Reportages
Op 7 oktober 2017 was het vijf jaar geleden dat Ivo Michiels overleed. Lars Bernaerts en Sigrid Bouset vroegen aan acht auteurs en aan zijn echtgenote om hun geliefde auteur sprekend in leven te houden.
Op zondag 8 oktober om 11 u. werd dit huldenummer van DW B ...
Over Brief aan Beatrix
Bart Vervaeck schreef over de essaybundel Laden en lossen. Confrontaties (2006) van Marc Kregting het volgende: ???Polyfoon kun je dit noemen, want je hoort hier tegelijkertijd de stem van de dichter, de essayist en de literatuurwetenschapper. Net dat maakt van Laden en lossen een fascinerend boek.??? (Neerlandica Extra Muros, oktober 2007)
Ik vermoed dat Annie van den Oever en Ernst Bruinsma, de samenstellers van dit dubbelnummer van DW B, in het diepst van hun gedachten die fusie tussen drie invalshoeken, drie tekstsoorten, voor ogen hadden: creatieve literatuur, literaire essayistiek en literatuurwetenschap. In 23 opstellen over de roman en de romanbeschouwing trachten ze de muren te slechten die vaak een vruchtbare dialoog, zeker een kruisbestuiving, tussen de drie literaire actoren in de weg staan. Het is een boeiend waagstuk en een pikante uitdaging om zulke op het eerste gezicht sterk uiteenlopende auteurs en wetenschappers samen te plaatsen, elkaar brieven te laten schrijven of met hen gesprekken te organiseren. Bovendien komen in een aantrekkelijk patchwork ook filosofen en historici aan het woord, wat het spectrum van het nummer ??? in feite een heus boekwerk ??? verruimt en verrijkt.
Het bovenstaande kun je de ???schering??? noemen van de aflevering, maar er is ook gezorgd voor een ???inslag???. Er ontstaan kleine clusters, zoals bijvoorbeeld de Afrikaanse literatuur en literatuurbeschouwing, de nieuwe teksten van Milan Kundera of de zaak-Todorov. Tzvetan Todorov publiceerde in de maand februari van dit jaar bij Flammarion een pamflet: La litt??rature en p??ril. Een van de goeroes van het structuralisme houdt nu een pleidooi voor meer aandacht voor le sens van de roman, de condition humaine in het boek. Een roman houdt een inspirerend en verhelderend discours over de wereld, zij het in aftastende, vragende vorm. Hij sluit aan bij wat in het Engels ethical criticism wordt genoemd. Het is interessant om die paradigmawissel te confronteren met de visie die in DW B 2006 5-6 werd ontwikkeld: Irony and Beyond, waarin David Foster Wallace ironie beschouwt als ???een soort van gemakzuchtige, in feite onethische houding, die het niet meer aandurft om bepaalde emoties of kritische standpunten te verwoorden???.
In vele teksten schemert een minigeschiedenis van de literatuurwetenschap door: hoe formalisme, structuralisme en close reading opengebroken worden naar contextualisering, intertekstualiteit, cross-over, ethiek ??? Er is een hernieuwde aandacht voor de maatschappelijke relevantie, voor de ethische dimensie, voor het koor van teksten en kunsten dat in een literaire tekst meezingt ??? Maar ook voor de lezer, zonder wie een literair werk niet bestaat. Er is geen sprake van een terugkeer naar de profetische schrijver, die de lezer vertelt wat de betekenis is van het bestaan, hoe de maatschappelijke orde eruit zou moeten zien, en wat te doen om een identiteit te vinden. Er worden wel vragen in die zin gesteld. En de lezer kan daarop voor zichzelf antwoorden, ook en vooral door teksten te schrijven. Het onderscheid tussen tekst en metatekst wordt dan flinterdun. De schrijvende lezer speelt in de gaten en openingen van het boek, dat bestaat uit zijn eigen tekst en uit alle teksten die over die tekst worden geschreven.
Ik citeer even een (licht gewijzigd) deeltje van mijn oratie, uitgesproken op 6 juni 1997 aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het stuk heet ??? met een allusie op Roland Barthes ??? ???Lezen om te schrijven???:
Hoe teksten, kritieken, essays schrijven over zoiets onvat??baars als de actuele roman? En
aan welke normen kan hij worden getoetst? Sterker nog: kan hij nog aan normen worden
getoetst? Roland Barthes stelt het probleem zeer scherp: ???Avec l'??crivain de jouissance (et
son lecteur) commence le texte intenable, le texte impossible. Ce texte est hors-plaisir,
hors-critique, sauf ?? ??tre atteint par un autre texte de jouissance: vous ne pouvez parler ???sur???
un tel texte, vous pouvez seulement parler ???en??? lui, ?? sa mani??re.??? Schrijven over een boek
kan dus niet langer zijn: trachten te recon??strue??ren wat de auteur heeft willen zeggen en
daar dan al of niet akkoord mee gaan. Hedendaagse auteurs hebben helemaal niets willen
???zeggen???, ze hebben wel aan de lezer vragen gesteld. Hun romans vinden nergens rust, ze
zijn open en verschuivend, en hun betekenis holt als een schim voor de lezer uit. Ook de
???realiteit??? kan niet als anker fungeren bij de tekst??interpre??tatie: de taal is niet langer een
transparant venster op een prelingu??stische reali??teit. In die zin zijn die romans ???hors-criti??que???,
onttrekken ze zich aan een traditionele kritische bena??dering. Veeleer doen ze een beroep op
de creati??viteit van de lezer, die uitge??nodigd wordt om terug te schrij??ven. De schrij??vende
lezer is dan een ???er??wei??terter Autor???, die mee??speelt in een meervoudig tekstuni??ver??sum, dat
steeds verder uitdijt. ???C'est ??toiler le texte au lieu de le ramasser???, zo lezen we bij Barthes.
Aan de tekst vele betekenissen toevoe??gen, in plaats van hem te redu??ceren tot die ene lectuur
van een lezer, die alleen maar bereid is om het bekende te herken??nen en het onbekende met
dat hem bekende in overeenstemming te brengen. Jacques Derrida noemt dat
???diss??mination???, uitzaaiing van betekenissen.
???Soms veranderen lezers in schrijvers of schrijvers in lezers??? (Marjolijn Februari). Zo ook literatuurwetenschappers en auteurs.