Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Oplichtende details. Een bejaarde fotograaf zegt vaarwel aan de analoge fotografie

Verschenen in: Finisterre
Auteur: P??ter N??das

Akahito was een van die ongelukkigen die, als pubers in uniformen gestoken en bewapend, hun pet in de hand en het hoofd diep gebogen, onder de blote hemel stonden, toen uit de krakende luidsprekers opeens de stem van keizer Hirohito klonk. Nog nooit had de keizer zijn volk toegesproken. Het was een sombere dag, die dag in augustus. Zo???n dag was er nog nooit geweest, bestond niet en zou er ook nooit meer komen, ze hadden de oorlog verloren. Alleen hun schouders schokten van het huilen zodat ze degene die naast hen stond niet zouden storen en elke ademhaling van de keizer toch ook konden horen. Nu Akahito op de drempel stond van de ouderdom, was hij spaarzaam met praten. Er was ook niemand om tegen te praten. Hij bezat een klein tuintje. Dat kon hij nog net verzorgen. Aan het eind van de tuin lag een al bijna opgedroogd meertje. De geheime bronnen van het meertje waren al zeker tien jaar opgedroogd, alleen het water dat uit de grond opwelde en de regen hielden de waterspiegel net boven het slijk. Hij ging meestal naar dit meertje toe. Maar hij nam zo plaats op de bank dat hij het niet kon zien, hij keerde zijn rug naar de waterspiegel. Op die manier moest hij naar het verderop stromende beekje uitkijken, dat aan de voet van zijn tuin kabbelde tussen de hoog opgeschoten waterplanten. Maar je kon niet zeggen waar hij naar keek. Je hebt geen aandacht nodig opdat je ogen kunnen zien. Wellicht wist hij het ook niet. Sinds enige tijd kon hij maar moeilijk innerlijke en uiterlijke gebeurtenissen van elkaar onderscheiden. Zijn oogleden bewogen haast niet. Wellicht ging zijn aandacht uit naar de oeroude wilg die in de bedding van de beek lag, omgevallen, hoe die zich nog op een van zijn afgescheurde takken leunend oprichtte. Hij keek, maar eigenlijk niet naar de wilg, noch naar zijn door decennia oude littekens versierde bast, noch zijn door vogellijm overwoekerde kroon, noch de blauwe hemel op de achtergrond bij het groene loof, noch de voorbijdrijvende wolken. Wilgen hebben een kort leven, deze wilg had hem misschien al overtroffen. Als de aandacht onzijdig is, dan volgen we onwillekeurig, instinctief, de wegen van licht en schaduw. In een fractie van een seconde nemen we de donkerste en de lichtste vlekken van de ruimte op. In de wildernis van objecten wijzen de schakeringen ons de weg tussen het donkerste en het lichtste. Oppervlaktes, die het licht van een lichtbron weerspiegelen en verstrooien en een veelheid aan schaduwen werpen, verschillend in diepte en kwaliteit. Soms worden we heen en weer geslingerd tussen de uitersten van toonverschillen, geleid door de tweeslachtigheid van het donkerste en het lichtste. Het is inderdaad maar een fractie van een ogenblik, dat is voldoende, de waarneming wordt op de voet gevolgd door de herkenning en op het moment van de herkenning is het beeld klaar. Terwijl we maar zelden weten wat we hebben herkend. Over een beeld kun je nadenken, maar het beeld zelf is niet iets wat uit gedachten bestaat. Doorgaans wordt er gezocht naar de boodschap ervan. Wanneer hij zoiets hoorde, en als iemand een beeld niet zou begrijpen, werd Akahito???s barse meester razend. Als ze het niet begrijpen, dan maar niet. Laat ze kijken. Laat ze blij zijn dat ze het niet begrijpen. Een beeld moet je niet begrijpen, maar zien. Er valt niets aan te begrijpen. Wat we weten is dat de verschillen in schakering, de scherpe vlekken van schaduw en licht uiteindelijk het beeld gaan vormen en wij met onze twee ogen bevinden ons in de geprivilegieerde situatie dat we de tegengestelde relaties, gradaties en overgangen doorzien. Dit moment noemen we herkenning.
       In de fotografische beeldvorming komen herkenning en belichting overeen.
       De ordening van het beeld, dat wil zeggen de samenhang van de elementen waaruit het beeld is opgebouwd, is telkens uniek, eenmalig. Het is niet de schijn van de dingen, maar hun werkelijkheid. Onmogelijk dompel je je gezicht twee keer in hetzelfde licht.