Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De spelende geest van Deus ex Machina

Deus ex Machina verrast (mij althans) met ???Spelende geesten???, een rijk themanummer over kunst en wetenschap, samengesteld door gastredacteur (en wetenschapshistoricus) Koen Vermeir. Het uitgangspunt van dit dossier is de beroemde lezing van C.P. Snow uit 1959 over de kloof tussen de wetenschappen en de letteren, die volgens hem tot zijn grote spijt als twee verschillende culturen van elkaar vervreemd waren geraakt. De meeste essays die in dit nummer zijn verzameld, gaan echter in op het drukke grensverkeer tussen de kunsten en de (natuur)wetenschappen en zij laten daarbij een aanzienlijk minder pessimistisch geluid horen dan Snow.
       Een goede instap in het themanummer is het essay van Michiel Nys, dat de interventie van Snow bespreekt in het licht van een discussie aan het einde van de negentiende eeuw, tussen de bioloog Thomas Huxley (grootvader van Aldous) en de cultuurcriticus Matthew Arnold. De gastredacteur levert zelf een erg goede bijdrage aan zijn dossier met een historische beschouwing over de termen ???objectiviteit??? en ???subjectiviteit??? in wetenschap ??n kunst. Rode draad in zijn betoog is de interferentie tussen artistiek en wetenschappelijk denken, waarbij wetenschappers profiteren van de artistieke verbeelding en kunstenaars inspiratie putten uit wetenschap en technologie. Naadloos daarop aansluitend is het fascinerende essay van Sigrid Leyssen ??? dat mij zowaar in de wassalon de tijd even deed vergeten ??? over de geschiedenis van ???roterende schijven in waarnemingsexperimenten???. Inderdaad, dit stuk gaat over draaiende schijven met spiralen en andere figuren op, die onder meer door Marcel Duchamp in artistieke experimenten werden gebruikt maar ook in psychologische laboratoria worden ingezet.
       En dat is maar het topje van de ijsberg: er zijn bijdragen over beeldende kunst, evolutionaire literatuurwetenschap, de verbeelding van buitenaardse wezens en de schoonheid van kwallen. Dit nummer heeft een snaar in mij geraakt waarvan ik het bestaan niet kon vermoeden. Dat is toch waarvoor we deze tijdschriften hebben, niet?