???orbs??? die genomen zijn met een digitale camera. Die zijn vaak niet meer dan een digitale fout veroorzaakt door een beperkte resolutie bij lage belichting.???14 Het is me opgevallen dat dergelijke orbwaarschuwingen op ghosthuntersites enorm zijn toegenomen ??? allemaal omdat de vertrouwdheid met digitale fotografie toeneemt.

       Wat moeten we nu met Bazins bewering dat ???dunning??? een beeld van een geest ???trouw aan zichzelf??? produceerde? Ik ben geneigd te denken dat Bazin, zelfs indien hij niet besefte dat het beeld van de geest veranderde door de technologie, toch niet echt aannam dat ???dunning??? de conventie oversteeg. Waarschijnlijk wilde hij gewoon een verklaring geven voor het griezelige gevoel dat fantasie realiteit wordt als we een nieuw overtuigend special effect zien. Hij moet ook hebben beseft dat special effects zouden evolueren van ???dunning??? naar iets dat nog duidelijker ons algemeen begrip van een geest zou vangen. Bij het zien van de effecten gebruikt voor de wervelende witte geesten in ???Poltergeist??? of ???Ghost Busters??? zou hij misschien wel een essay hebben willen schrijven ???Leven en dood van dunning???. Maar als hij het volledig had doorgedacht, zou hij zich dan niet hebben gerealiseerd dat de nieuwe special effects de doorsneevisie op de geest opnieuw zouden veranderen? Uiteindelijk kan een geest nooit trouw zijn aan zichzelf. Hij kan alleen echt zijn ten opzichte van ons steeds veranderend beeld van hem.

 

Dank aan Robert E. Brown, Adam E. Counts en Jack en Beverly Wilgus voor de beelden.

 

Noten

1. Dunning is genoemd naar de uitvinder ervan, C. Dodge Dunning, die het Dunning Travelling Matte-systeem patenteerde. De techniek gebruikte selectieve belichting en een film met drie lichtgevoelige lagen. Zijn effect was niet beperkt tot de illusie van geesten. Dunning hield persoonlijk toezicht op dit fotografische proces bij de opname van ???King Kong??? in 1933.

2. Andr?? Bazin, Bazin at Work: Major Essays and Reviews from the Forties and Fifties, ed. Bert Cardullo, vertaald door Alain Piette en Bert Cardullo (New York: Routledge, 1997).

3. Ondanks Baudrillards bewering over simulatie, dat het ???doen alsof men heeft wat men niet heeft??? daarom een afwezigheid veronderstelt, is de etymologie van ???simulatie??? het Latijnse similis ??? ???gelijk???.

4. Ik zet ???het onzichtbare??? tussen aanhalingstekens omdat het een dynamisch en steeds wijzigend concept is dat voortdurend moet worden herdacht en geherdefinieerd.

5. J.K. Rowling, Harry Potter and the Half-Blood Prince (New York: Arthur A. Levine Books, 2005), p. 460.

6. Dave Oester, Faked Apparition [web page] (2003, accessed July 1 2005), http://photos2.ghostweb.com/fake2.html.

7. James Robert Parish, Ghost and Angels in Hollywood Films: Plots, Critiques, Casts and Credits for 264 Theatrical and Made-for-Television Releases (Jefferson, NC: McFarland & Company, Inc., 1994).

8. The Best Ghost Photos Ever Taken, Part 2,  [web page] (About, Inc., 2005, accessed August 23 2005), http://paranormal.about.com/library/weekly/aa102102a.htm.

9. Bill Becker, Do You Believe? A Ghostly Gallery [web page] (The American Photography Museum, Inc., 2000, accessed July 3 2005), http://www.photography-museum.com/believe1.html.

10. Helmut Gernsheim, The Rise of Photography 1850-1880: The Age of Collodion, The History of Photography, vol. 3 (London: Thames & Hudson, 1988).

11. Hermann Hecht, ???The History of Projecting Phantoms, Ghosts and Apparitions, Part 1???. In: New Magic Lantern Journal 3, no.1 (1984).

12. Mijn kennis van de voorstellingen van vroege geesten is voor een groot stuk gebaseerd op R.C. Finucane, Appearances of the Dead: A Cultural History of Ghosts (Buffalo, NY: Prometheus Books, 1984).

13. Tom Gunning, ???Phantom Images and Modern Manifestations: Spirit Photography, Magic Theater, Trick Films, and Photography's Uncanny???. In: Fugitive Images: From Photography to Video, ed. Patrice Petro (Bloomington and Indianapolis: Indiana University Press, 1995), p. 48.

14. Dale Kaczmarek, ???To Those Submitting Photograph??? [web page] (2005, accessed July 7 2005),  http://www.ghostresearch.org/ghostpics/.