[1] Akahito had ooit een heel jaar lang, verschillende keren per dag, vanuit dezelfde plaats een boom gefotografeerd. Toch was het hem niet gelukt twee identieke beelden te maken. Hooguit kunnen we het licht een handje helpen door de eigenheid, de eenmaligheid van de compositie enigszins te benadrukken, op te tillen, de eigenschappen met de kadrering te volgen. Op een tweeogig toestel zien we nog wel wat van die unieke orde op het moment van belichten, bij gebruik van een prismazoeker of in geval van een eenogig toestel loopt de spleet van de gordijnsluiter langs het lichtgevoelige materiaal of klapt de spiegel naar boven op het moment dat de centraalsluiter opengaat en we zien niets, alleen het donker. Maar ongeacht of we iets of niets in de zoeker zien, op het moment van de herkenning blijven we alleen, in onszelf gekeerd, en we fotograferen blind. Met de herkenning volgen we de waarneming zogenaamd blind. Dit is het gevoeligste moment in de fotografie, het blijvende. Het eenmalig geziene beeld, of we het nu op een film, in een museum, op straat of in de armen van onze geliefde hebben vastgelegd, vergeten we nooit meer. Je hebt er geen fotografisch apparaat voor nodig, duur noch goedkoop, geen camera met gordijnsluiter of spiegelreflex, geen grondmaterialen, ontwikkeltechnieken zus of zo, je hebt genoeg aan je hersenstam en je geheugen. Akahito fotografeerde al sinds decennia uitsluitend op zijn hersenstam, hij pakte zijn toestellen nooit of, deed hij het toch, dan ontwikkelde hij zijn filmpjes niet. Hij wist van zijn meester, een erg strenge, barse bejaarde, dat bijna ieder mens over een onfeilbaar beeldgeheugen beschikt. Krijgt iemand in een experiment twee keer dezelfde serie beelden te zien, alleen in de herhaling in een verschillende rangschikking waarbij enkele onbekende beelden tussen de oude worden gemengd, dan kan die persoon de nooit geziene beelden met grote zekerheid uitkiezen. Want de rest was hij ook niet vergeten. Het beeldgeheugen van fotografen ontwikkelt zich tot een bijzondere scherpte, de capaciteit van hun geheugen breidt zich uit. Toch blijft het werkingsprincipe van hun beeldgeheugen en het vermogen ervan om beelden op te nemen hetzelfde als van wie dan ook, van iedereen. Hier was het het lichtst op het beeld en daar het donkerst en vergeleken met deze twee optische uitersten lagen op die en die plaats die schakeringen. Dit is iets wat iedereen waarneemt, wat iedereen zich herinnert. De gewaarwording nestelt ongetwijfeld in de oudste oerlaag van de perceptie en is waarschijnlijk een noodzakelijke voorwaarde voor het overleven.
       Het bestaan is permanente wakkere paraatheid, perceptie. Ik volg de bewegingen van de omgeving. In de eerste plaats het licht en de schaduw, en door de verandering in verhoudingen de plaatsverandering van andere levende wezens en objecten in het veld in relatie tot mij. Individuele vermogens wat betreft snelheid, diepte en licht van de waarneming bestaan wel, zoals er ook absoluut gehoor bestaat, leerde de barse meester van Akahito hem, op dezelfde manier bestaan er ook mensen die beschikken over het vermogen absoluut te zien, maar in de mechaniek van de waarneming bestaat er geen verschil. Met het licht van verschillende hoeveelheid en verschillende kwaliteit dat op de ooglens breekt, lijkt het of we geen beeld, maar de optische schets, de optische structuur ervan met de lichtgevoelige kegeltjes en staafjes van het oog aflezen en deze optische schets evalueren en opslaan in de verschillende gebieden van de geest. Ongetwijfeld is de Amerikaan Weegee een goede politieverslaggever, neem een voorbeeld aan hem, zoals ook aan de beroemde Hongaar Robert Capa, want hij is een uitstekende oorlogsfotograaf. Maar jullie moeten weten dat in principe elk mens een even goede verslaggever is. Zelfs wanneer we het om de een of andere reden niet willen, zien we het beeld van de gebeurtenis, het verschijnsel of de betrokken persoon en de omstandigheden van de waarneming, en leggen we dit vast. Neem een afgrijselijke gebeurtenis ??? iemand ligt bebloed, met afgerukte ledematen op de grond ???, onze opvoeding, ons geloof, onze smaak en onze geluidloos jankende angst verzetten zich alle tegen de aanvaarding van die aanblik enzovoort. De beroemde Weegee, de beroemde Capa, alle andere grote genie??n van de fotografie onderscheiden zich maar op ????n punt van alle anderen, namelijk dat ze op het beslissende moment hun gezichtsvermogen niet blokkeren. Ze zijn niet in zichzelf ge??nteresseerd, maar in het beeld. Op het moment dat iemand anders liever zijn ogen sluit, gaan zij de kadrering bepalen, ofwel ze stemmen in met het gegeven of passen het voorzichtig nog wat aan en ze drukken op de knop. Maar juist door die handelingen van kuisheid, door de afkeer, de walging en het protest wordt het graduele verschil tussen waarneming, herkenning en aanvaarding merkbaar, de chronologie, de volgorde van die drie levensverschijnselen. Als er iets is waar jullie bijzonder aandacht aan dienen te besteden, dan is het dit onderscheid, deze volgorde, deze drie afzonderlijke fysiologische fasen van de beeldherkenning.


Vertaald uit het Hongaars door Gy??rgyi Dandoy.

Lees meer in Finisterre.