Reportages
Op 7 oktober 2017 was het vijf jaar geleden dat Ivo Michiels overleed. Lars Bernaerts en Sigrid Bouset vroegen aan acht auteurs en aan zijn echtgenote om hun geliefde auteur sprekend in leven te houden.
Op zondag 8 oktober om 11 u. werd dit huldenummer van DW B ...
Met iets van dat tragische
In mijn jonge jaren was muziek vooral een engerd aan wie ik op het nippertje ontkwam.
Nee, het was niet de bassist van de Heikrekels, die in mijn geboortestraat woonde ??? al weerklonken zijn bijdragen aan de Nederlandse muziekgeschiedenis ook bij ons thuis. Liederen als ???Waarom heb je mij laten staan??? blijk ik ??? zo leer ik met behulp van YouTube ??? nog moeiteloos mee te neuri??n; zelfs de tekst zit gebeiteld. Ik heb echter niet de indruk dat ik er veel van heb opgestoken.
Begin 2012 was ik voor het eerst in tijden weer in Weert, mijn geboorteplaats. Na de gepleegde beslommeringen was er gelegenheid voor een sentimental journey. Eerbiedig groette ik het huis van de bassist. Ook begaf ik mij naar mijn lagere school, oord zonder muziekonderricht in dezelfde straat. Het oude stalen hekje stond er nog; daarachter lagen bergen puin. Aan de overkant van de straat, met dezelfde flats als vroeger, liet een jongeman zijn hondje uit; hij vertelde dat deze daad van stadsvernieuwing een maand of vier tevoren was gepleegd. Gelukkig stelde ik vast dat het paadje tussen de flatgebouwen en de struiken, waarover ik voor de muzieklessen vluchtte, er nog steeds was.
Die muzieklessen waren een buitenschools extraatje, op zich een uitstekend idee. Maar mijn ouders hadden er niet op gerekend dat de leraar die erin voorzag, dat deed in de nieuwbouw van een andere school, een heel eind verderop. Elke vrijdagmiddag kwam mijn moeder mij van school halen om mij daar naartoe te brengen. De lessen vond ik al snel een verschrikking: ik heb zelden iemand meegemaakt die agressiever, achterdochtiger, gemener was dan deze altijd achter zijn lessenaar ineengedoken, grauw ogende leraar. Op een dag had ik definitief genoeg van die engerd en zijn notenbalken. Ik wist waar moeder mij stond op te wachten en besloot haar te omzeilen via dat paadje tussen het struikgewas en de flatgebouwen. Maar ze had me in de gaten, stond mij op het einde van de vluchtroute op te wachten. Ik zette me schrap voor een sc??ne, maar het viel reuze mee: ik hoefde niet meer. De lessen waren afgezegd. Moeder wilde mij die ellendeling niet langer aandoen.
Welbeschouwd spijtig, zo ben ik later gaan denken. Nu weet ik niet of ik uit overcompensatie een niet onaardige muziekcollectie heb opgebouwd, maar ik weet wel dat ik door mijn angstige ergernis van toen een tekortkoming heb: ik kan muziek nooit fatsoenlijk muzikaal-technisch verwoorden, wat de wee?? leraar op de middelbare school daar later ook tegen trachtte te ondernemen. Maar wie weet, zo maak ik me dan wijs, heeft het me wel behoed voor de schoolse beperking tot ????n specifiek muzikaal domein. En misschien hebben verschillende genres zo eens te beter hun invloed op mijn schrijven kunnen uitoefenen.
Toch wordt dat gezelschap mogelijkerwijs wel gedragen door de grondtoon van mijn vroegste muzikale herinnering, nog van voor de Heikrekels. Ze is afkomstig van een single uit de verzameling van mijn moeder: ???L???amour s???en va??? van Fran??oise Hardy. Mij gaan nu nog koude rillingen over het lijf, als ik via YouTube de gedistantieerde melancholie van haar Franse altstem hoor. Als kind keek ik vaak gebiologeerd naar dat gele platenhoesje waarop een vrouw met lange donkere haren nurks opzij blikte. Stokoud en wijs leek ze mij, al was ze nog maar achttien jaar oud toen zij met haar lied vijfde werd op het Eurovisiesongfestival van 1963. Als kind had ik daar natuurlijk geen weet van, laat staan van de Nederlandse commentaar bij de live-uitzending: ???een nog onvolwassen Juliette Gr??co ??? met iets van dat tragische???. Ik heb het lied vaak gehoord, heb het jarenlang zelf opgezet. Hoor ik het nu opnieuw, dan valt de weerbarstige melancholie op, de onverzettelijke levensmoed bij het inzicht dat een liefde teloorgaat: dat wij daarom niet bij de pakken moeten blijven neerzitten. Alsof dat de grondstemming van mijn werk moest zijn.
Maar ach, zo doe ik Arnold Sch??nberg na, wat is een grondstemming helemaal? Waarom zou ik alle andere muziekjes die mijn werk binnenslopen misachten, enkel omdat mevrouw Hardy mij als eerste aangreep? In Wat een romantische droom publiceerde ik een essay over Marc Bolan, mijn eerste zelf ontdekte muzikale held, begin van mijn tienerjaren. De engelachtige, stoute jongen, die uitdagend zwalkte tussen ondeugende nep en diepe bedoelingen, schiet me steeds te binnen, zodra schoolse letterkundigen van mij Afstemming Op Welk Regelsysteem Dan Ook verwachten. Bolans clowneske diepzinnigheid die er geen was, al was ze het misschien wel, werd gedragen door zijn typische gitaarriffs, omhoog en omhoog, om toch te eindigen in mineur: de ernst der dingen was nooit ver weg, ook bij songteksten van pure nonsens.
Op mijn middelbare school bleek het ernstige luisteren vereist. Vanuit de hogere jaargangen dreinden over ons heen de apocalyptische ruiters der echtheid, geheten The Allman Brothers Band; ook kwinkeleerde vanuit heel hoge sferen de zijige diepzinnigheid van Yes ons toe, en je was pas een mens van waarachtigheid, als je elke dag een lied van Neil Young mee jammerde. Ik probeerde het een en ander, maar verkoos het tegengif.
Het vervolg lees je in de papieren versie van DW B 2013 2